Van jongleren tot gamen, wees dankbaar voor uw kneedbare hersenen

© Louize Perdieus
Angelique Van Ombergen
Angelique Van Ombergen Onderzoeker aan het Antwerps Universitair Research centrum voor Evenwicht en Aerospace

In ‘In Mijn Hoofd – de wonderlijke wereld van het brein’ schrijft Angelique Van Ombergen over de verbluffende werking van onze hersenen. Knack biedt u een passage aan over Hersenplasticiteit.

Hersenen van klei

Tot eind vorige eeuw dachten onderzoekers dat de hersenen volgroeid waren rond je tiende en dat er daarna niet veel meer aan veranderde. Men dacht dus dat een tiener dezelfde hersenen had als die van een oudere man of vrouw. Nog maar kort geleden hebben onderzoekers echter ontdekt dat de hersenen heel plastisch zijn, een beetje zoals klei die je kunt kneden. Afhankelijk van je omgeving en de prikkels die je hersenen binnenkrijgen, kunnen je hersenen zich aanpassen. Denk maar aan alle prikkels die je krijgt: alles wat je ziet, hoort, ruikt, voelt en proeft. De activiteiten die je doet (sporten of muziek luisteren), de mensen in je omgeving en het eten dat je eet; het speelt allemaal een rol in hoe je hersenen zich zullen vormen.

Van jongleren tot gamen, wees dankbaar voor uw kneedbare hersenen
© Lannoo

Wat taxi’s, gamen en jongleren met je hersenen doen

En wist je dat de hersenen van bijvoorbeeld taxichauffeurs zich kunnen aanpassen? Door het stratenplan van Londen vanbuiten te leren, konden de taxichauffeurs zich niet alleen beter een weg banen door de straten van Londen, maar ook hun hippocampus (een hersenregio belangrijk voor o.a. oriëntatie en geheugen) werd groter. De hersenen zijn dus écht heel plastisch of kneedbaar. Andere gekke voorbeelden zijn hoe je hersenen zich aanpassen aan gamen (ja, zelfs videogames hebben een invloed op je hersenen) of jongleren. Een van de eerste studies waarin is aangetoond dat hersenen zich kunnen aanpassen, was een studie in 2004 van de wetenschapper Draganski en zijn collega’s. Draganski bestudeerde gezonde jonge mensen die niet konden jongleren. Hij nam een hersenscan van deze proefpersonen en liet ze vervolgens drie maanden trainen om te leren jongleren, meerdere keren per week. Daarna nam hij opnieuw een hersenscan. De onderzoekers zagen dat een bepaald hersengebied veel groter was geworden, namelijk het gebied dat betrokken is bij het verwerken van bewegende beelden, zoals bij jongleren. Interessant! Maar de onderzoekers gingen nog een stapje verder. Ze gaven de mensen in hun experiment de opdracht om drie maanden niet te jongleren. Daarna maakten ze opnieuw een scan. En wat zagen ze? Zodra de mensen stopten met jongleren, ging ook hun grijze stof weer achteruit. En dat is nu precies het algemene principe van hersenplasticiteit: als je stopt met oefenen, zul je bepaalde dingen ook weer afleren. De hersenverbindingen worden minder vaak gebruikt en zullen dus minder sterk worden.

‘In Mijn Hoofd – de wonderlijke wereld van het brein’ door Angelique Van Ombergen (tekst) & Louize Perdieus (illustraties) verschijnt 20 februari bij Lannoo, €17,99.

Van jongleren tot gamen, wees dankbaar voor uw kneedbare hersenen
© Louize Perdieus

Hersenherstel

Hersenplasticiteit, zoals we dit aanpassingsvermogen van de hersenen noemen, is niet alleen belangrijk bij het leren van nieuwe vaardigheden, maar ook in het geval van ziekte of letsels. Het gebeurt bijvoorbeeld dat mensen die een herseninfarct hebben gehad, niet meer kunnen spreken of lopen. Als de schade in de hersenen niet te groot is, kunnen ze dit vaak wel opnieuw leren. Dit doen ze door veel te trainen en te oefenen, iets wat in dit geval ook wel revalidatie genoemd wordt. Zo zal een logopedist hun aanleren om opnieuw te leren spreken, terwijl een kinesist of fysiotherapeut zal leren hoe ze weer bepaalde bewegingen kunnen uitvoeren.

Over taalknobbels en talent

Hersenplasticiteit helpt je dus zowel bij het leren van nieuwe dingen als bij het je weer op de been helpen (soms letterlijk dan) wanneer iets is misgegaan. Dit toont trouwens opnieuw aan dat je nieuwe vaardigheden kunt aanleren door veel te oefenen. Regelmatig notenleer volgen en akkoorden oefenen zullen je echt wel helpen om beter gitaar te leren spelen. Je wordt misschien geen gitaarvirtuoos zoals Jimi Hendrix, maar oefenen en training spelen een minstens even grote rol als talent. En zo is het ook met taal en wiskunde bijvoorbeeld. Je hebt misschien weleens gehoord van een ’talenknobbel’ of een ‘wiskundeknobbel’, maar dit bestaat eigenlijk niet. Uiteraard zijn er mensen die meer aanleg hebben om goed te kunnen rekenen of beter zijn in talen dan anderen, maar ook hier geldt de gouden regel van oefenen, oefenen, oefenen. Hoe vaker je iets doet, hoe beter je erin zult worden. Juist omdat de hersenverbindingen die nodig zijn om te rekenen of om een taal te spreken steeds sterker zullen worden. Om echt goed te zijn in iets, heb je dus zowel training nodig als talent. Als je echt geen aanleg hebt voor bepaalde zaken, kun je er wel beter in worden door vaak te oefenen, maar zul je er waarschijnlijk nooit in uitblinken. Het omgekeerde geldt trouwens ook: als je bijvoorbeeld een talent hebt om gitaar te spelen en dus om de nieuwe Jimi Hendrix te worden, maar nooit oefent: tja, dan kun je je droom van rockster waarschijnlijk vergeten.

Van jongleren tot gamen, wees dankbaar voor uw kneedbare hersenen
© Lannoo

Wat taxi’s, gamen en jongleren met je hersenen doen

En wist je dat de hersenen van bijvoorbeeld taxichauffeurs zich kunnen aanpassen? Door het stratenplan van Londen vanbuiten te leren, konden de taxichauffeurs zich niet alleen beter een weg banen door de straten van Londen, maar ook hun hippocampus (een hersenregio belangrijk voor o.a. oriëntatie en geheugen) werd groter. De hersenen zijn dus écht heel plastisch of kneedbaar. Andere gekke voorbeelden zijn hoe je hersenen zich aanpassen aan gamen (ja, zelfs videogames hebben een invloed op je hersenen) of jongleren. Een van de eerste studies waarin is aangetoond dat hersenen zich kunnen aanpassen, was een studie in 2004 van de wetenschapper Draganski en zijn collega’s. Draganski bestudeerde gezonde jonge mensen die niet konden jongleren. Hij nam een hersenscan van deze proefpersonen en liet ze vervolgens drie maanden trainen om te leren jongleren, meerdere keren per week. Daarna nam hij opnieuw een hersenscan. De onderzoekers zagen dat een bepaald hersengebied veel groter was geworden, namelijk het gebied dat betrokken is bij het verwerken van bewegende beelden, zoals bij jongleren. Interessant! Maar de onderzoekers gingen nog een stapje verder. Ze gaven de mensen in hun experiment de opdracht om drie maanden niet te jongleren. Daarna maakten ze opnieuw een scan. En wat zagen ze? Zodra de mensen stopten met jongleren, ging ook hun grijze stof weer achteruit. En dat is nu precies het algemene principe van hersenplasticiteit: als je stopt met oefenen, zul je bepaalde dingen ook weer afleren. De hersenverbindingen worden minder vaak gebruikt en zullen dus minder sterk worden.

‘In Mijn Hoofd – de wonderlijke wereld van het brein’ door Angelique Van Ombergen (tekst) & Louize Perdieus (illustraties) verschijnt 20 februari bij Lannoo, €17,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content