Wat als je spijt hebt van een tattoo?

© /
An Swerts Journaliste BodyTalk magazine

Vroeger een zeebonkencliché, nu bodyart voor iedereen. Een tatoeage is bedoeld voor de eeuwigheid. Maar wat als je je bedenkt en terug wil naar een blanco huid?

Tot het einde van de jaren 1980 zat er bij een niet langer gewenste tatoeage niets anders op dan ze chirurgisch weg te snijden of af te schaven, al dan niet met een CO2-laser. Die straalt infraroodlicht uit dat door het vocht in de huid wordt geabsorbeerd. Door de warmte die hierbij ontstaat, verbrandt de behandelde huidlaag, en dat gaat onvermijdelijk gepaard met littekenvorming. De komst van de Q-switched-lasers in het begin van de jaren 1990 betekende een grote vooruitgang. Het licht van deze lasers wordt selectief door de tatoeage-inkt geabsorbeerd. Bovendien wordt het uitgezonden in uiterst krachtige maar tegelijk heel korte pulsen van enkele nanoseconden (1). Dat garandeert dat alleen het doelwit wordt beschadigd en er geen overtollige hitte naar de omliggende weefsels gaat. De huid wordt dus wel op de proef gesteld, maar niet vernietigd.

Een probleem met geel

Het resultaat van de laserbehandeling hangt vooral af van de kleur van de tatoeage. Om een kleurpigment optimaal te beschadigen, heb je een laser nodig die er goed mee matcht, dat wil zeggen een laser die licht uitzendt dat door het kleurpigment kan worden geabsorbeerd. Die absorptie is pas maximaal als het licht een bepaalde voorkeursgolflengte heeft die verschillend is voor de verschillende kleurpigmenten. Er zijn momenteel drie soorten Q-switched-lasers. De Ruby- of robijnlaser zendt licht uit met een golflengte van 694 nanometer, bij de Alexandriet-laser is dat 755 nanometer, bij de Nd: YAG-laser 532 of 1064 nanometer. Ingesteld op de lange golflengte matcht de Nd: YAG-laser goed met zwarte en donkerblauwe inkt. Ingesteld op de korte golflengte neemt hij rode inkt in het vizier. Groene inkt is beter te verwijderen met de Alexandriet- of robijnlaser. Voor andere kleuren is geen van deze lasers een ideale match.

Vooral gele, oranje, violette en paarse tinten zijn moeilijk te verwijderen. Soms lukt dat niet helemaal

Serge Coopman, dermatoloog

‘De verwijdering van veelkeurige tattoos is dan ook vaak een omslachtige zaak waarbij we de verschillende Q-switched-lasers moeten aanwenden’, zegt Serge Coopman, dermatoloog en biochemicus. ‘Vooral gele, oranje, violette en paarse tinten zijn moeilijk te verwijderen. Soms lukt dat niet helemaal. Wil de klant de laatste kleurresten toch weg, dan moeten we grijpen naar andere technieken, zoals chirurgie en de CO2-laser, met een risico op littekenvorming.’

Bruine huid als buffer

Naast de kleur van de tatoeageinkt spelen nog andere factoren een rol in het succes van een laserbehandeling. Ter hoogte van lichaamsuiteinden verloopt de lymfatische afvoer trager. ‘Vandaar dat voor het opbleken van een klein getatoeëerd ringetje op een vinger meer lasersessies nodig kunnen zijn dan voor een grote tatoeage op de rug’, zegt Coopman. Ook de eigen huidskleur bepaalt mee het resultaat van de behandeling. Hier geldt: hoe witter, hoe beter. Coopman verduidelijkt: ‘Een gebruinde huid bevat veel melanine, en die absorbeert gemakkelijk de inkomende laserstraal. De tatoeage-inkt die zich onder de melaninebevattende huidlaag bevindt, blijft dan grotendeels buiten schot. Met als gevolg: na de behandeling verbleekt de tatoeage maar weinig, en waar de melanine werd vernietigd, verschijnen witte vlekjes. Dat heet hypopigmentatie, en die is soms blijvend.’ Verrassend genoeg kan ook het omgekeerde zich voordoen. ‘Als reactie op een kwetsuur van de huid gaan sommige mensen lokaal erg veel melanine aanmaken’, legt Coopman uit. ‘Dat resulteert in donkere huidvlekken, aangeduid met hyperpigmentatie. Vooral donkere huidtypes zijn hier gevoelig voor.’

Wie een tatoeage laat weghalen, kan met onaangename neveneffecten te maken krijgen.

Wie een tatoeage laat weghalen, kan dus met onaangename neveneffecten te maken krijgen. ‘Dat geldt ook voor het verwijderen van permanente make-up, wat eigenlijk ook een vorm van tatoeage is’, merkt Coopman op. ‘De roestkleurige tinten die voor lipliners worden gebruikt, bevatten vaak ijzer- of titaanoxide. Door een chemische reactie van deze stoffen wordt de roestkleur na de eerste lasersessie vaak nog veel donkerder tot zelfs zwart, om pas enkele sessies later te verbleken.’

Hoe de inkt wordt afgevoerd

‘Onze huid omkapselt alle vreemde elementen van buitenaf, en dus ook de inktdeeltjes van een tattoo’, zegt dermatoloog en biochemicus Serge Coopman. ‘Als we een laserstraal richten op de inkt en als die goed door de inkt wordt geabsorbeerd, komt er plaatselijk veel warmte vrij. De pijn kan je vergelijken met de pijn bij het tatoeëren. Door de warmte barsten de kapseltjes open, en de vrijgekomen inktfragmentjes worden op natuurlijke wijze opgeruimd. Via de lymfevaten worden ze afgevoerd naar organen die instaan voor de afbraak van stoffen. Of ze verdwijnen via wondvocht of korstjes mee naar buiten. Tussen twee behandelingssessies laten we minstens twee maanden tijd. Het genezingsproces van de huid neemt maar enkele dagen in beslag, maar het natuurlijke opruimingsproces heeft een beperkte capaciteit en verloopt langzaam.’

‘In sommige gevallen is het medisch gezien af te raden om een tatoeage weg te laten laseren’, waarschuwt Coopman. ‘Zoals wanneer de tattoo op een bepaalde plaats gezwollen is en jeukt, wat op een allergie voor een bepaalde inkt kan wijzen. Door met een laser op die inkt in te werken, worden er inktfragmentjes via de lymfevaten afgevoerd en in het lichaam verspreid. Dat kan tot een veralgemeende allergische reactie leiden, en in de ergste gevallen tot een levensbedreigende shock. Bij een allergie op een tatoeage is de lasertechniek dus geen optie. We kunnen dan niet anders dan de tatoeage wegsnijden en zo nodig een stukje huid transplanteren.’

(1) milliseconde: een duizendste van een seconde; nanoseconde: een miljardste van een seconde; picoseconde: een biljoenste van een seconde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content