Leninstad

Onder het Lenin-monument van Khojand klussen enkele bejaarden bij als tuinman. Met de val van de Sovjet-Unie verdween meteen ook hun hoop op een leefbaar pensioen.

Khojand, Tadzjikistans tweede grootste stad, met een voornamelijk Oezbeekse bevolking, behoort geografisch en cultureel tot de Ferganavallei. Geisoleerd van de rest van het land door het hoge Fangebergte, bleef de noordelijke Soghd-provincie gevrijwaard van de burgeroorlog die losbrak na de onafhankelijkheid van Tadzjikistan. Khojand is relatief welvarend, met meer nieuwe winkels, moderne bankkantoren en dure wagens dan elders in het land.

In tegenstelling tot in Oezbekistan, mag Lenin hier tot op vandaag op zijn sokkel blijven staan. Voorbeeldig rood nest Khojand heeft het grootste Lenin-standbeeld van Centraal-Azie. De zilveren reus van 22 meter hoog glimt als nieuw. Alleen de letter “L” in zijn naam is scheef gezakt.

Enkele bejaarden klussen er bij als tuinman. Met de val van de Sovjet-Unie verdween meteen ook hun hoop op een leefbaar pensioen. Ze bedanken me wanneer ik hen fotografeer bij hun kameraad.

Langs Lenina, de hoofdas door de stad, staat nog een ander relikwie van het rode verleden. Een groot, stalen hamer & sikkel-monument bleef intact, zelfs goed onderhouden. In de schaduw van het communisme wachten mensen op de bus.

Panchshanbe-bazar is een indrukwekkende markthal met zuilen, betegelde portalen en een frivole, roze gevel. Beneden vind je voedsel, boven kledij en huisraad. Van op het balkon observeren we het gewriemel. Een slager verstopt zijn gsm onder een brok schapenvet en een plak lever, en kijkt vervolgens schichtig rond.

Elke buitenlander moet zich binnen de drie dagen na aankomst in Tadzjikistan laten registreren bij de OVIR, het Bureau voor Visa en Registratie. We worden naar de bank gestuurd om de administratieve kosten, vijftien dollar per persoon, te betalen. Terug in het OVIR-kantoor, geven we het betaalbewijs, onze paspoorten, een pasfoto, een kopie van onze visa en een bewijs dat we Hotel Leninabad verblijven, af.

“U moet nog twintig somoni per persoon extra betalen”, zegt de beambte.
“Waarom?”
“Voor de kwitantie.”

Betalen voor een bewijs van betaling. Dit moet Centraal-Azie zijn.

Terug naar de bank, vijf straten verder. Daar probeert de bediende ons voor de tweede maal meer te doen betalen. Maar we kennen de tarieven en protesteren.

Na het binnen leveren van de tweede kwitantie, wordt de registratie in onze paspoorten gestempeld. We zijn twee uur verder. “Nu zal u geen problemen ondervinden in Tadzjikistan”, zegt de beambte. Ik geloof er niks van.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content