Doodsangst kankerpatiënten vaak genegeerd

Han Renard

Uit onwetendheid of onwennigheid negeren familieleden en zorgverleners vaak de doodsangst van kankerpatiënten. Terwijl het patiënten juist helpt om hun angst met anderen te delen.

In haar proefschrift schetst Goedele Van Edom, verbonden aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven, dertig strategieën om op een betere manier met de diepste zorgen van kankerpatiënten om te gaan.

Van Edom deed uitgebreid literatuuronderzoek, maar kon ook terugvallen op haar rijke werkervaring. Al dertien jaar werkt ze als pastor op een oncologische afdeling van het Imeldaziekenhuis in Bonheiden. ‘Ik begeleid dagelijks mensen die met hun eigen sterfelijkheid worden geconfronteerd. Wat me opviel was dat zij de angst die daarmee gepaard gaat vaak in alle eenzaamheid beleven. Familieleden raken het onderwerp liever niet aan. Ze zijn bang dat ze het de patiënt alleen maar moeilijker maken door over doodsangst te praten. Maar als jij bang bent voor de dood en je dierbaren beginnen over het weer, heb je het gevoel niet geholpen te worden maar met je angst in een isolement te worden geduwd. Daardoor gebeurt het dat patiënten zich terugtrekken uit sociale contacten en een sociale dood sterven voor ze werkelijk doodgaan. Ook de integratie van angst kan moeilijker verlopen, waardoor kostbare energie om te leven verloren gaat. Uitzonderlijk raken patiënten verstrikt in hun angst en wordt doorverwijzing naar een psychiater noodzakelijk.’

Ook zorgverleners weten niet altijd hoe ze het best omgaan met patiënten die doodsangst ervaren. Volgens Van Edom komt dat doordat er in de opleiding van artsen en verpleegkundigen nauwelijks aandacht is voor onderwerpen zoals sterven en dood. ‘Artsen worden opgeleid om te genezen. Ze leren maar weinig over menswaardig sterven’, stelt Van Edom.

Dertig concrete strategieën

Het proefschrift is heel praktisch uitgewerkt, met dertig concrete strategieën om doodsangst te verminderen en levenskwaliteit te bevorderen. De angst bespreekbaar maken is daarbij ontzettend belangrijk. ‘Je kunt de patiënt bijvoorbeeld vragen: ‘Als ik in jouw schoenen stond, dan zou dat me bang maken. Is dat bij jou ook het geval?’ Dan kan die persoon nog altijd kiezen of hij daarop wil ingaan.’

Een andere strategie is het concreet maken van de angst door te vragen waarvóór de patiënt bang is. Op die manier kunnen familie en zorgverleners met de patiënt nagaan wat er aan de verschillende angsten te doen is. ‘Als iemand bijvoorbeeld bang is voor pijn, kan het helpen om een pijnspecialist te laten langskomen. Met een jonge mama die bang is om na de dood uit de herinnering van haar kinderen te verdwijnen, kan samen aan een herinneringsdoos worden gewerkt’, aldus Goedele Van Edom, die ook na haar proefschrift haar werk als pastor blijft voortzetten. (HR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content