We willen allemaal anders gaan leven… maar kan dat wel en hoe?

© Belga Image

Vaker de auto laten staan, gezonder eten en meer sporten: het zijn slechts een paar voorbeelden van hoe we ons leven na de lockdown willen veranderen. Of liegen we onszelf iets voor? ‘Als je niet specifiek bent, blijft het niet duren.’

Op 13 maart 2020 werd de dagelijkse routine van zo goed als alle Belgen bruusk verstoord door de coronamaatregelen. Plots werd elke vorm van structuur in onze levens weggevaagd en gebeurde alles binnen dezelfde, huiselijke levenssfeer.

Sommigen brachten opnieuw structuur aan in hun leven door nieuwe gewoontes op te pikken. Terwijl de ene alle verplaatsingen met de fiets doet en zich voorneemt om ook na de lockdown in beweging te blijven, begint de ander vaker en gezonder te koken. Dat de verkoop van sportmateriaal via webwinkels in de maand maart vervijfvoudigde en groenten- en fruitleveranciers een aanzienlijke stijging in de vraag naar hun producten zagen, toont aan dat die ontwikkeling zich niet tot enkele individuen beperkt.

Hoewel heel wat mensen staan te popelen om hun leven van voor de lockdown te hervatten, hopen velen ook dat ze hun nieuwe levensstijl na de lockdown zullen kunnen behouden. De vraag dringt zich echter op of we wel in staat zijn om die voornemens waar te maken, vooral nu onze levens van voor de lockdown traag maar gestaag weer op gang komen.

De macht der situatie

Volgens Alain Van Hiel, hoogleraar aan de vakgroep ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie van Universiteit Gent, moeten we voornemens altijd met een korreltje zout nemen: ‘Rond nieuwjaar nemen mensen zich vaak voor om iets aan hun levensstijl te veranderen. Ze zeggen dan dat ze zullen stoppen met roken, bijvoorbeeld. In de realiteit staan velen twee weken later opnieuw met evenveel plezier aan een sigaret te lurken.’

Een cruciale factor voor gedragsverandering is volgens Van Hiel de context of situatie waarin we ons bevinden. ‘Mensen spreken altijd van de macht der gewoonte, maar ze vergeten dat er ook zoiets is als de macht van de situatie’, stelt hij. ‘Momenteel bevinden we ons in een heel andere situatie dan normaal en hebben we tijd om nieuwe gewoontes op te pikken. Maar zodra we weer in onze oude context terechtkomen, zal een groot deel van de mensen haar leven weer indelen zoals voorheen.’

Mensen spreken altijd van de macht der gewoonte, maar ze vergeten dat er ook zoiets is als de macht van de situatie.

Ook Geert Crombez, professor in de gezondheids- en klinische psychologie (UGent), stelt dat nieuwe routines niet noodzakelijk standhouden wanneer de context verandert. ‘In verschillende contexten worden verschillende eisen gesteld door de omgeving. Die eisen stroken niet altijd met de nieuwe gewoonte(s) van het individu. Als je tijdens de lockdown hebt ontdekt dat je graag meer tijd wil doorbrengen met je gezin, dan is het niet evident om dat voornemen waar te maken als je na de lockdown terugkeert naar je drukke baan.’

Het belang van beloning

Of mensen hun nieuwe gewoontes daadwerkelijk zullen behouden na de lockdown, hangt volgens sociaal psycholoog en neurowetenschapper Frank Van Overwalle (VUB) voor een groot stuk af van de beloning die eraan vasthangt: ‘Vinden mensen hun nieuwe gewoonte binnen onbepaalde tijd nog steeds even prettig? Is het nieuwe er na een tijdje af of blijven ze nieuwe uitdagingen vinden?’

‘Op dit moment gaan veel mensen sporten omdat het de enige manier is om sociaal contact te hebben’, gaat de onderzoeker verder, ‘maar op het moment dat sport niet meer de enige manier is om mensen te zien, is de kans groot dat het weer bergaf zal gaan. Sommige mensen gaan misschien toch liever gewoon iets drinken op café.’

Volgens Crombez houden we veranderingen van onze levensstijl langer vol wanneer we er verschillende doelen mee bereiken. ‘Als je ontdekt dat je je door sporten fitter voelt, dat het je helpt om te ontspannen en dat het een leuke ontmoeting is met een vriend of vriendin, dan zal je het veel gemakkelijker volhouden.’

Met andere woorden: ook wanneer we ons oude leven hervatten, is de kans groter dat we gedragingen behouden die met een of meer positieve effecten gepaard gaan.

Van planmatig naar routinematig

Volgens Crombez is het niet eenvoudig om intenties om te zetten naar gedrag, maar hij benadrukt dat het niet onmogelijk is. Het is volgens hem vooral belangrijk om een beoogde gedragsverandering zo concreet mogelijk te formuleren: ‘Als je niet specifiek bent, blijft het niet duren.’

‘Zo zeggen mensen soms dat ze “gezonder” willen eten. Ze starten enthousiast met een dieet en houden dat een bepaalde periode vol, maar vallen dan toch terug in hun oude gewoonte. Hun doel is veel te vaag.’ Volgens de onderzoeker is het beter om een meetbaar doel voorop te stellen, ‘zoals: elke dag een stuk fruit eten.’

Daarnaast is het belangrijk om bewust en planmatig met nieuwe gedragingen om te gaan. ‘In het begin kost dat veel energie. Bovendien moet je het echt wel een tijdje volhouden vooraleer het een gewoonte wordt. Daarom moet je kleine stapjes nemen en het nieuwe gedrag implementeren in je routine, zodat het er op den duur deel van gaat uitmaken’, aldus Crombez.

In dat opzicht ziet Van Overwalle de duur van de lockdown als een potentieel voordelige factor: ‘Nieuwjaarsvoornemens vergeten we meestal een dag nadat we ze gemaakt hebben. Tijdens de lockdown hebben we veel meer tijd om na te denken over wat we willen. Hoe langer de lockdown duurt, hoe meer die nieuwe gewoontes kunnen inslijten en hoe groter de kans dat ze een blijvend onderdeel worden van ons levensritme’, stelt hij.

Hoe langer de lockdown duurt, hoe meer die nieuwe gewoontes kunnen inslijten en hoe groter de kans dat ze een blijvend onderdeel worden van ons levensritme.

Ook neurofysiologisch gezien is het noodzakelijk dat we een handeling frequent herhalen als we willen dat het een nieuwe gewoonte wordt. Rik Vandenberghe, kliniekhoofd neurologie bij het UZ Leuven, legt uit: ‘Naarmate dat we iets sneller, efficiënter en automatischer kunnen uitvoeren, vindt een verschuiving plaats van het prefrontale deel van de hersenen – dat instaat voor de bewuste, gecontroleerde uitvoering van nieuwe handelingen – naar een deel dat instaat voor de automatische uitvoering van aangeleerde handelingen.’

Vandenberghe voegt eraan toe dat de prefrontale cortex ook instaat voor het stellen van langetermijndoelen en voor het plannen van de verschillende stappen die nodig zijn om die doelen te bereiken.

Kleine obstakels, grote invloed

Wanneer we intenties proberen om te zetten in gedrag, worden we altijd geconfronteerd met kleine obstakels die het lastig of zelfs onmogelijk maken om die gedragsverandering vol te houden.

‘Als we een paar tegenslagen ervaren die we niet meteen kunnen oplossen, geven we het al gauw op’, waarschuwt Crombez. ‘Daarom is het belangrijk om te leren uit tegenslagen. Ze wijzen erop dat we het anders moeten doen. Het is zaak om mogelijke obstakels te anticiperen en om op voorhand al oplossingen te bedenken, zodat je weet wat je kan doen op het moment dat je een hindernis tegenkomt.’

Daarnaast kunnen we volgens de onderzoeker heel wat obstakels overwinnen door van een nieuwe gewoonte een sociaal gebeuren te maken. ‘De meeste mensen houden hun sportroutine vol omdat ze het niet alleen doen. Ze zijn minder snel geneigd om af te zeggen bij regen of bij tijdsgebrek als ze een afspraak hebben met hun sportpartner.’

Een duwtje in de juiste richting

Hoewel we de verandering van onze levensstijl voor een groot stuk zelf aansturen, hebben we niet overal vat op. ‘Je kan de wil hebben om je levensstijl te veranderen, maar die weegt niet door als alles wat je daarvoor nodig hebt duurder of moeilijker bereikbaar is’, zegt auteur en doctor in de moraalwetenschappen Tinneke Beeckman. ‘Sommige mensen hebben simpelweg het geld of de energie niet om hun voedingspatroon te verbeteren.’

Volgens Beeckman is het daarom van belang dat de overheid mensen stimuleert en ondersteunt om hun levensstijl ten goede te veranderen. ‘Anders legt ze de mogelijkheid tot verandering in handen van de mensen met meer middelen en dat zijn er op heel de bevolking veel te weinig.’

Eigenlijk wil je mensen voldoende handvaten aanreiken zodat ze zelf kunnen veranderen.

Crombez gelooft eveneens dat er heel wat ruimte is om het voor mensen gemakkelijk te maken om gezondere beslissingen te nemen. Hij stelt zelfs dat nudging-maatregelen, zoals het zichtbaarder opstellen van gezonde voeding in cafetaria’s, meer effect hebben dan regels waarbij mensen sterk met de vinger gewezen worden. ‘Eigenlijk wil je mensen voldoende handvaten aanreiken zodat ze zelf kunnen veranderen. Als ze niet echt gemotiveerd zijn, dan stuit je toch vooral op defensieve reacties.’

Ten slotte zijn de onderzoekers het erover eens dat we verandering vooral zelf moeten willen. Of het nu gaat over de consumptie van gezonde voeding, meer sport of meer tijd met het gezin, we hebben pas kans van slagen als het uit onszelf komt. En als we daarin gestimuleerd worden door onze omgeving, dan is die kans een heel stuk groter.

Partner Content