Medicijnen en autorijden: hoe groot zijn de risico’s?

Autorijden en medicatie, het gaat niet altijd goed samen. Sommige geneesmiddelen hebben een invloed op onze rijvaardigheid. Welke zijn dat en hoe groot zijn de risico’s?

Alle geneesmiddelen hebben een effect op onze rijvaardigheid.

Medicijnen en autorijden: hoe groot zijn de risico's?

NIET WAAR: Voor sommige geneesmiddelen is er een duidelijk verband met problemen bij het autorijden. Het gaat over antihistaminica (tegen allergieën), kalmeermiddelen en slaapmiddelen (anxiolytica, sedativa…), antidepressiva, antidiabetica, anti-epileptica, antitussiva (hoeststillende geneesmiddelen) en geneesmiddelen voor oftalmologisch gebruik (die het zicht kunnen verstoren). Spierverslappers hebben ook een negatief effect, net zoals anesthetica. Andere behandelingen in andere categorieën kunnen eveneens een risico inhouden, maar in dat geval moet je de arts raadplegen.

Geneesmiddelen waarbij rijden uitgesloten is, veroorzaken slaperigheid.

WAAR: Maar dat niet alleen. Er zijn ook geneesmiddelen die een euforiserend effect hebben, waardoor ons oordeelsvermogen gewijzigd wordt, of waardoor we zelfs agressief worden. Nog andere veroorzaken gezichts- of coördinatieproblemen.

Alle geneesmiddelen voor eenzelfde aandoening hebben ook dezelfde effecten.

NIET WAAR: Sommige bestanddelen hebben sterkere neveneffecten op de rijvaardigheid dan andere. Als je een specifiek geneesmiddel van een bepaald merk niet verdraagt, aarzel dan niet om je arts te vragen of er een andere medicijn bestaat met dezelfde werking en mogelijk minder bijwerkingen.

De effecten van geneesmiddelen op de rijvaardigheid variëren van persoon tot persoon.

WAAR: Die effecten worden mee bepaald door de algemene toestand van de persoon, de leeftijd, andere gelijktijdige behandelingen en de persoonlijke gevoeligheid. Iemand die een geneesmiddel neemt en daarvan geen problemen ondervindt bij het rijden, moet zeker niet als voorbeeld genomen worden door anderen die hetzelfde geneesmiddel nemen.

Als ik mijn geneesmiddel ’s avonds inneem, kan ik de volgende ochtend zonder probleem rijden.

NIET WAAR: Sommige geneesmiddelen hebben een lange werkingsduur. De halfwaardetijd van een geneesmiddel – de tijd die nodig is om de plasmaconcentratie van het geneesmiddel in het bloed te halveren – kan gaan van enkele minuten tot verschillende weken. Het is dus mogelijk dat een medicijn dat je ’s avonds inneemt de volgende ochtend nog volledig actief is.

Ik kan op de bijsluiter afgaan om het effect van een geneesmiddel op de rijvaardigheid te kennen.

De bijwerkingen van antidepressiva zijn sterker aan het begin van de behandeling, maar zullen later meestal vervlakken.

WAAR: Meestal geeft de bijsluiter aan of het geneesmiddel bijwerkingen kan veroorzaken die de rijvaardigheid in het gedrang kunnen brengen. Als daarover niets vermeld wordt, betekent dat dat er geen beperking geldt. Maar aangezien bijsluiters alle mogelijke bijwerkingen, hoe miniem ook, moeten oplijsten, is het mogelijk dat een risico voor de rijvaardigheid wordt aangegeven, ook al is het een zeldzaam risico. Het is dan steeds aan te raden je arts om advies te vragen. Wees daarnaast aandachtig voor veranderingen in je gedrag of hoe je je voelt, en neem de juiste beslissing: bij de minste twijfel laat je de wagen het best aan de kant staan.

Zodra de behandeling beëindigd is, hoef je je geen zorgen meer te maken.

Er zijn ook geneesmiddelen die een euforiserend effect hebben, waardoor ons oordeels-vermogen gewijzigd wordt, of waardoor we zelfs agressief worden.
Er zijn ook geneesmiddelen die een euforiserend effect hebben, waardoor ons oordeels-vermogen gewijzigd wordt, of waardoor we zelfs agressief worden.© istock

NIET WAAR: De uitwerking van een behandeling met geneesmiddelen kan nog verschillende dagen aanhouden. Bespreek dit met je arts en heb aandacht voor hoe je je voelt.

Het is het best alcohol te vermijden in combinatie met geneesmiddelen, zelfs als je pas na lange tijd de weg op gaat.

WAAR: De effecten van een behandeling met geneesmiddelen vermenigvuldigen door alcoholconsumptie, en ook door vermoeidheid. Meestal wordt dan ook aangeraden om tijdens een behandeling geen alcohol te drinken. Bij chronisch medicatiegebruik raadpleeg je de bijsluiter of de arts.

Als ik een negatieve bijwerking ondervind van een geneesmiddel, kan ik het moment van inname veranderen.

Zelfs pijnstillers, krampwerende middelen en behandelingen tegen verkoudheid, verstopte neus of hoesten die vrij verkocht worden, kunnen bijwerkingen veroorzaken die een invloed hebben op de rijvaardigheid.

NIET WAAR: Als je de indruk hebt dat het geneesmiddel dat je ’s ochtends inneemt een invloed heeft op je rijgedrag, kun je niet zomaar zelf beslissen om het ’s avonds in te nemen, want dat kan de werking van het geneesmiddel veranderen. Als je het moment van inname wilt veranderen, moet je dat met je arts bespreken.

De effecten van een geneesmiddel op de rijvaardigheid zijn groter aan het begin van de behandeling.

WAAR: Sommige behandelingen, zoals voor hoge bloeddruk, kunnen in het begin plotse bloeddrukverlagingen of duizeligheid veroorzaken. Dat is natuurlijk niet ideaal wanneer je achter het stuur zit. In het geval van anticonvulsiva is rijden bij het begin van de behandeling zelfs volledig uitgesloten, maar kan het mogelijk wel toegestaan worden wanneer de behandeling in evenwicht is. De bijwerkingen van antidepressiva (slaperigheid, gezichtsstoornissen, angst, psychomotorische vertraging) zijn sterker aan het begin van de behandeling, maar zullen later meestal vervlakken.

Een geneesmiddel dat zonder medisch voorschrift wordt verkocht, betekent geen gevaar voor de rijvaardigheid.

NIET WAAR: Zelfs pijnstillers, krampwerende middelen en behandelingen tegen verkoudheid, verstopte neus of hoesten die vrij verkocht worden, kunnen bijwerkingen veroorzaken die een invloed hebben op de rijvaardigheid.

Als een behandeling een invloed heeft op het besturen van voertuigen, moet je de behandeling meteen stopzetten.

NIET WAAR: Een behandeling stopzetten doe je enkel op advies van een arts. Voor sommige types geneesmiddelen (zoals antidepressiva) kan het ontwennen gepaard gaan met aanzienlijke ongewenste bijwerkingen. Je kunt dan beter aan je arts vragen of er een alternatief bestaat dat minder invloed heeft op je rijvaardigheid. (Carine Maillard)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content