Verkeersslachtoffer Vincent: ‘Voetballen en zwemmen gaan niet meer…maar Pokémon vangen daarentegen!’

Désirée De Poot

Vincent werd het slachtoffer van een verkeersongeval. Nu zijn revalidatie afgerond is, vertelt hij zijn verhaal. Niet als boodschap van wat er in het verkeer fout kan gaan. Wel dat er nog leven is na een ongeval. Niet meteen het gemakkelijkste leven, maar wel leven.

Exact een jaar en acht dagen lag Vincent in het ziekenhuis.
Exact een jaar en acht dagen lag Vincent in het ziekenhuis.

Met bijna 70 waren ze er. Allemaal ex-patiënten van Pellenberg en hun familie. Mensen die van de ene op de andere dag in een rolstoel belandden. Het is voor UZ Leuven de eerste terugkeerdag voor patiënten met een dwarslaesie.

Kliniekhoofd dokter Carlotte Kiekens was in haar korte speech anders wel duidelijk: de incidentie van patiënten met een dwarslaesie in België daalt. Een betere verkeersveiligheid en minder werkongevallen mogen die daling op hun rekening schrijven. Maar de mensen die hier, op deze terugkeerdag, aanwezig zijn, hebben hun lot niet kunnen ontlopen.

Het is sociaal assistente Yane Van Welderen die me Vincent aanwijst. Hij zal zijn verhaal wel willen vertellen. Niet als boodschap van wat er in het verkeer fout kan gaan. Wel als boodschap dat er nog leven is na een ongeval. Niet meteen het gemakkelijkste leven, maar wel leven.

Een klap en pijn. Meer kan Vincent (27) zich van het ongeval, op 3 oktober twee jaar geleden, niet meer herinneren. “Ik kreeg een telefoontje van de politie. Vincent had een ongeval gehad, maar ’t was niet erg. Hij was bij bewustzijn”, vertelt mama Hilde. “Maar toen ik in het ziekenhuis van Lier aan Vincent zijn bed stond, kloeg hij over hevige nekpijn. Hij zei me ook dat hij zijn benen niet meer voelde. Ik ben zelf verpleegster. Ik wist meteen hoe laat het was…”

Het heeft lang geduurd, ik zag patiënten komen en vooral gaan. En ik bleef liggen.

Vincent had twee nekwervels gebroken en hij belandde in een coma die drie weken zou duren. De wervels werden vastgezet, maar het kwaad was geschied. “In het begin kon ik alleen maar mijn hoofd bewegen. En zelfs dat deed vreselijk pijn. Eigenlijk vindt iedereen het fantastisch dat ik nu mijn linkerarm en -hand nog zo goed kan gebruiken. Mijn rechterarm lukt nog wel, de hand wil niet meer mee”, zegt Vincent. Exact een jaar en acht dagen lag hij in het ziekenhuis. “Het heeft lang geduurd, ik zag patiënten komen en vooral gaan. En ik bleef liggen.” Vrienden kwamen eerst massaal, maar bleven weg. “Zelfs wij zijn vrienden verloren”, zegt Hilde. Zij bleef de hele tijd de rots in de branding. “Net voor het ongeval was Vincent gescheiden. Zijn zoontje was toen vier jaar en hij was een week op de twee bij Vincent. Het ongeval en zijn hele ziekenhuisverblijf hebben daar niets aan veranderd. De kleine bleef om de week komen, maar hij verbleef bij ons, zijn grootouders.”

Rolstoelrugby

Van bij het begin wist Vincent waar hij aan toe was. “De informatie en de begeleiding waren top”, zegt hij. “Iedereen hier in Pellenberg is op elkaar afgestemd. Je krijgt een team rondom je en dat voel je. Zeker als je een moeilijke dag hebt. Dat kan. Ze proberen je ook te ’triggeren’, te kijken wat je wil en wat je nog kunt.”

De financiële steun compenseert nooit de beperkte toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers in dit land.

Vincent was niet van plan om opnieuw thuis te gaan wonen. “Ik wilde zelfstandig wonen, mijn zoon zelf opvoeden. Hij zit nu in het eerste leerjaar, we kunnen samen oefenen met schrijven: hij rechts, ik links. En neen, voetballen en zwemmen kan ik met hem niet meer. Maar Pokémon vangen daarentegen!! Ik vond een woning die aangepast is, ik rijd opnieuw met de auto…” Volleyballen, de sport waarin Vincent uitblonk, hoort daar niet meer bij. “Ik heb vanalles geprobeerd”, lacht Vincent. “Maar ik denk dat ik nu mijn sport heb gevonden: rolstoelrugby. En ik blijf wel in het bestuur van de volleybalclub.”

Om zelfstandig te kunnen leven, voorziet de overheid behoorlijk wat hulpmiddelen. “Maar de administratie die je moet doorworstelen, is immens”, zegt hij. “Ik kan me daar in opwinden, maar waar ik mij het meeste aan erger is het gebrek aan toegankelijkheid. De financiële steun compenseert nooit de beperkte toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers in dit land. Ja, ik ga graag uit, maar in Lier kan dat niet want er is nergens een toilet waar ik in kan. In Leuven is er nu één openbaar toilet voor rolstoelgebruikers…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content