‘We lijken wel algoritmische pelgrims geworden, die op op bedevaartstocht langs plekken waarvan we denken dat ze ons mooier, interessanter, hipper maken’, schrijft Alexandra Vleeshouwers nu het eind van de zomervakantie in zicht komt.
Toen ik enkele weken geleden het Van Goghmuseum in Amsterdam binnenstapte, vroeg ik me af of ik wel op de juiste locatie was. Al in de eerste zaal botste ik op een zee van mensen, alsof ik me op een festivalweide bevond waar iedereen drummend op de eerste rij wil geraken. Wat ik niet zag? De kunstwerken zelf.
Goed, aanschuiven dan maar. Ik voelde me zoals in een pretpark, waar je uren moet staan wachten voor een attractie die na amper één minuut alweer voorbij is. Alleen: dit was de attractie. De mensen voor en achter mij stonden paraat met smartphones, camera’s en selfiesticks — niet om het schilderij te bekijken, maar om het vast te leggen.
Niet als herinnering, maar als bewijs. Voor de story. Voor de likes. Voor de buitenwereld. Het zien van een schilderij was voor hen geen moment van bewondering, contemplatie of esthetisch genot, maar een tussenstop op weg naar een Instagrampost.
Het schilderij zelf bekijken of het informatiebord lezen? Te veel tijd en moeite. Je komt niet om te kijken, maar om jezelf te tonen. Om erbij te horen en mee te zijn met de laatste trend.
Als een grote kudde contentcreators lopen we van de ene must-see naar de andere. We bezoeken geen plekken meer uit nieuwsgierigheid, maar uit een vaag gevoel dat we ze ook eens moeten doen. Het lijkt wel of de influencers en algoritmes voor ons bepalen wie we zijn en wat we doen, en niet onze eigen interesses en persoonlijkheid.
Als algoritmische pelgrims gaan we op bedevaartstocht langs plekken waarvan we denken dat ze ons mooier, interessanter, hipper maken. En niet alleen musea zijn getransformeerd tot de ideale background voor onze story.
Ook koffiebars, boekenwinkels, sportzalen en natuurgebieden zijn decorstukken geworden voor de show die we aan het opvoeren zijn in ons sociale-mediatheater. Wat de koffie uit dat ene café lekkerder maakt dan uit dat andere? Waarom je net dat éne boek moet gelezen hebben? Welke betekenis het schilderij heeft waar je per se voor moet poseren? Daar staat niemand bij stil, want het antwoord ligt eigenlijk al klaar: omdat iedereen het doet.
En als iedereen het spel meespeelt, waarom zouden musea dan niet ook vrolijk meedoen?
Het Gentse S.M.A.K. biedt gratis publiciteit aan aan wie over hen post op sociale media. Op de website van het KMSKA in Antwerpen staat een officiële “Instagram Tour”, die je toont welke plekken in het museum de beste achtergrond vormen voor je foto of video. En in het shoppingcenter in Wijnegem was er recent ook nog Smile Safari, een zogenaamd Instagrammuseum dat draait rond jezelf in scène zetten.
Zo lijkt het erop dat we steeds meer aangemoedigd worden om onszelf tot kunstwerk te transformeren. En ondertussen zijn we zó bezig met tonen dat we iets gezien hebben, dat we het niet meer echt zien.
Zorgt dat er niet voor dat de betekenis van de echte kunstwerken langzaamaan verdwijnt? En daar verliezen we meer bij dan we denken.
Voor die ene like of comment geven we niet alleen onze eigen ervaring op, maar ook ons vermogen om stil te staan bij en na te denken over wat zich afspeelt in de echte wereld. In een wereld waarin alles altijd maar sneller lijkt te gaan, biedt een moment van rust de kans om weer op zoek te gaan naar betekenis en inspiratie, naar jezelf. En waar kan je zo’n plek vinden om even stil te staan, je gedachten te verzetten, iets nieuws te leren kennen? Juist, in musea, op de sportschool, in de natuur of in de bib.
Dus neen, het delen van plaatsen en activiteiten op sociale media hoeft niet per se verkeerd te zijn. En uiteraard kan een Instagrampost nieuwsgierigheid opwekken. Misschien was je nooit op die ene tentoonstelling of dat buitengewone concert gekomen als je het niet had zien passeren tijdens het scrollen. In een wereld waarin cultuur versnipperd is en tijd schaars, kunnen sociale media net het zaadje planten dat leidt tot échte interesse.
Maar dan moeten we wel ruimte houden om ook níét te delen. Om ergens te zijn zonder bewijs. Om te kijken zonder plan. Om iets binnen te laten komen zonder dat de buitenwereld meekijkt. Misschien is dat vandaag wel het meest radicale wat je in een museum kunt doen: écht kijken. Alleen jij en het werk. Zonder publiek. En dat is genoeg.
Alexandra Vleeshouwers is 21 jaar. Ze studeert Oost-Europese Talen en Culturen aan de UGent. Ze is ook actief als coach bij De Redenaar, waar ze workshops public speaking geeft.