Vlaamse onderzoekers ontdekken mogelijke oorzaak mysterieuze knikkebolziekte

Knikkebolziekte in Oeganda © Reuters

De zwarte vlieg zou volgens Vlaamse onderzoekers de mysterieuze knikkebolziekte veroorzaken. De UAntwerpen en Ugent zoeken naar onderzoeksfondsen om de hypothese af te toetsen.

Onderzoekers van UAntwerpen en UGent hebben aanwijzingen dat de zwarte vlieg de veroorzaker is van de knikkebolziekte, een ziekte die in Oost-Afrika voorkomt en waaraan jaarlijks vele kinderen overlijden. De universiteiten zoeken naar onderzoeksfondsen om de hypothese af te toetsen.

Onderzoekers speuren al decennialang naar de oorzaak van de knikkebolziekte, een neurologische aandoening die gepaard gaat met epileptische aanvallen, cognitieve achteruitgang en groeistoornissen, en die vooral bij kinderen voorkomt. De ziekte, gekend vanwege het symptoom van knikkebollen, komt voor in Tanzania, Zuid-Soedan en recenter in Oeganda. Tussen 10.00 en 15.000 kinderen lijden eraan en velen stierven erdoor. Er rust een groot sociaal stigma op de ziekte, waardoor ook de omgeving en de maatschappij worden geraakt.

Rivierblindheid

Al tientallen jaren wordt de ziekte onderzocht, maar de oorzaak werd nog niet gevonden. Aan de Universiteit Antwerpen en de UGent ziet men mogelijk een rol voor de zwarte vlieg. “De ziekte werd tot op heden enkel gevonden in gebieden waar ook rivierblindheid voorkomt”, legt infectieziektespecialist Bob Colebunders (UAntwerpen) uit. “Rivierblindheid is een wormziekte die wordt overgebracht door een zwarte vlieg. Deze zwarte vlieg draagt mogelijk ook een virus over dat de hersenen kan aantasten.”

Als de hypothese bevestigd wordt, kan de knikkebolziekte bestreden worden door verdelging van de vlieg. Voor het onderzoek vertrekt Colebunders zo snel mogelijk naar Zuid-Soedan en Oeganda.

“Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk meer geld beschikbaar wordt gemaakt voor onderzoek naar de mysterieuze knikkebolziekte. Alleen zo kunnen we op korte termijn een doorbraak forceren”, zegt Kristien Verbrugghen, directeur van de UOS-afdeling van de Vlaamse universiteitsraad VLIR, dat het onderzoek ondersteunt. (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content