Koppen voetballers zich dement?

Axel Witsel © Belga
Jan Etienne
Jan Etienne Redacteur Bodytalk

Is al dat koppen in voetbal wel zo gezond? Sommige artsen en ouders stellen zich vragen en misschien hebben ze niet helemaal ongelijk.

Lange tijd hebben artsen zich niet al te veel zorgen gemaakt over de gevolgen van lichte hersenschuddingen. We zagen het als een ongelukkig, maar onschuldig fenomeen dat mits de nodige tijd wel goed zou komen. Meestal was dat ook zo. We gingen daarvan uit omdat we nog niet in de hersenen konden kijken en de gevolgen van hersenschuddingen dus niet konden zien. Tegenwoordig kunnen we dat wel en recente vaststellingen zorgen toch voor twijfels. Aan het woord is Bart Depreitere, neurochirurg van het UZ Leuven met een bijzondere interesse voor hersentraumas.

De vernieuwde aandacht voor de mogelijke risicos van hersenschuddingen komt uit het American football, de Amerikaanse vorm van rugby. Footballspelers ontwikkelden een levensgevaarlijke tackle, spearing, waarbij ze met het hoofd vooruit als een speer op elkaar afstormen. De knal die de hersenen daarbij incasseren, is groter dan de helm en beschermende kledij kunnen opvangen, en leidt vaak tot hersenschuddingen. Ook gemene elleboogstoten zijn in deze sport vaak de boosdoeners.

Niet verwonderlijk dus dat American football aan populariteit inboet en kinderen voor andere sporten kiezen. Vooral omdat het ondertussen welbekend is dat hersenschuddingen die elkaar te kort opvolgen, wel degelijk ernstige en blijvende schade kunnen veroorzaken. Football is big business in de VS. Reden genoeg dus om tijd en geld te investeren in meer onderzoek naar de gevolgen van hersenschuddingen. Dit alles werpt tegenwoordig ook enige schaduw op de risicos bij voetbal, hoewel we die zeker niet moeten overdrijven. Tegenwoordig is spearing trouwens nagenoeg verboden in American football.

Hard tegen hard

Wanneer het over hersenschuddingen in het voetbal gaat, maken vooral ouders zich vaak zorgen over het koppen van de bal. Maar het is niet zeker of dat het grootste gevaar vormt, want een voetbal is soepel en geeft mee. Voetballers knallen echter ook geregeld met het hoofd tegen elkaar of tegen een doelpaal, en dat is hard tegen hard. Schedels en doel-palen geven niet mee.

Over de impact op het hoofd die daarbij ontstaat, is relatief weinig geweten. Vroeger werd die afgeleid uit tests met schedels in laboratoria. Tegenwoordig kan dat met sensoren op het hoofd van de spelers en dat levert betere gegevens op. De eerste resultaten van dergelijke metingen lopen druppelsgewijs binnen en de resultaten lijken geruststellend.

In een studie van juni 2012 met meisjesspelers bleef de impact op het hoofd gemiddeld beperkt tot ongeveer 20g (waarbij g staat voor de valversnelling = 9,81m/s2). Die waarde blijft ver onder de 66g die volgens studies uit het American football een risico van 25 % op een hersenschudding inhoudt. Zelfs wanneer de speelsters met het hoofd tegen elkaar of een doelpaal knalden, bleef de impact meestal beperkt ondanks enkele uitschieters tot 60g.

De impact blijft bij voetbal dus veel lager dan bij American football. Sensoren in spelershelmen registreerden daar vooral waarden tussen 20g en 100g, met een eenmalige uitschieter van bijna 300g.

Mentale processen verlopen anders

Onderzoek toont ook een samenhang aan tussen het aantal slagen op het hoofd, afwijkingen op gesofisticeerde hersenscans bij hersenschuddingen, en afwijkende activiteitspatronen in de hersenen. Deze vaststellingen lijken aan te geven dat na een aantal hersenschuddingen mentale processen bij spelers anders verlopen, ook al is er aan hun gedrag uiterlijk niets te merken. Dat is belangrijk, want artsen taxeren een impact op het hoofd vaak als ongevaarlijk, zolang er geen symptomen optreden zoals bewustzijnsvermindering of verwarring. Dat zou dus fout kunnen zijn.

De relevantie hiervan wordt duidelijk in het licht van ander onderzoek. Dat lijkt aan te geven dat veelvuldig koppen ook het risico op cognitieve aftakeling en afwijkingen van de normale hersenwerking verhoogt. Onderzoekers leiden dit af uit hoogkwalitatieve hersenscans van 38 amateurvoetballers, dertigers die al van kindsbeen voetballen. Spelers die meer dan 1.000 tot 1.500 ballen per jaar koppen, vertoonden meer hersenschuddingachtige traumas dan wie minder kopt. Bovendien presteerden spelers wat slechter op verstandelijke tests naarmate de afwijkingen op de scans omvangrijker waren. 1.500 kopballen per jaar lijkt veel, maar wie 5 dagen per week speelt, haalt snel zulke aantallen. Enkele malen per dag koppen volstaat al.

Bewustmakingscampagne

Een Duitse studie wijst in dezelfde richting. Die stelde duidelijke verschillen vast in de witte hersenmassa van 12 voetballers van eerste klasse en die van zwemmers, die weinig risico op hersentraumas lopen. De witte hersenmassa vormt het communicatienetwerk tussen de hersencellen en is noodzakelijk voor een normale werking van het brein. De veranderingen situeerden zich in hersengebieden die belangrijk zijn voor geheugen en aandacht. Ze waren zelfs zichtbaar bij voetballers die zich geen enkele hersenschudding herinnerden. Dat is niet verwonderlijk : bijna 80 % van de spelers beseft niet eens dat ze een hersenschudding hebben opgelopen, zelfs wanneer de tekenen ervan voor aandachtige toeschouwers duidelijk zijn.

Onze schedel is lekker hard en in staat om stevige tikken op te vangen, maar onze hersenen zijn dat niet. Depreitere beaamt dat frequent door elkaar geschud worden niet optimaal is voor ons brein. Toch blijft hij voorzichtig over de betekenis van de recente vaststellingen voor het voetbal. Al zou een bewustmakingscampagne bij de sportfederaties over het oplopen van hersenschuddingen en de risicos van het te snel hervatten van het spel nuttig zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content