Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

De Antwerpse zakenman Fernand Huts, die op een blauwe maandag in het parlement verzeilde, vergeleek de Kamer van Volksvertegenwoordigers met een fiets zonder ketting: hoe hard je ook trapt, je komt geen meter vooruit. Een overdrijving is vaak de achterkant van de waarheid. Volgende zondag echter krijgen we met de federale parlementsverkiezing de kans om nog eens een nieuwe ketting op die fiets te leggen.

De aanloop naar verkiezingen wekt altijd grote verwachtingen. ‘Men verwacht een orgie, waarbij de gasten elkaar de kleren van het lijf rukken’, schreef Godfried Bomans daarover, ‘en iedereen heeft erg beleefd over en weer gepraat.’

Zo ging het ook tijdens de voorbije campagne. Het bleef allemaal vrij rustig en beleefd, ondanks het pretprofiel dat de televisiemakers het politieke bedrijf de afgelopen weken trachtten aan te meten.

De drie grote politieke families probeerden weliswaar door een aantal knaleffecten de schijn van een confrontatie op te voeren. Echt overtuigen deden ze niet. Het was ze gaandeweg aan te zien dat liberalen, socialisten en christen-democraten zich in stilte voorbereiden op wat voor hen de ergste uitkomst is: de gedwongen vorming van een driepartijenregering tegenover een sterke, extreem-rechtse oppositie. Het valt niet uit te sluiten. Vooral als de ineenstorting van de groene formaties zich voltrekt zoals de opiniepeilers voorspellen. Het ziet er immers naar uit dat de kiezers Ecolo en Agalev op hun bedilzucht zullen afrekenen. Zo te zien, hebben de groenen zich net iets te veel willen bemoeien met de gang van het dagelijkse leven, net iets te veel de economische en technologische vooruitgang willen afbuigen of tenminste controleren.

Dat de verkiezingsopwinding alsnog binnen de perken van de redelijkheid bleef, is ook om andere redenen niet verwonderlijk. Meer dan de helft van onze nieuwe wetten, zo blijkt uit een overzicht van The Economist, zijn Europees van oorsprong. Dag na dag, in alle stilte, krijgt de Europese Unie meer greep op het leven van de burgers in de lidstaten. En als we de deelnemers aan de Conventie mogen geloven, zal die macht van de Unie veeleer toe- dan afnemen. En de kiezer is niet de dupe. Die weet dat wel.

Pensioenen, gezondheidszorg en onderwijs blijven evenwel onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Want zonder een massale overdracht van middelen en macht kan de Europese Unie het beheer daarvan niet aan. Haar budget reikt momenteel niet veel verder dan een procent van het Europees Bruto Binnenlands Product.

Een volgende regering, welke ook haar samenstelling moge zijn, zal zich uitgerekend over de toekomst van die pensioenen en van die gezondheidszorg moeten buigen. We ontsnappen er niet aan. In Duitsland en Frankrijk zijn ze met die oefening al begonnen, met krachtige interne spanningen tot gevolg.

Een samenleving wordt gevormd door de vereniging van vrije, gelijke burgers die onderling een contract hebben gesloten. Het parlement dat op 18 mei wordt verkozen, moet zich niet te veel bemoeien met het privéleven van de burgers. Het zal er vooral op toe moeten zien dat elk van hen zijn of haar rechtmatige deel krijgt van wat in die onderlinge overeenkomst is voorzien. Zeker nu de werkloosheid, en bijgevolg ook de onzekerheid, is toegenomen.

Partijen die teren op die angst en onzekerheid goochelen intussen met gevaarlijke remedies. Vooral het Vlaams Blok dat, zoals Filip Dewinter enkele maanden geleden in dit blad verkondigde, zijn voordeel doet zolang ‘het kadaver van de democratie rondloopt’. Een duidelijker waarschuwing hebben we de afgelopen weken in de talloze politieke praatprogramma’s niet gehoord.

De grote inzet van de komende verkiezingen is de instandhouding van de onderlinge solidariteit. Want om ongelukken te voorkomen, is onze verzorgingsstaat aan een volledige verbouwing toe.

Verstandig volk in deze en in vorige regeringen heeft al aanzetten uitgewerkt voor de plannen die moeten verhinderen dat het contract dat de burgers van dit land verbindt, wordt opgeblazen.

Maar het zal een sterke eerste minister moeten zijn die rond de bouwsteigers een hechte coalitie op de been krijgt. Want zoals de door ervaring geleerde ex-premier Jean-Luc Dehaene verderop in dit blad zegt: ‘Bij een coalitievorming moeten niet alleen partijen worden samengebracht en bijeengehouden, maar ook de gemeenschappen in dit land.’

Vroeger overbrugden de grote politieke families die communautaire kloven. Die tijd ligt achter ons. Vandaag is dat de taak van een premier.

Het kan geen kwaad daar even over na te denken vooraleer we zondag een nieuwe ketting kiezen voor onze fiets.

Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content