Leden van de Vlaamse Jeugdraad verstoren in de Kamer de bespreking van de nieuwe GAS-wet, die overlastboetes vanaf 14 jaar mogelijk maakt.

Christine Melkebeek (ondervoorzitter Kinderrechtencoalitie Vlaanderen, die aangesloten is bij de Vlaamse Jeugdraad): De nieuwe wet is intussen goedgekeurd en treedt op 1 juli 2014 in werking. Jammer, maar we geven de strijd niet op. Op 20 november dienden we bij het Grondwettelijk Hof een verzoekschrift in waarin we de vernietiging van alle artikels van de nieuwe GAS-wet vragen die betrekking hebben op minderjarigen.

Waar struikelen jullie over?

Melkebeek:In de eerste plaats over de totale rechtsonzekerheid. Het begrip overlast wordt niet of nauwelijks gedefinieerd, waardoor gemeenten hun GAS-reglement volstrekt willekeurig kunnen invullen. Maar we protesteren ook tegen de verlaging van de leeftijd, en tegen het optrekken van de boetes voor minderjarigen tot 175 euro. Wat is daar het pedagogische nut van, als je bedenkt dat die boetes in de praktijk door de ouders worden betaald? We hekelen ook de almachtige rol van de bestraffende ambtenaar, die als regelgevende, uitvoerende en rechterlijke macht optreedt. Dezelfde ambtenaar mag ook naar eigen goeddunken oordelen of de tuchtmaatregelen die ouders of andere opvoedingsverantwoordelijken voorstellen volstaan om geen GAS-boete op te leggen.

Waar we ook over struikelen: de verwijzing naar de nieuwe gemeentewet, die het burgemeesters mogelijk maakt jongeren een locatieverbod op te leggen, met alweer dezelfde ongezonde concentratie van normstelling, controle en bestraffing in een en dezelfde persoon. De hele GAS-wet is een aanfluiting van de scheiding der machten en een bedreiging voor de grondrechten.

Gemeenten roepen al lang dat ze een instrument nodig hebben om overlast van minderjarigen aan te pakken zonder meteen de machinerie van het jeugdrecht in stelling te brengen. Kunt u daar begrip voor opbrengen?

Melkebeek:We zijn niet naïef: overlast moet worden beteugeld, ook als die door minderjarigen wordt veroorzaakt. Maar dat beteugelen moet gebeuren met de nodige waarborgen en rechtszekerheid, en bij voorkeur door een jeugdrechter die opgeleid is om met minderjarigen in een probleem- of conflictsituatie om te gaan. Want ook dat stoort ons: GAS-ambtenaren zijn niet per se pedagogen of juristen; de wet bepaalt alleen dat ze een universitair diploma moeten hebben.

Is de strengere GAS-wet een teken aan de wand? Wordt de maatschappij minder tolerant?

Melkebeek:Ik denk het wel, het illustreert een veranderend kindbeeld. Kinderen mogen niet meer spelen en niet meer op straat rondhangen. Ik vraag me wel eens af of zij die de wet hebben goedgekeurd zelf ooit kind zijn geweest.

Gemeenten leggen in hun GAS-reglement veel creativiteit aan de dag. In Lokeren is het bijvoorbeeld verboden, op straffe van een overlastboete, om mensen te doen schrikken. Kent u er nog mooie?

Melkebeek:Nee, maar ik ken wel een even typisch als schrijnend voorbeeld. In Antwerpen kreeg een minderjarige een GAS-boete omdat hij met enkele anderen op een bankje in een park op vrienden zat te wachten. Ze deden niks verkeerd, zaten ook niet boven op de leuning met de voeten op het zitgedeelte. Maar omdat het park een slechte reputatie heeft, vonden de patrouillerende agenten het toch nodig een boete te geven. Gelukkig trokken de ouders naar de jeugdrechtbank en werd de boete vernietigd. Goed dat er zo’n beroepsprocedure bestaat, maar vele ouders zijn daar niet van op de hoogte of zien op tegen de moeite.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content