Kan je plaatselijk afvallen? 11 feiten en fabels over vermageren

‘De beste oefeningen voor een slanke taille!’ Je leest het vaak, het klinkt lekker en het verkoopt goed. Maar die oefeningen bestaan niet. Wat zijn nog meer fabels over diëten?

Wie de hemel op aarde belooft met lichaamscontouren om van te dromen en smeltende vetlagen zonder een druppel zweet, probeert je te belazeren. Daar hoef je niet aan te twijfelen. Maar dat blubbertje hier en dat rolletje daar wil je toch graag kwijt. Dan trap je gemakkelijk in de val van het plaatselijk vermageren. En daarom houden beauty goeroes de mythe doelbewust in stand.

Beenoefeningen stimuleren wel de dijspieren, maar hebben geen invloed op het vetlaagje dat er net boven zit. Met tailleoefeningen is het niet anders.

Vetlagen zijn geen reservoirs die alleen voor lokale spieren dienen. Er bestaat geen rechtstreekse energielijn tussen beide. De brandstof voor de spieren (suikers en vetten) wordt via het bloed aangevoerd en komt van overal in het lichaam. Ze wordt door de hersenen gestuurd via complexe signalisatieprocessen. De voorraden in de spieren worden eerst aangesproken. Waarom, is nog onbekend. Beenoefeningen stimuleren wel de dijspieren, maar hebben geen invloed op het vetlaagje dat er net boven zit. Met tailleoefeningen is het niet anders. Toegegeven, lokaal vermageren is mogelijk. Het is alleen nauwelijks merkbaar. Door te diëten en te trainen verlies je iets sneller vet in en rond de buik. Maar intussen verlies je ook vet op andere plaatsen, zoals in bovenarmen, dijen en borsten. Je vermagert dus overal, maar op de ene plaats een fractie meer dan op de andere.

NOG MEER FEITEN EN FABELS OVER VERMAGEREN:

1/ Van veel trainen krijg je veel spieren.

Ja en neen. Je moet er lang en gericht voor trainen. Gewone fitnesstraining heeft nauwelijks invloed op de spieromvang. De klassieke oefening voor stevige borsten (de handpalmen tegen elkaar en dan herhaaldelijk de borst- en armspieren spannen) is bijvoorbeeld een lachertje. Je wint er niets mee. Vrouwen die bodybuilden hebben alleen spieren, geen streepje vet, maar ook geen borsten.

2/ Je moet minstens een halfuur trainen.

Neen. Bij elke beweging verbrand je een beetje energie. Dat is waarom rusteloze, nerveuze mensen gewoonlijk magerder zijn. Je verbruikt meer naarmate je meer beweegt. Of je die fysieke inspanning in stukjes levert of in één lange trek, wie meer energie verbruikt dan hij opneemt, vermagert.

3/ Van sport ga je meer eten.

Wie hevig zweet tijdens het sporten, heeft daarna meestal geen honger. Maar wie afkoelt, zoals bij zwemmen of skiën, voelt zich vaak uitgehongerd.

Ja en neen. We weten nog steeds niet op welke manier het hongergevoel geregeld wordt. Enkele zaken zijn wel duidelijk, zoals de invloed van lichaamstemperatuur. Wie hevig zweet tijdens het sporten, heeft daarna meestal geen honger. Maar wie afkoelt, zoals bij zwemmen of skiën, voelt zich vaak uitgehongerd. Het effect is tijdelijk. Wie zwaar werkt of sport, weet dat de honger na enige tijd zal opkomen.

Ook het geslacht speelt een rol. Bij mannen die veel bewegen, zou het hongergevoel eerder dalen, waardoor ze gemakkelijker gewicht verliezen. Vrouwen zouden juist meer honger krijgen door te bewegen. Ze zouden iets meer eten en dus moeilijker afvallen. Vrouwen verliezen inderdaad moeilijker gewicht dan mannen. Vermoedelijk heeft dat te maken met de historische evolutie. Ze hebben lichaamsvet nodig voor een goede vruchtbaarheid en borstvoeding, terwijl mannen licht en lenig moesten zijn om als jager succes te boeken.

4/ Wie stopt met sport, wordt dikker.

Ja en neen. Meestal gaat een daling van de lichamelijke activiteit gepaard met een kleinere eetlust. Maar veel afgetrainde atleten hebben een abnormaal laag vet percentage. Wanneer hun gewicht na hun carrière weer toeneemt, vinden ze dat ze dik worden, terwijl hun lichaam gewoon een normalere vorm aanneemt. Sommige ex-atleten blijven veel eten. Dat kan te maken hebben met gewoonte, maar ook met verveling, frustratie of het fameuze zwarte gat waarin sommigen terecht komen. Ze worden niet dik omdat ze stopten met sporten, maar omdat ze te veel energie opnemen.

5/ Hoe meer sport, hoe meer kilo’s kwijt.

Ja en neen. Alles hangt af van de controle over je voedingsgewoonten. Het effect van fysieke inspanning op het hongergevoel en het lichaamsgewicht is complex en nog niet helemaal bekend.

6/ Nuchter trainen is de beste manier om te vermageren.

Nuchter trainen is een leuk verkooppraatje van pseudoadviseurs.

Neen. Nuchter trainen is een leuk verkooppraatje van pseudoadviseurs. Het lijkt logisch: je gaat ’s morgens trainen zonder te ontbijten. De suikerconcentratie in het bloed is laag, zodat je vooral vetten verbruikt. Maar die logica gaat voorbij aan de energiebalans over een langere periode. Je moet niet alleen rekening houden met het verbruik tijdens het sporten, maar ook met de energieopname daarbuiten. Wie meer energie opneemt dan hij verbruikt, verdikt.’s Morgens nuchter trainen heeft bovendien nadelen. De meeste mensen voelen zich er niet goed bij en raken snel vermoeid en prikkelbaar. Deze oefening is alleen weggelegd voor getrainde atleten die lange inspanningen gewend zijn.

7/ Vetverbrandende oefeningen zijn de beste.

Kan je plaatselijk afvallen? 11 feiten en fabels over vermageren
© Getty Images/iStockphoto

Neen. Ook deze mythe verdient dezelfde kritiek als de ochtendvetloop (zie hierboven). Het uitgangspunt is dat je vetverbrandende oefeningen uitvoert met een lage intensiteit en in verhouding meer vet dan koolhydraten verbruikt. Maar ook met intensieve oefeningen verbruik je vetten én in een kortere tijd. Inspanningen met een lage intensiteit hebben een belangrijk voordeel voor beginners : je loopt minder risico om geblesseerd of uitgeput te raken.

8/ Je komt altijd weer bij na het afvallen.

Neen. Gewicht verliezen lukt best, al is het niet gemakkelijk, en dat lagere gewicht behouden is ook mogelijk. Sommige mensen komen inderdaad opnieuw aan, maar dat zijn er minder dan vaak beweerd wordt. Er zijn voldoende getuigenissen van mensen die veel gewicht verloren, zelfs meer dan 50 kg, en nadien nooit meer noemenswaardig zijn aangekomen.

9/ Je feitelijke gewicht is onontkoombaar.

Neen. Het lichaam is een zelfregelend programma dat zichzelf en zijn energievoorraden beschermt. Dat maakt afvallen zo moeilijk. De controlemechanismen passen zich na verloop van tijd aan aan het “nieuwe”, nagestreefde gewicht, al dacht je lange tijd dat je lichaam zich automatisch ijkte op één genetisch bepaald, onveranderlijk doelgewicht. Het is wel even doorbijten.

10/ Als je écht wil, lukt het wel.

Wilskracht is belangrijk, maar het is slechts een van de elementen die het succes bepalen.

Neen. Overgewicht kan je niet alleen toeschrijven aan een gebrek aan doorzettingsvermogen. Een heleboel factoren spelen een rol. Zo lopen mensen in een zwaarlijvige familie een grotere kans op overgewicht dan wie in een slanke familie opgroeit. Wilskracht is belangrijk, maar het is slechts een van de elementen die het succes bepalen.

11/ Geniet van wat je doet.

Ja. Sport en beweging doen meer dan alleen het gewicht onder controle houden. Ze bevorderen de gezondheid en de conditie, doen stress wegebben, verbeteren de stemming en geven het gevoel energie over te hebben. Wie alleen sport om gewicht te verliezen, gaat het snel als een straf ervaren. Het beste advies : geniet van wat je doet en de rest volgt vanzelf.

Partner Content