Abdel Rahman Ayachi uit Sint-Jans-Molenbeek sterft in de Syrische oorlog.

Bassam Ayachi (Syrisch-Franse sjeik, imam van het opgedoekte Centre Islamique Belge en vader van Abdel Rahman): Mijn zoon is gestorven in de buurt van Idlib, toen hij met zijn troepen een konvooi aanviel dat het regeringsleger wilde bevoorraden. Hij was al voor de oorlog uitbarstte in Syrië aanwezig.

In 2012 werd hij hier bij verstek tot acht jaar cel veroordeeld wegens het ronselen van strijders voor Irak en Afghanistan. Heeft hij u laten weten dat hij zou deelnemen aan de oorlog in Syrië?

Ayachi: Ik zat zelf in de gevangenis in Italië toen de oorlog begon. Hij heeft mij een brief geschreven met de vraag wat hij moest doen. Ik heb hem geantwoord dat hij zijn plicht moest doen, maar dat hij zelf kon kiezen hoe hij dat invulde. Toen het verzet tegen het regime van Bashar al-Assad nog vreedzaam verliep, heeft hij zich nuttig gemaakt als informaticus door onder andere foto’s van burgerjournalisten online te zetten. Maar toen de oorlog uitbarstte, is hij bij de gewapende troepen gegaan om het land te bevrijden van Assad. Hij had de leiding over een paar honderd mannen die nauw aanleunden bij het Vrij Syrisch Leger.

Toen hij sneuvelde, verkondigde u dat we u moesten feliciteren in plaats van condoleren. Een ongeloofwaardige uitspraak voor een vader die zijn zoon verliest.

Ayachi: Ik ben niet anders dan alle andere vaders. Als ik zijn foto zie, barst ik in tranen uit. Zelfs toen hij gewoon in Syrië verbleef, miste ik hem heel hard. Maar hij is zijn eigen weg gegaan en ik dank Allah daarvoor. Hij heeft zich ingezet om anderen te redden en hij heeft het bekocht met zijn leven.

Hebt u hem dan niet aangemaand om voorzichtig te zijn?

Ayachi: Ik heb mijn zoon op het hart gedrukt geen onnodige risico’s te nemen, maar ik wist natuurlijk dat ze constant gevaar liepen. Hij was al een paar keer aan de dood ontsnapt en zijn beste vriend, de Algerijns-Franse Raphaël Gendron, die ik ook als mijn zoon beschouwde, was al gesneuveld.

De strijd is oneerlijk. Om het leger van Assad pijn te doen, moeten de rebellen aanvallen en risico’s nemen. De Syrische regering krijgt de onvoorwaardelijke steun van Iran, de Libanese islamistische militie Hezbollah en Rusland. Het Westen zet daar niets tegenover. De enige munitie waarover de tegenstanders van Assad beschikken, komt uit de militaire opslagplaatsen die ze veroverd hebben op het regime. Maar ook die raken uitgeput. De kans is dus groot dat er bij gebrek aan andere middelen meer zelfmoordaanslagen zullen komen. Door de oppositie aan haar lot over te laten, verkijkt het Westen de kans om een dictator omver te werpen en vergroot ze de kans dat buitenlandse extremisten de boel zullen overnemen.

Uw zoon heeft van aan het front Belgische jongeren opgeroepen niet naar Syrië te komen strijden.

Ayachi: Er zijn daar geen Belgische strijders nodig. Die jongens zijn niet getraind, kennen het land niet en spreken de taal niet. Strijders zijn er genoeg. Wat we daar nodig hebben, is rijst, medicatie en materiaal voor onder meer kinderverzorging. Abdel Rahman was een zoon van het land. Hij verdedigde zijn land tegen de ergste dictatuur en tegen een genocide van een president die zijn eigen bevolking bombardeert. Assad doodt niet gewoon terroristen of gewapende opstandelingen. Hij vermoordt burgers, kinderen en vrouwen. Als Syrisch burger kun je niet anders dan daartegen vechten.

U bent ook een zoon van het land.

Ayachi: Ja, maar ik ben oud. Ik ben een paar keer tot aan de Syrisch-Turkse grens geweest, maar ik raak er niet meer over. Ik sta geboekt als een terrorist. Samen met mijn advocaten tracht ik het verbod te doorbreken. Ik wil daar zijn om te helpen en om de troepen te verenigen tegen Assad. Ook in de ziekenhuizen of vluchtelingenkampen zou ik me nuttig kunnen maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content