Eetbuistoornis erkend als nieuwe ziekte

Boulimie zonder braken. Veel eten zonder echt te proeven. Weinig eten in gezelschap, maar je volproppen zodra je alleen bent. Het zijn de kenmerken van een veel voorkomende eetstoornis, die nu als afzonderlijke psychiatrische aandoening wordt opgenomen in de nieuwe editie van het handboek psychiatrie (DSM V).

Boulimie zonder braken. Veel eten zonder echt te proeven. Overal lege koek- en snoepverpakkingen. Weinig eten in gezelschap, maar je volproppen zodra je alleen bent. Het zijn de typische kenmerken van een zeer veel voorkomende eetstoornis, die nu als afzonderlijke psychiatrische aandoening wordt opgenomen in de nieuwe editie van het handboek psychiatrie (DSM V).

Verschil met boulimie

Een eetbuistoornis lijkt erg op boulimie, maar is toch niet helemaal hetzelfde. In beide gevallen staan onbedaarlijke eetbuien centraal, maar bij boulimie probeert men het voedsel meestal weer kwijt te raken via braken, laxeermiddelen of excessief sporten. Dat doen mensen met een eetbuistoornis niet. Ze kampen dus vaak met overgewicht en vreten zichzelf als het ware de put in.

De DSM IV, de vorige editie van het handboek van erkende mentale ziektebeelden (uitgegeven door de American Psychiatric Association) beschreef 3 categorieën eetstoornissen: anorexia nervosa, boulimia nervosa en atypische eetstoornissen. Tot deze laatste categorie behoorde ook de eetbuistoornis, in medisch jargon omschreven als binge eating disorder (BED). Ze komt van alle eetstoornissen het vaakst voor. Het risico dat iemand in zijn leven een eetbuistoornis ontwikkelt, bedraagt gemiddeld 2,8%: 2% bij mannen en 3,5% bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop de aandoening zich voor het eerst manifesteert, is 25 jaar.

Schrokken zonder rem

Iedereen overeet zich weleens, maar daarom heb je nog geen eetbuistoornis. Het wordt pas problematisch als je minstens 2 keer per week gedurende minstens een halfjaar onbedwingbare eetbuien krijgt. Een eetbui betekent dat je op minder dan 2 uur veel voedsel naar binnen schrokt, veel meer dan iemand in dezelfde tijd op een normale manier kan eten. Vaak ongezonde dingen, meestal calorierijke snacks, ook al heb je geen honger en beleef je aan het eten geen plezier. Je hebt het gevoel dat je niet meer kan stoppen en ook niet meer onder controle krijgt wat of hoeveel je in je mond propt. Je eet tot je je onpasselijk voelt en nadien walg je van jezelf. Je voelt je schuldig en depressief.

Dik lijf, dun “ik”

Een eetbuistoornis krijg je niet zomaar. Er is een erfelijke aanleg voor nodig, zoals een verhoogde neiging tot verslavingsgedrag en/of een verhoogd risico op overgewicht. Koppel dat aan een laag zelfbeeld, onzekerheid en/of perfectionisme en de neiging om veelvuldig te lijnen, en je maakt meer kans om onbedaarlijke eetbuien te ontwikkelen. Mensen met een eetstoornis vinden het vaak erg belangrijk wat anderen van hen denken. Het huidige slankheidsideaal drukt hen nog verder in de onzekerheid. Bij momenten haten ze zichzelf grondig. Ze doen hun best om in gezelschap normaal of zelfs weinig te eten. Toch worden de gevolgen snel zichtbaar: het gros wordt dik tot obese.

In zeer korte tijd grote hoeveelheden voedsel verorberen heeft nog andere lichamelijke gevolgen. De maag zet uit, waardoor het steeds langer duurt eer je een vol, verzadigd gevoel krijgt. Door het eenzijdig ongezonde voedsel riskeer je een tekort aan vitamines en mineralen. Cholesterolniveau en bloeddruk worden naar ongezonde hoogten gejaagd. Complicaties als diabetes type 2 en het metaboolsyndroom zijn frequent. Je krijgt een hekel aan jezelf, waardoor je zelfbeeld in elkaar stuikt. Door geobsedeerd bezig te zijn met eten, verwaarloos je vriendschappen, relatie, school of werk. Je wordt moe, lusteloos en eenzaam.

Therapie tegen vreten

Mensen met een eetbuistoornis vertonen zeer vaak psychopathologische problemen, zoals angsten, stemmingswisselingen, verlies van impulscontrole en middelenafhankelijkheid. De helft zou zelfs met 3 of meer psychologische stoornissen kampen. Er is een breed verschil tussen obesitas met en zonder eetbuistoornis. Obese mensen met een eetbuistoornis hebben een lager zelfbeeld en een lagere levenskwaliteit. Ernstig overgewicht hypothekeert de fysieke fitheid en doet het risico op allerlei lichamelijke kwalen toenemen, maar de combinatie met frequente onbedwingbare eetbuien weegt ook sociaal en mentaal zwaar door.

Onderzoekers van de KU Leuven, verbonden aan het Psychiatrisch Centrum Kortenberg, doorploegden de wetenschappelijke literatuur over uiteenlopende behandelingen van eetbuistoornissen gepubliceerd tussen 1994 en 2011. Het analyseren van het verleden van de patiënt, op zoek naar trauma’s die kunnen aanzetten tot eetbuien, en daarmee samenhangende psychotherapie, heeft nauwelijks een gunstig effect op het verloop van de aandoening. Ook niet als de psychotherapie gecombineerd wordt met ondersteunende medicatie.

Verschillende studies tonen wel een gunstig effect van cognitieve gedragstherapie op het onbedwingbare eetgedrag. Ook werd een sterk bewijs gevonden voor gewichtsafname via beweegprogramma’s. Mensen met een eetbuistoornis halen met moeite de helft van het beweegniveau dat je bij de algemene bevolking kan verwachten. Meer dan driekwart is onvoldoende actief om enig lichamelijk, geestelijk of sociaal gezondheidsvoordeel te ondervinden.

Beweging als redding De groep van de KU Leuven, onder leiding van Davy Vancampfort en Johan Vanderlinden, breekt een lans voor bewegingsgerichte interventies, zoals op maat gemaakte fitnessprogramma’s, yoga, dans en gedragsaanpassing in het dagelijks leven. Dergelijke interventies op zich hebben een beperkt effect, maar in combinatie met cognitieve gedragstherapie worden wel goede resultaten bereikt, zo toont hun analyse. Het doel is om minstens 30 minuten per dag matig te bewegen gedurende minstens 5 dagen per week. Iedere kilogram gewichtsverlies verbetert het zelfbeeld en motiveert de patiënt om de actieve levensstijl te bestendigen. Wel is er meer onderzoek nodig naar factoren die kunnen helpen om mensen met een eetbuistoornis te motiveren om fysiek actief te zijn.

Marleen Finoulst, Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content