Donornier geneest in tweede ontvanger

Soms is een donororgaan beter af in het nieuwe lichaam waarin het terecht komt. Zo blijkt uit de transplantatie van een nier naar een 2de patiënt nadat ze bij de eerste ontvanger fataal beschadigd dreigde te worden.

Wanneer een transplantorgaan het bij de eerste patiënt niet waarmaakte en afgestoten werd of fataal beschadigd, dan was dat spijtig, maar zag men verder geen nut meer voor het orgaan. Het werd als verloren beschouwd.

Maar misschien hoeft dat niet langer zo te blijven, zo leert een nieuwe en baanbrekende ingreep in de Verenigde Staten. Na het falen bij een eerste patiënt werd een transplantnier verwijderd en opnieuw ingeplant bij een volgende patiënt. Met succes ditmaal.

Tweede recyclage

De eerste ontvanger een 27-jarige jongeman leed aan focale segmentale glomerulosclerosis (FSGS). Deze chronische nieraandoening gaat gepaard met een progressieve aantasting van de nierfilters, die de afvalstoffen uit het bloed halen, tot de nieren uiteindelijk definitief uitvallen.

Een nieuwe nier van een donor biedt slechts voor minder dan 50 procent van de patiënten een oplossing. Want meestal tast de aandoening ook de donornier aan.

Een van de eerste signalen van deze foute evolutie is het verschijnen van eiwitten in de urine. Vaak al binnen 2 tot 3 dagen na de transplantatie.

Er zijn sterke vermoedens omtrent de oorzakelijke factor, een stof die in het bloed circuleert, maar de geneeskunde beschikt nog altijd niet over een oplossing om de evolutie te stoppen of te voorkomen.

Dat bleek zich ook bij de eerste ontvanger al binnen de eerste 24 uur voor te doen. De nier werkte op dat ogenblik nog uitstekend, maar dit was slechts een uitstel van executie, besefte dokter Lorenzo Gallon van het Northwestern Memorial Hospital in Chicago. De nier zou stelselmatig verder aangetast raken en verloren gaan.

In een poging om het orgaan te redden, stelde hij voor om het zo vlug mogelijk weer weg te halen en het aan een nieuwe ontvanger door te geven.

Dat gebeurde uiteindelijk 14 dagen na de oorspronkelijke transplantatie. De nier vertoonde al de eerste tekenen van aantasting, maar bleek al bij al nog erg gezond.

Ze werd ingeplant bij een 67-jarige man en begon na inplanting nagenoeg onmiddellijk normaal te werken. Binnen de week waren er al tekenen merkbaar van herstel van de schade die de nier opgelopen had bij de eerste ontvanger. Acht maanden later blijkt de nier het nog altijd uitstekend te doen.

Recyclage is niet uniek

“Het gebruik van een donororgaan voor een tweede patiënt is niet uniek,” zo stelt dokter professor Jacques Pirenne van UZ Leuven. “Het gebeurt wel niet frequent, maar soms doen dergelijke gelegenheden zich voor, bijvoorbeeld bij het overlijden van de eerste ontvanger. Bij een hersendood wordt deze persoon eveneens een kandidaatdonor en wanneer het orgaan dat hij of zij ooit ontvangen heeft, nog gezond is en goed functioneert, is er geen reden om het niet te gebruiken. Technisch stelt zich hier geen enkel probleem en dergelijke ingrepen zijn ook in België al enkele malen uitgevoerd. Onder andere door onze staf voor een lever.”

Transplantnier die geneest Belangrijker nieuws is echter dat transplantnier zich herstelde van de schade die ze bij de eerste ontvanger opliep. Volgens Pirenne verdiept de vaststelling ons inzicht in deze progressieve nierziekte die een belangrijke indicatie is voor niertransplantatie.

Pirenne wijst er op dat het al langer bekend is dat transplantatieorganen het soms beter doen in het lichaam van de ontvanger dan in het oorspronkelijke lichaam van de donor.

Dat bleek onder meer uit de transplantatie van nieren van mensen met diabetes naar niet-diabetici. Deze nieren herstelden zich eveneens van de schade die ze opgelopen hadden door de suikerziekte van de donoren.

Geen impact op wachtlijsten

Het weghalen van een donororgaan bij een eerste levende ontvanger en het doorgeven aan een volgende kandidaatontvanger is momenteel geen gangbare praktijk. Er vond dan ook ruim overleg plaats met het ethische commissie van het ziekenhuis en alle betrokkenen.

De wegname van de donornier keerde de eerste ontvanger immers gedwongen terug naar nierdialyse, de therapie die hij voordien ook al volgde. De ontvanger maakte hier echter geen punt van. De transplantatienier was immers afkomstig van zijn zus en hij was blij dat uiteindelijk een andere persoon op de wachtlijst gered kon worden.

Het is ook weinig waarschijnlijk dat deze aanpak een wezenlijke invloed zal hebben op de wachtlijsten voor transplantatie. Daarvoor zijn dergelijke gevallen van recyclage te zeldzaam.

De vernieuwende aanpak en het resultaat werden meer in detail beschreven in het medische vakblad The New England Journal of Medicine.

Jan Etienne, Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content