Hoe counteren we de tweede coronagolf? ‘We zullen dieper moeten gaan dan de eerste keer’

'Als de nood aan de man is, moet je niet eerst twee overlegcomités organiseren', zegt Erika Vlieghe. © Illustratie Serge Baeken
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Wetenschappers hebben het rondje armworstelen met politici gewonnen, zo lijkt het. En maar goed ook, want anders had het coronavirus zo weer de bovenhand gehaald. ‘Zonder snelle en afdoende maatregelen is een tweede golf, groter dan de eerste, de harde realiteit.’

Nee, het coronavirus is niet terug. Het is nooit weggeweest. Zelfs waar het vrijwel uitgeroeid was, steekt het opnieuw de kop op. In Australië, bijvoorbeeld, was het aantal nieuwe besmettingen begin juni tot een handvol per dag teruggedrongen dankzij drastische ingrepen sinds het begin van de crisis: gesloten grenzen, een strenge lockdown en doorgedreven contactonderzoek. Vanaf half juni steeg het aantal nieuwe besmettingen, nadat de maatregelen waren versoepeld.

Vooral in de dichtbevolkte deelstaat Victoria ging het snel – de stad Melbourne moest weer deels in lockdown. Andere deelstaten bleven gespaard. De verklaring voor dat verschil was volgens het blad New Scientist eenvoudig: de bewaking van de hotels waarin uit het buitenland teruggekeerde burgers verplicht twee weken in quarantaine moesten, was in Victoria uitbesteed aan privébeveiligingsfirma’s, terwijl elders het leger en de politie waren ingeschakeld. Veel veiligheidsagenten bleken het niet te nauw te nemen met de regels, raakten zelf besmet en brachten het virus naar de rest van de bevolking, die dacht dat ze virusvrij was. Meer dan een lakse houding heeft het coronavirus niet nodig om de overhand te krijgen.

Blijkbaar trekt het virus zich niets aan van de seizoenen. Het blijft dingen doen die ons verbazen. Dat verontrust me enorm.

Herman Goossens, microbioloog

Dat het nu winter is in Australië, zou volgens het verslag de terugkeer van het virus in de hand hebben gewerkt. Wat in België gebeurt, weerlegt die stelling. Sinds enkele weken rukt het virus hier zo sterk op dat Vlaanderen vorig weekend altijd (en België soms) oranje kleurde op de besmettingskaart van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Dat betekent dat het aantal nieuwe besmettingen per hoofd van de bevolking een kritische grens had overschreden. We komen in de buurt van Zweden, dat er lang prat op ging dat het de crisis zonder draconische maatregelen kon controleren en nu tot de zwaarst getroffen Europese landen behoort.

Hardnekkige blijver

‘We hadden een tweede golf pas in de herfst verwacht’, zegt de vermoeid klinkende microbioloog Herman Goossens (UZA) over de stijgende lijn waarin het coronavirus zich opnieuw beweegt. ‘Er waren signalen dat het een seizoensgebonden activiteit zou hebben, net als griepvirussen, en in de zomer minder actief zou zijn. In laboratoriumomstandigheden reageert het slecht op het ultraviolette licht van zonnestralen, en het wordt vooral binnenshuis verspreid. Maar blijkbaar trekt het zich niets aan van de seizoenen. Het blijft dingen doen die ons verbazen. Dat verontrust me enorm.’

‘Een paar weken geleden merkten we dat het virus zich opnieuw sneller begon te verspreiden’, vertelt infectiologe Erika Vlieghe (UZA), hoofd van de expertengroep GEES, die voor de federale overheid de exitstrategie uit de lockdown uitstippelde. ‘Uit de eerste analyses blijken vooral privé- en vrijetijdscontacten verantwoordelijk te zijn. Het virus verspreidt zich op feestjes, familiefeesten, sportactiviteiten, evenementen, op plekken dus waar mensen dicht bij elkaar komen. De scholen zijn gesloten, en op de werkvloer verloopt alles doorgaans gereglementeerd genoeg om verspreiding tegen te gaan, hoewel er bijvoorbeeld virusclusters gevonden zijn in vleesverwerkende bedrijven. Maar mensen beseffen blijkbaar nog onvoldoende dat gewone sociale contacten voor het virus volstaan om zich te verspreiden.’

Het gebeurt ook elders: zodra lockdownmaatregelen versoepeld worden, duikt het virus weer op. In Israël, Zuid-Korea en een reeks staten in de VS hebben nieuwe opflakkeringen vaak een zwaardere impact dan de eerste golf – in sommige Amerikaanse staten is de tweede golf zelfs tien keer zwaarder. Delen van de wereld gaan weer in lockdown, soms amper enkele weken na de versoepeling van maatregelen.

Heeft België de teugels te vroeg laten vieren? ‘We moeten de hand in eigen boezem durven te steken’, zegt epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen). ‘De laatste versoepelingen dateren van 1 juli. De dagelijkse persconferenties over het aantal besmettingen en sterfgevallen zijn toen gestopt. Het ging daarna om wekelijkse gemiddelden. Omdat die de schommelingen maskeren, lijken ze voor het grote publiek geruststellender. De mensen zijn laks gaan omspringen met de regels rond social distancing en mondmaskers, zeker omdat het vakantie werd en mooi weer was. Minder dan een maand later zitten we opnieuw in de problemen. Het is de harde realiteit: dit virus is hardnekkig. Het is een blijver.’

De vijfde colonne

Vorig weekend zaten we aan een weekgemiddelde van 256 nieuwe besmettingen per dag voor ons land. Het maximum was 534, op woensdag, waarvan de helft in de provincie Antwerpen. ‘We zijn na de eerste golf nooit onder een gemiddelde van 85 bevestigde besmettingen per dag gezakt’, zegt biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt/KU Leuven). ‘Er was altijd wel ergens een bedje gespreid voor het virus. Het is nu sterker aanwezig dan voor de eerste golf in februari en maart, toen het uit het buitenland werd geïmporteerd door vooral de reizende middenklasse. Het heeft zich genesteld in de lagere maatschappelijke klassen, waar mensen dicht op elkaar leven. Momenteel verdubbelt het aantal besmettingen elke vier dagen tot een week. Als we niet snel ingrijpen, zitten we binnen de kortste keren met hetzelfde probleem als in april, toen onze gezondheidszorg naar haar limieten werd gedreven. Misschien wordt het zelfs nog erger.’

Het virus is nu sterker aanwezig dan voor de eerste golf in februari en maart. Het heeft zich genesteld in de lagere maatschappelijke klassen.

Geert Molenberghs, biostatisticus

Timing is de belangrijkste factor om efficiënte maatregelen tegen het coronavirus uit te rollen: dat concludeert een groep internationale experts op basis van een grote gegevensbank met de effecten van meer dan 4600 maatregelen wereldwijd. Zelfs lockdowns waren vooral efficiënt wanneer ze snel werden afgekondigd. Mondmaskers waren veel efficiënter wanneer ze vanaf het begin vrijwillig gedragen werden dan wanneer ze later werden verplicht. Van de andere maatregelen was het sluiten van scholen het efficiëntst, gevolgd door het sluiten van bedrijven, restaurants en winkels, en het beperken van reizen. Afzonderlijk hadden alle maatregelen een bescheiden effect. Je hebt een heel pakket nodig.

Het is bovendien van het grootste belang dat experts en politici dezelfde boodschap verkondigen. ‘Of individuen op wetenschap gebaseerde aanbevelingen zullen volgen, zo blijkt uit onderzoek, hangt sterk af van hun blootstelling aan tegenstrijdige informatie via overheden, media en sociale netwerken’, stelt een Amerikaanse experte in het vakblad Science. ‘Goedbedoelde maatregelen kunnen dan genegeerd worden en vervangen door strandfeesten en massamanifestaties.’

Vlaamse wetenschappers klinken verbolgen over wat er de voorbije weken in ons land is gebeurd. Dat de curve van het aantal nieuwe besmettingen niet onder de 85 per dag zakte, baarde hun al snel zorgen. ‘Een curve die constant blijft,’ zegt Geert Molenberghs, ‘dat wil je niet als statisticus. Je wilt geen evenwicht, je wilt het virus wég. We zagen de vijfde colonne van het coronavirus komen, maar de autoriteiten reageerden niet op onze waarschuwingen. Ze waren te druk in de weer met de versoepelingen. Zo is er kostbare tijd verloren gegaan.’

Flauwe beslissingen

Vooral tussen de experts in de GEES-groep en de politieke leden van de Nationale Veiligheidsraad raakte de sfeer gespannen. De eerste groep zag het onheil aankomen terwijl de tweede nog volop de maatschappij weer op gang aan het trekken was na de eerste golf. Er werd in de Nationale Veiligheidsraad zelfs aan ‘bashing van experts’ gedaan, wat de relaties verzuurde. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) zei wel dat ze de visie van de experts zou volgen, maar als puntje bij paaltje kwam verdedigde ze die niet krachtig genoeg bij haar collega’s. Er was dan geen consensus in de Veiligheidsraad over nieuwe maatregelen, dus werd er iets flauws beslist. Neem het behoud van een om de week wisselende bubbel van maximaal vijftien mensen met wie je contact mocht hebben: zo’n onduidelijke maatregel draagt niet bij tot de sense of urgency.

Het debacle mondde uit in de onverkwikkelijke saga rond het op grote schaal dragen van mondmaskers. Daarna kwam de bubbel van vijftien ter discussie. Toen Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA), lid van de Veiligheidsraad, in VTM Nieuws vorige week de indruk wekte dat Erika Vlieghe zich in het behoud van die bubbel kon vinden, terwijl ze manifest tégen was, was het hek van de dam. Vlieghe dreigde met ontslag. Nu klinkt ze bedaarder, maar ze pleit wel voor efficiëntere beslissingsstructuren. Een brede wetenschappelijke adviesraad naar Frans of Zwitsers model, bijvoorbeeld, of een soort commissariaat van ambtenaren en wetenschappers met een duidelijk mandaat, zoals er tijdens de griep- en ebolacrisissen zijn opgericht.

‘Ik begrijp de zenuwachtigheid van politici’, zegt Vlieghe. ‘Ze moeten naar hun normen en in hun wetgevende context veel te snel schakelen om ingrijpende maatregelen te nemen. Ze worden soms door experts met de rug tegen de muur gezet, met cijfers die ze niet altijd goed begrijpen. Maar hun beslissingsmodel is te traag om een crisis zoals deze onder controle te krijgen. Als de nood aan de man is, moet je niet eerst twee overlegcomités organiseren om dan een onvoldoende doortastend pakket maatregelen goed te keuren.’

‘Nu goed, de wetenschap heeft geen behoefte aan een clash met de politiek en vice versa. We moeten opnieuw samen de schouders onder de aanpak van deze crisis zetten. Dan kunnen we het ergste misschien nog vermijden.’

We moeten opnieuw feesten uitstellen, maximaal thuiswerken en zo weinig mogelijk onderweg zijn. Gelukkig begrijpen veel mensen dat.

Pierre Van Damme, epidemioloog

4 cruciale weken

Ook de experts willen een nieuwe lockdown vermijden. Her en der wordt al hardop gedacht aan het afsluiten van de stad Antwerpen. ‘Daar zit niemand op te wachten, ook wij niet’, zegt Herman Goossens. ‘Het zou psychologisch en economisch voor veel mensen en bedrijven heel moeilijk worden. Maar iedereen moet wel beseffen dat het belangrijk is dat we ons aan de regels houden en onze contacten beperken.’

‘De volgende vier weken zullen cruciaal zijn. Daarna zullen veel mensen terugkomen uit vakantie en gaan de scholen in principe weer open. Dan moeten we de situatie opnieuw onder controle hebben. Als de maatregelen geen effect hebben, zullen winkels in drukke winkelstraten mogelijk weer tijdelijk dicht moeten. Winkeliers vragen nu om tests, zodat ze aan hun klanten kunnen tonen dat ze virusvrij zijn, maar zoiets is niet meer realistisch. De druk op huisartsen ligt daarvoor te hoog.’

Goossens speelt een belangrijke rol in het uitrollen van de testcapaciteit. Die staat nog altijd niet op punt. ‘Wat moet ik daarop zeggen?’ reageert hij gelaten. ‘Het is een complex proces. Veel landen worstelen ermee, zelfs als ze niet zo’n ingewikkelde staatsstructuur hebben als wij. We hebben de capaciteit om 40.000 tests per dag te doen, maar meer dan 10.000 gebeuren er niet. Het afnemen en analyseren van de stalen wordt nog te centraal aangestuurd, we zijn dat aan het decentraliseren. Antwerpen zal een testcase worden: als het systeem daar voor het einde van deze week niet operationeel is, dreigt het aantal besmettingen zo sterk te zijn toegenomen dat testen geen zin meer heeft.’

De basisboodschap van de experts is: we moeten ons allemaal minstens een maand terugtrekken in gezinsbubbels. ‘Dat betekent onder meer feesten uitstellen, maximaal thuiswerken en zo weinig mogelijk onderweg zijn’, legt de immer strijdvaardige Pierre Van Damme uit. ‘Gelukkig begrijpen veel mensen dat, en zijn de gouverneurs en burgemeesters grotendeels mee in het verhaal. Op dat niveau zíén ze wat er gebeurt.’

‘In Antwerpen, momenteel goed voor een derde van de Vlaamse besmettingen, is het cruciaal om huisartsen wat te ontlasten en andere gezondheidswerkers de tests te laten uitvoeren. Je moet ook specifieke groepen aanspreken. Vanaf 30 juli is er het Offerfeest, dat traditioneel veel mensen samenbrengt. De islamitische gemeenschap moet op de gevaren daarvan gewezen worden. Via de imams, die vooral de oudere generaties bereiken, maar bijvoorbeeld ook via rappers en influencers, die de jongere generaties kunnen aanspreken.’

Doe zoals de Finnen

Geert Molenberghs verwijst naar twee landen die het goed hebben gedaan in de strijd tegen het coronavirus, Nieuw-Zeeland en Finland. Vanaf het prille begin namen die landen harde maatregelen, zoals een strenge lockdown. Wanneer er een geval geregistreerd werd, grepen ze snel en drastisch in. De Finnen hebben de besmettingsgraad zo op bijna nul kunnen houden. De Nieuw-Zeelanders hadden op 25 juli iets meer dan 1500 geregistreerde besmettingen en 22 coronadoden, op een bevolking van bijna 5 miljoen. Met een net iets grotere bevolking zitten we in Vlaanderen aan meer dan 30.000 besmettingen en bijna 4000 doden.

‘De Finnen hebben een lage bevolkingsdichtheid en weinig intense sociale contacten. Dat helpt, natuurlijk’, zegt Molenberghs. ‘Maar ook wij zullen onze contacten weer moeten beperken. Jongeren zijn vandaag lakser. Ze denken dat ze een kleine kans hebben om ernstig getroffen te worden, maar ook zij kunnen zwaar ziek worden en zelfs sterven door corona. Dikwijls kun je gemeenten met een sterke verhoging van het aantal virale besmettingen linken aan illegale raveparty’s die ergens onder een brug plaatsvonden.’

‘Jongeren denken ook dat ze hun grootouders kunnen beschermen door niet bij hen op bezoek te gaan, maar via hun ouders kan het virus hen toch bereiken. Je kunt gewoon niet vermijden dat de ene generatie het virus doorgeeft aan de andere, of de ene gemeenschap aan de andere, tenzij je het aantal contacten strikt controleert. Het spijt me, maar we zullen anderhalf jaar lang met beperkte sociale contacten moeten leven.’

Volgens een wetenschappelijke analyse in Nature verspreidt het virus zich vooral als mensen lang face-to-facecontact hebben. Wereldwijd duiken vergelijkbare plekken op als risicozones: markten, woonzorgcentra, slachthuizen met abominabele werkomstandigheden en sociale flatgebouwen waarin mensen opeengepropt zitten. Religieuze bijeenkomsten en andere evenementen met veel volk kunnen zogenoemde superspreadersites zijn. In een Vlaamse stad raakten mensen op een sportmanifestatie besmet door één verkoper in een hamburgerkraam.

Een studie in Science toont aan: als de maatregelen op Europees niveau worden gesynchroniseerd, zal het aantal verplichte lockdowns worden gehalveerd. Als sommige landen gemakkelijker de teugels laten vieren dan andere, kan het virus overál sneller toeslaan. Dat speelt mee in de soms gespannen relatie tussen België en Nederland, dat nu nog wat lakser is. Het illustreert ook hoe belangrijk het is dat in ons land overal dezelfde maatregelen gelden – anders zullen in nauwgezet werkende gemeenten de virussen van laksere buren worden ingevoerd.

Een marathon

‘We willen vooral vermijden dat we anderhalf jaar lang in een jojosituatie terechtkomen, met het virus dat de kop opsteekt als we de maatregelen versoepelen, waarna we ze opnieuw strenger moeten maken’, besluit Pierre Van Damme. ‘Maar zonder een snelle en afdoende reactie wordt de tweede golf groter dan de eerste.’

‘We moeten nu dieper gaan dan de eerste keer om het aantal nieuwe besmettingen terug te dringen. Hoe groot zal het draagvlak voor maatregelen nog zijn als we met een vierde of vijfde golf geconfronteerd worden?’ vult Geert Molenberghs aan. ‘We moeten op het punt komen dat iemand alleen nog mensen kan besmetten die hij persoonlijk kent, vandaar het belang van de gezinsbubbels. Het coronavirus is een sluipmoordenaar die zich gedeisd houdt tot iedereen hem weer vergeten is, om dan opnieuw toe te slaan. Dat moeten we doorzien en doorprikken.’

‘Eerst moeten we er nu de spurt in zetten om het virus in te halen. Daarna moeten we het voor zien te blijven tot er een vaccin is. Het wordt een marathon. En we moeten koste wat het kost vermijden dat het virus de leiding overneemt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content