Dajo De Prins (SP.A)

Het Luie Oog van Liesbeth Homans

Dajo De Prins (SP.A) docent Antidiscriminatierecht aan de universiteit Antwerpen en Grondwettelijk Recht aan de universiteit Utrecht en lid van SP.A Antwerpen

Pas uw eerbare morele waarden toe op de hele Antwerpse bevolking, mevrouw Homans. Alleen dan ben u een waardig bestuurder van onze mooie stad.

Liesbeth Homans, waarnemend burgemeester van Antwerpen en schepen van diversiteit en integratie, gaf afgelopen weekend een interview in de idyllische omgeving van het landelijke Pajottenland. Ze vertelde open en eerlijk over haar echtscheiding, haar luie oog, over gepest worden en over racisme. Over dat laatste is ze in de ochtendkranten van maandag en op Facebook en Twitter hard aangepakt. Ze zou racisme gerelativeerd hebben, zo luidt de kritiek, iets wat niet zou kunnen voor een beleidsvrouw. Zeker met haar bevoegdheden.

Homans reageert onbewogen en neemt van haar uitspraken geen woord terug. Ze zegt dat ze niet wakker ligt van eenzijdige linkse kritiek. Laten we Homans daarom niet beoordelen aan de hand van ‘linkse’ maatstaven, maar aan de hand van haar eigen waardeschaal.

Wat haar eigen normen en waarden in deze kwestie zijn, maakt Homans heel duidelijk in hetzelfde interview. Dat doet ze waar ze vertelt dat ze als kind een lui oog had en daar gruwelijk mee getreiterd werd.

Ik ben geboren met een lui oog: rechteroog, linkerbroekzak, zeg maar: keischeel. Ik ben daar vreselijk voor gepest. Ik had zo’n zeeroverslapje.

Om van haar luie oog en de bijkomende pesterijen af te komen, was Homans tot grote offers bereid.

Tot mijn 16e heb ik geld bijeengespaard. Op dat moment kon ik kiezen tussen een brommer of een oogoperatie. Ik heb voor mijn oog gekozen.

Hoewel er vandaag niets bijzonders meer te merken valt aan haar ogen, draagt Homans nog altijd de sporen van de pesterijen in zich. Haar houding is er tot op vandaag door getekend en haar afkeer tegen uitsluiting van kinderen op grond van ongekozen uiterlijke eigenschappen is diep in haar normbesef gebakken.

Ik ben daar (aan pesten) hypergevoelig voor. Als ik mijn kinderen iemand zie pesten, dan krijgen ze ervan langs. Een manneke met flaporen dat niet mag meedoen, of die rosse die tegen de grond geduwd wordt. Kinderen kunnen wreed zijn.

Wat Homans zegt, is in elk opzicht moreel juist. Ze heeft de pijn van het pesten zelf lang en diepgaand ervaren, en wil niet dat anderen meemaken waar zij onder geleden heeft. Het is een klassiek voorbeeld van empathie. Homans denkt niet alleen aan zichzelf, maar verplaatst zich in het leed van anderen – de rosse jongen, het meisje met flaporen – en houdt daar rekening mee in haar eigen handelen: zijzelf zal in geen enkele situatie een ander pesten. En zij leert haar kinderen om hetzelfde te doen.

Homans zegt dus, kort samengevat, dat wij pesten om uiterlijke kenmerken nooit mogen relativeren of geringschatten: we moeten er hypergevoelig voor zijn. Hoe onbeduidend de pesterij ook is, zij moet altijd ernstig genomen worden. Iemand die niet mag meedoen om zijn flaporen, haarkleur of luie oog zal daar psychologisch zo diep door getekend worden, dat dergelijk gedrag nooit aanvaardbaar is. Mensen die anderen uitsluiten om hun uiterlijke kenmerken, verdienen het om ervan langs te krijgen.

Hoe bizar is het, om iets verderop in hetzelfde interview te lezen hoe Homans al haar empathie en ethisch normbesef kwijtraakt, wanneer het niet meer gaat om uitsluiting op basis van een lui oog, rood haar of flaporen maar op grond van huidskleur of andere etnische kenmerken.

Lees even mee en vergelijk: Racisme is een relatief begrip. Ik vind het jammer dat het woord tegenwoordig zo snel in de mond genomen wordt. Is er nog racisme? Wellicht wel.

Weg hypergevoeligheid. Wanneer mensen uitgesloten worden op grond van huidskleur of andere etnische kenmerken, voelt Homans plots niets meer. We mogen vooral niet overdrijven.

En als er dan toch eens sprake is van ‘echt’ racisme (iets wat volgens Homans veel minder gebeurt dan we zelf denken), dan is dat ook weer niet zo héél erg. “Getuige van racisme?” Jullie doen alsof het een gruwel is, een misdaad tegen de menselijkheid.

De oplossing voor het ‘opgeklopte’ probleem van racisme is volgens Homans duidelijk: we zwijgen erover. Hoe meer we spreken over racisme, hoe meer we het voeden. Weg schuld en boete, niemand die er nog van langs krijgt. We kunnen racisme zelfs best niet ter sprake brengen, want hoe meer we erover praten, des te groter het wordt.

Homans interview is een ontluisterend voorbeeld van selectieve verontwaardiging en een moraal van twee maten en gewichten. Hypergevoelig voor uitsluiting van mensen op grond van rood haar, flaporen of een lui oog. Hyper-ongevoelig voor buitensluiting op grond van huidskleur of etnische afstamming. Alsof de gevolgen van het ene voor de psyche van de uitgestotene minder zouden zijn dan voor de ander. Een wijd open oog voor het eigen leed. Een lui oog voor het leed van anderen.

De schepen van diversiteit en integratie en OCMW voorzitter van een uiterst diverse havenstad kan zich dergelijke morele gespletenheid niet veroorloven. Pas uw eerbare morele waarden toe op de hele Antwerpse bevolking, mevrouw Homans. Alleen dan ben u een waardig bestuurder van onze mooie stad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content