In zijn boek ‘België, fantastisch farmaland’ gunt Leo Neels, die na 10 jaar afscheid nam als algemeen directeur van de sectorfederatie pharma.be, een unieke blik achter de schermen van de Belgische geneesmiddelenindustrie. Drie vragen aan de auteur.
Wat mogen mensen verwachten van het boek?
Leo Neels: Een reële blik op de farmawereld in België, gebaseerd op feiten. De farmasector is het best bewaarde geheim van België: we zijn wereldtop inzake biomedische research, we spelen mee in de internationale ‘Premier League’ van de ontwikkeling van geneesmiddelen en we weten het nauwelijks. Het boek beschrijft dat verhaal. Over ziekte en gezondheid, leven en dood, de beschikbaarheid van een geneesmiddel en aandoeningen waarvoor nog geen geneesmiddelen bestaan. Over de sterke en de minder sterke punten van de farmaceutische bedrijven die in België actief zijn. Vaak zijn dat internationale bedrijven, we hebben een zeer belangrijke aanwezigheid van de grote kleppers zoals Baxter, Sanofi, Janssen Pharmceutica, GSK, Alcon (nu Novartis) enz. En we zijn ook mee in de golf van kleine biofarmaceutische startbedrijven, met Thrombogenics, Ablynx of Galàpagos en dergelijke. Wereldtop en wereldklasse van ons talent.
U laat ook uw licht schijnen over de ziekteverzekering, de voorbije 10 jaar geleid door de ministers Rudy Demotte en Laurette Onkelinx (beiden PS). Wat is uw mening daarover?
Leo Neels: Beiden hebben een doorgedreven sociale opvatting, die aansluit bij de originele naoorlogse creatie. De kritische vraag is echter of ze voldoende de levensvatbaarheid op lange termijn voor ogen hielden. Een economische groei van ongeveer 0 procent is niet genoeg om de uitgaven van de ziekteverzekering steeds met 4 procent te laten stijgen – tenzij je andere financiële middelen hebt, zoals meer fiscale ontvangsten. Hier komt de maatschappelijke omgeving en politieke besluitvorming aan bod: de sociale bijdragen worden vandaag meer gezien als elementen van (te hoge) loonkost en alles is in België al redelijk maximaal belast. Waar haal je dan nog bijkomende middelen? Of zou het systeem een drastische efficiëntiekuur moeten ondergaan?
Hoe ziet u de toekomst van de farmasector tegemoet? Heeft u suggesties voor bedrijven?
Leo Neels: De ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen blijkt moeilijker en tijdrovender dan men dacht. Er zijn meer mislukkingen dan successen en een goed resultaat kan niet worden ‘besteld’. Dat zijn ontwikkelingstrajecten van meer dan 10 jaar en soms meer dan 2 of 3 miljard dollar. De farmabedrijven moeten efficiënter werken, samen met de autoriteiten (zoals het European Medicins Agency in de EU) die geneesmiddelen goedkeuren. Er zijn immers nog veel ‘unmet medical needs’ (onbeantwoorde medische behoeften) en er blijft grote behoefte aan innovatie, denk maar aan aandoeningen zoals dementie en Alzheimer, waarvoor nog weinig of geen adequate geneesmiddelen bestaan. Vooruitgang is buitengewoon moeilijk, maar kàn, met vallen en opstaan.
België, fantastisch farmaland. Een blik achter de schermen van de farmaceutische sector
Leo Neels Uitgeverij Lannoo ISBN 9789401412872