Tandzorg wordt onbetaalbaar: ‘Een nieuwe tand kost nu al twee maanden pensioen’
Dankzij nieuwe technieken en materialen kunnen tandartsen de meeste gebitsproblemen tegenwoordig heel doeltreffend verhelpen. Maar de terugbetaling volgt niet. Daardoor moeten mensen een almaar groter deel van hun tandbehandelingen uit eigen zak betalen.
Uw tandarts zucht dat het echt de allerlaatste keer is dat hij die ene tand heeft kunnen oplappen? Dan begint u beter te sparen voor een implantaat met een kunsttand erop. Die behandeling kost al snel 2200 euro en dat bedrag zult u haast helemaal zelf moeten ophoesten. Misschien overweegt u om het dan maar zo te laten. U zou de enige niet zijn. Steeds meer mensen stellen tandzorg uit. Amper een op de drie Belgen gaat elk jaar op controle. Ongeveer 30 procent gaat alleen naar de tandarts als er iets mis is. Tandpijn of een afgebroken kies, bijvoorbeeld. Een even grote groep laat zich er zo goed als nooit zien.
Nu is basistandzorg in ons land niet zo duur. Of beter: je krijgt een groot stuk terugbetaald via de verplichte ziekteverzekering. Maar het kan natuurlijk altijd dat de tandarts tijdens het vullen van een gaatje problemen opmerkt waarvoor grote en dure herstellingen nodig zijn. Een brug, kroon of implantaat, bijvoorbeeld, moet de patiënt haast helemaal uit eigen zak betalen. ‘Steeds meer nieuwe technieken en materialen worden niet of te weinig terugbetaald’, zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. ‘Nu al wordt de helft van de tandzorg niet door de verplichte verzekering gedekt.’
Nu al wordt de helft van alle tandzorg niet door de verplichte verzekering gedekt.
Om zicht te krijgen op het deel van de tandzorg dat we zelf moeten bekostigen, heeft het socialistische ziekenfonds de facturen geanalyseerd van alle leden die zijn aangesloten bij zijn aanvullende tandzorgverzekering Dentaplan. Daaruit blijkt dat de gemiddelde patiëntenfactuur het hoogst is voor tandprothesen (902,90 euro), gevolgd door orthodontie (115,78 euro). Op het eerste gezicht lijkt de factuur voor orthodontie wel mee te vallen. De gemiddelde kostprijs wordt echter op basis van prestaties berekend. Een volledige behandeling, die twee tot drie jaar duurt, kost veel meer.
Achter die gemiddelden gaan ook enorme verschillen schuil. De grootste uitschieters stelden de onderzoekers vast bij vaste bruggen (17.211 euro uit eigen zak), kronen (6731 euro), uitneembare prothesen (5998 euro) en implantaten (5781 euro).
Budgetje van de tandarts
Voor behandelingen die niet door de verplichte ziekteverzekering worden terugbetaald, kunnen tandartsen zoveel aanrekenen als ze willen. Maar ook de factuur voor andere zorg loopt vaak hoog op, want steeds meer tandartsen zijn gedeconventioneerd. Dat wil zeggen dat ze zich niet aan de officiële tariefafspraken houden en ereloonsupplementen kunnen factureren. Vandaag geldt dat al voor 39,85 procent van de tandartsen, in sommige regio’s gaat het zelfs over de helft. ‘Voor een deel van hen is dat een statement’, zegt Frank Herrebout, voorzitter van de Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT). ‘Op die manier willen ze de overheid het signaal geven dat het budgetje waarmee ze het moeten doen, veel te laag is. Het is veelzeggend dat sommige gedeconventioneerde tandartsen zich toch aan de officiële tarieven houden voor standaardbehandelingen, zoals vullingen of foto’s. Maar als het officiële ereloon de kosten niet dekt, moeten we wel een supplement aanrekenen.’ Herrebout maakt zich sterk dat veel van zijn collega’s zich vanzelf zouden conventioneren als het overheidsbudget voor tandzorg aanzienlijk wordt opgetrokken.
‘De tandartsen hebben een punt. Er is de voorbije jaren veel te weinig in tandzorg geïnvesteerd en door besparingen zijn er ook een paar indexaties geschrapt’, zegt Paul Callewaert. ‘Ik wil dus best geloven dat de tarieven voor sommige behandelingen de kosten niet meer dekken, maar dat ze dat dan ook bewijzen. Als we hun vragen om hun facturen op tafel te leggen en ons te laten zien wat hun reële kosten zijn, botsen we al snel op weerstand.’ Volgens Herrebout willen de tandartsen zelf nochtans niets liever. ‘Wij zijn vragende partij voor een objectieve kostprijsanalyse’, zegt hij. ‘We zouden willen dat een onafhankelijke organisatie nagaat wat onze materiaal- en werkingskosten zijn en daar een billijk ereloon tegenover stelt.’
Factuurangst
Als mensen vandaag bang zijn voor de tandarts, is dat dus veeleer door zijn facturen dan door zijn boor. Zeker als ze een behandeling nodig hebben die veel tijd kost en in verschillende fasen verloopt, want dan hebben ze vaak geen idee hoe hoog de kosten zullen oplopen. ‘Als het over heel hoge bedragen gaat, krijg je vooraf meestal wel een offerte’, zegt Callewaert. ‘Anders moet je erom vragen, en dat durven veel patiënten niet goed. Vooral de kwetsbaarste mensen, die het snelst in de problemen raken door hoogoplopende tandartsfacturen, zijn vaak niet mondig genoeg om op voorhand te vragen wat het hun allemaal zal kosten.’ Krijgt de patiënt wel een gedetailleerde kostenraming, dan blijkt de uiteindelijke factuur soms toch veel hoger te zijn.
‘Tegenwoordig proberen de meeste tandartsen hun patiënten zo goed mogelijk over de kostprijs te informeren’, zegt Frank Herrebout. ‘Maar als je aan een tand begint te werken, weet je nooit zeker wat je te zien zult krijgen. Soms is er toch een stift nodig of moet er in het tandtechnisch lab meer werk gebeuren dan je had ingecalculeerd. Een exacte kostenraming is dus niet evident.’
Waarvoor ze precies betalen, weten de meeste patiënten ook al niet. ‘Vreemd genoeg vinden veel mensen het normaal dat ze voor gezondheidszorg een rekening krijgen gepresenteerd die amper wordt verantwoord’, zegt Callewaert. ‘Dat zouden ze nooit pikken bij de aankoop van een nieuwe keuken of auto.’ Ook minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) pleit voor meer prijstransparantie. ‘Dat zou al een eerste stap in de goede richting zijn’, zegt ze. ‘Dan zou ook duidelijker zijn wie supplementen aanrekent en wie geconventioneerd is. Op die manier kunnen patiënten beter geïnformeerd hun keuze maken.’
De angst voor een hoogoplopende rekening zorgt ervoor dat sommige mensen met een gehavend gebit blijven rondlopen, en dat is niet zonder gevaar. ‘Een slecht gebit hebben is veel meer dan een esthetisch probleem’, zegt Paul Callewaert. ‘Ik heb met mensen gesproken die stonden te huilen omdat ze zich de implantaten die ze nodig hadden niet konden veroorloven. Daardoor konden ze haast niet meer eten en durfden ze hun huis niet meer uit.’ Daarbij komt nog dat je letterlijk ziek kunt worden van een slecht gebit. Onverzorgde tandproblemen kunnen chronische ontstekingen en zelfs hart- en vaatziekten veroorzaken.
Er zijn ook mensen die zich wel laten behandelen, maar kiezen voor een oplossing waar ze zich eigenlijk niet goed bij voelen. ‘Tegenwoordig volstaat het niet meer om een patiënt de beste optie voor te stellen’, legt Herrebout uit. ‘Omdat velen zich die niet kunnen veroorloven, leggen we hun de verschillende mogelijkheden en prijzen voor. Vaak kiezen ze dan voor een goedkopere behandeling. Als er tanden in de onderkaak moeten worden vervangen, bijvoorbeeld, zijn twee implantaten waarop een prothese vastklikt, voor veel mensen het best. Jammer genoeg wordt dat systeem pas vanaf de leeftijd van zeventig jaar terugbetaald, terwijl ook veel vijftigers en zestigers er baat bij zouden hebben. Noodgedwongen nemen ze vaak genoegen met een andere behandeling.’
Als het officiële ereloon de kosten niet dekt, moeten we wel een supplement aanrekenen.
Een op de drie mensen die een kunstgebit dragen, had liever een vaste prothese gehad. Maar zo’n volledige, vaste prothese kost gemiddeld 4300 euro, terwijl je voor een uitneembaar implantaat gemiddeld maar 625 euro betaalt. ‘Nog niet zolang geleden dachten we dat een uitneembare prothese anno 2019 alleen nog in musea te vinden zou zijn’, zegt Callewaert. ‘Bruggen en kronen zijn nu eenmaal veel betere alternatieven. Maar doordat de terugbetaling achterblijft, krijgen nog altijd veel mensen zo’n prothese. Alsof we tot pen en papier worden veroordeeld terwijl we perfect met een computer zouden kunnen werken.’
Beugels en verzekeringen
Om zich toch vaste prothesen te kunnen veroorloven, sluiten meer en meer Belgen een bijkomende tandverzekering af bij een ziekenfonds of privéverzekeraar. De premies variëren, afhankelijk van je leeftijd en de verzekeraar, van 1 tot meer dan 25 euro per maand. Het zijn dus niet de mensen die het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen die voor zo’n verzekering kiezen. Wie een beroep wil kunnen doen op een tandverzekering, moet er ook op tijd bij zijn: de wachttijd loopt op tot een jaar of meer. Vandaar dat nogal wat tandartsen hun patiënten waarschuwen als het tijd wordt om naar hun verzekeraar te stappen. Omdat die ene tand echt niet nog een vierde keer gevuld zal kunnen worden, bijvoorbeeld, of omdat de tanden van dochterlief al te scheef groeien. De meeste mensen sluiten dus pas een tandverzekering af als ze verwachten dat ze op korte termijn een dure behandeling nodig zullen hebben. Dat blijkt ook uit de cijfers van het socialistische ziekenfonds. Het aantal aansluitingen bij Dentaplan vertoont een opvallende piek rond elf jaar, de leeftijd waarop duidelijk wordt dat het gebit van een kind gecorrigeerd zal moeten worden. Amper twee jaar later blijken veel van die jonge leden daadwerkelijk blokjes of een beugel te hebben gekregen. Ook tussen 36 en 46 jaar piekt het aantal aansluitingen én terugbetalingen. ‘Logisch’, zegt Herrebout. ‘Dat is de leeftijd waarop veel parodontale problemen, zoals de uitgroei van tanden, opduiken. Om dat goed aan te pakken, zijn er behandelingen nodig die nu buiten de verplichte ziekteverzekering vallen. Veel mensen hebben rond die tijd ook hun eerste kroon of brug nodig. Zeker de huidige generatie, die op jonge leeftijd veel vullingen heeft gekregen. Je kunt een tand wel een paar keer opnieuw vullen, maar op een gegeven moment houdt het op.’
Dat veel niet-terugbetaalde tandzorg kan worden voorspeld en ingepland, is meteen de achilleshiel van tandverzekeringen. ‘Het gaat maar om een beperkte groep verzekerden en haast allemaal sluiten ze de verzekering af omdat ze weten dat ze in de nabije toekomst dure behandelingen nodig hebben’, zegt Paul Callewaert. ‘Op termijn is dat natuurlijk onhoudbaar. Zeker omdat we weten dat sommige tandartsen patiënten met een tandverzekering meer aanrekenen.’
Tandartstaal
– Parodontologie is de diagnose en behandeling van tandvleesaandoeningen.
– Orthodontie heeft te maken met de stand van tanden of kaken. Groeien je tanden scheef of verkeerd, dan stuurt de tandarts je door naar een orthodontist. Populair in dat vakgebied zijn blokjes en beugels.
– Een implantaat is een kunstwortel, meestal uit titanium. Het wordt in het botweefsel geschroefd en groeit daarin vast. Implantaten kunnen worden gebruikt om één tand te vervangen of om een gebitsprothese op haar plaats te houden.
– Vaste prothesen zijn kronen en bruggen. Een kroon is een vaste prothese die op een implantaat of eigen tandwortel wordt vastgemaakt om een tand te vervangen. Een brug vervangt een of twee tanden en wordt aan de echte tanden vastgemaakt.
– Uitneembare prothesen vervangen alleen de kauwvlakken van tanden. De tandwortels worden getrokken, maar er komt niets voor in de plaats. Een uitneembare prothese wordt dus niet aan het bot vastgemaakt.
Het socialistische ziekenfonds mag er dan zelf een hebben, de algemeen secretaris noemt zichzelf een koele minnaar van aanvullende tandverzekeringen. ‘Ik beschouw ons Dentaplan als een noodzakelijk kwaad’, zegt hij. ‘Het zou veel beter zijn om iederéén in een uitgebreidere tandverzekering te laten stappen. Dat zou het systeem minder kwetsbaar maken. Bovendien zouden er dan terugbetalingscriteria kunnen worden uitgewerkt. Nu wordt elke behandeling door zo’n aanvullende verzekering terugbetaald, ook als die louter om esthetische redenen wordt uitgevoerd.’
500 miljoen extra
Ook de Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen zou graag zien dat er meer tandbehandelingen aan álle Belgen worden terugbetaald. ‘Wij zijn er ook niet gelukkig mee dat onze patiënten behandelingen zoals kronen, implantaten en bruggen niet of nauwelijks terugbetaald krijgen’, klinkt het. ‘Iedereen heeft baat bij een financiële injectie in de tandzorg. Zowel de tandartsen als hun patiënten.’ Paul Callewaert betwijfelt of alle tandartsen er zo over denken. ‘Als die nieuwe technologieën in de verplichte ziekteverzekering worden opgenomen, slachten de tandartsen hun kip met de gouden eieren’, legt hij uit. ‘Zolang bruggen, kronen en implantaten niet worden terugbetaald, ontsnappen ze aan elke prijscontrole.’
Om meer behandelingen te kunnen terugbetalen en de conventiegraad bij tandartsen op te trekken, pleit het socialistische ziekenfonds voor een extra investering van liefst 500 miljoen euro in de tandzorg. Niet evident met een gezondheidsbudget dat nu al onder druk staat. ‘Jaarlijks gaat bijna een miljard euro van de verplichte ziekteverzekering naar de terugbetaling van tandzorg’, zegt minister De Block. ‘Het is onrealistisch om 500 miljoen euro extra te vragen. Dan zou het budget voor tandzorg alleen met ongeveer 50 procent stijgen. Overigens beslist de nationale commissie tandartsen-ziekenfondsen (NCTZ) hoe het budget wordt besteed. Ik wacht nog altijd op hun voorstellen om andere accenten binnen dat budget te leggen.’
Het ziet er dus niet naar uit dat er snel iets zal veranderen. ‘Nochtans hebben we nu al tandzorg met twee snelheden’, waarschuwt Paul Callewaert. ‘Er zijn mensen die zich de beste behandelingen kunnen veroorloven en anderen die noodgedwongen met een minder goed hersteld gebit door het leven gaan. Komt er geen inhaalbeweging, dan zal de kloof alleen maar groter worden. Vandaag kost een nieuwe tand een bejaarde al twee maanden pensioen en een arbeider anderhalf maandloon. De prijzen zullen blijven stijgen en dus zullen er steeds meer mensen uit de boot vallen.’
Lees ook p>
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier