De bloedklonterpuzzel van AstraZeneca: vanwaar het verschil tussen Britten en Duitsers?

Op het Europese vasteland kregen beduidend meer jongere vrouwen het vaccin van AstraZeneca dan in het VK. © getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Het zeer zeldzame probleem van trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes komt heel uiteenlopend voor in landen waar gevaccineerd wordt met AstraZeneca. Hoe komt dat?

Bij de ruim 18 miljoen dosissen van het vaccin van AstraZeneca die in het Verenigd Koninkrijk al zijn toegediend, is in slechts 30 gevallen een zeldzame, potentieel dodelijke combinatie van trombose met een laag aantal bloedplaatjes (officieel: vaccine-induced prothrombotic immune thrombocytopenia of VIPIT) opgetreden. Zeven van die mensen zijn eraan gestorven. Dat blijkt uit gegevens van de Britse regulator MHRA.

Het gaat om ernstige gevallen die zich voordoen als veneuze trombose, waaronder op ongebruikelijke plaatsen zoals cerebrale veneuze sinustrombose (CVST), mesenteriale veneuze trombose, en ook arteriële trombose, gelijktijdig met trombocytopenie (laag aantal bloedplaatjes).

Ter vergelijking: van de meer dan 10 miljoen mensen die in het VK met het Pfizer-vaccin zijn gevaccineerd, zijn er slechts 2 gevallen van bloedklonters, maar dan wel zonder het lage aantal bloedplaatsjes. Het gaat hier dus niet om VIPIT.

‘De baten van het vaccin tegen covid-19 blijven opwegen tegen elk risico en men zou zich nog steeds moeten laten vaccineren wanneer men daartoe uitgenodigd wordt’, aldus het MHRA.

1 op 600.000 gevallen in het VK en 1 op 90.000 in Duitsland. Hoe kan dat?

In Duitsland is het echter een ander verhaal. Daar zijn 31 gevallen onder wie 9 doden gerapporteerd op een totaal van 2,7 miljoen gevaccineerden met het AstraZeneca-vaccin (dat tegenwoordig liever onder de merknaam Vaxzevria door het leven zou willen gaan) in twee weken tijd. Dat is 10 keer meer dan in niet-coronatijden. Opvallend is dat de meeste patiënten jonge of middelbare dames zijn (tussen de 20 en 63 jaar). Er waren slechts 2 mannen bij de gevallen. Zij waren jonger dan 60 jaar.

Duitsland besliste daarom uit voorzorg om het Brits-Zweedse vaccin voorlopig enkel nog te geven aan mensen ouder dan 60, want de regering kan volgens bondskanselier Angela Merkel ‘de gegevens niet negeren’. Volgens haar zou het onder de mat vegen van dergelijke voorvallen het vertrouwen in het al zo verguisde AstraZeneca nog meer ondermijnen.

Ook in Frankrijk, Nederland, Zweden, Slovenië en Canada wordt het vaccin van AstraZeneca voorlopig enkel aan 55- of 60-plussers voorbehouden. In Noorwegen werd VIPIT bij 5 op 130.000 gevaccineerden met AstraZeneca vastgesteld. Dat is zowat 1 op 25.000 prikjes. Noorwegen schortte het toedienen van het vaccin tijdelijk helemaal op.

In totaal onderzocht het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) 62 gevallen van VIPIT op zo’n 9,2 miljoen vaccinaties in 30 Europese landen. 2 daarvan komen uit België op een totaal van 215.862 prikken met AstraZeneca (gegevens van 17 maart). Het EMA meent dat de bijwerking inderdaad een uiterst zeldzame bijwerking van het coronavaccin van AstraZeneca vormt. ‘Tot nu deden de meeste gevallen zich voor bij vrouwen jonger dan 60 jaar’, luidt het in een mededeling.

In India zijn dan weer meer dan 70 miljoen dosissen gezet van het vaccin, maar daar worden de bijwerkingen niet publiek gemaakt. De Verenigde Staten heeft Vaxzevria nog altijd niet goedgekeurd.

Vanwaar dat verschil?

Als het bloedstollingsfenomeen is veroorzaakt door het vaccin, zou je een gelijkaardig aantal gevallen moeten zien in alle landen. Toch hebben het VK en Duitsland evenveel cases, terwijl het eerste land al bijna 7 keer meer gevaccineerd heeft. Dat betekent dat het gaat om 1 op 600.000 gevallen in het VK en 1 op 90.000 in Duitsland. Hoe kan dat?

Ten eerste gaat het om een rapporteringsgraad en niet om een incidentiegraad. Met andere woorden: Duitsland rapporteert bijzonder nauwgezet over de bijwerkingen. Maar het lijkt er ook op dat de verschillende vaccinatiestrategieën in de landen het verschil verklaren.

Het vaccin van de Brits-Zweedse farmaceut AstraZeneca en de Oxford universiteit kende in Europa immers een serieuze valse start. Het werd aanvankelijk niet toegediend aan mensen boven de 55 of 65 jaar, ook niet in België, omdat er in die groep een gebrek aan gegevens over de werkzaamheid was, maar wel aan prioritaire beroepen zoals zorgverleners en onderwijspersoneel, die voornamelijk uit jonge mensen en vooral vrouwen bestaan. Daarom kregen op het Europese vasteland beduidend meer jongere, vrouwelijke personen het vaccin van AstraZeneca dan in het VK, dat begon met de oudste bevolking in de rusthuizen en zo verder naar beneden ging. In Duitsland is bijna 90 procent van de mensen die het AstraZeneca-vaccin kregen jonger dan 60 jaar. In Noorwegen, waar VIPIT het meest voorkomt, is maar liefst 78 procent vrouw.

Waarom jonge vrouwen?

Zijn jonge vrouwen dan kwetsbaarder voor de bijwerking? Niet noodzakelijk, maar het is niet uitgesloten. Omdat jongere mensen een sterker immuunsysteem hebben en dus meer bijwerkingen, zou het kunnen dat in zeldzame gevallen een overreactie ontstaat waarbij bepaalde antilichamen de eigen bloedplaatjes aanvallen met trombose tot gevolg. De plaatjes in het bloed worden door het lichaam gebruikt om proppen te bouwen wanneer je een wonde hebt zodat die stopt met bloeden. Maar ze kunnen ook ongewilde proppen veroorzaken wanneer er iets misgaat met het immuunsysteem en de plaatjes aangevallen worden.

Het Britse joint committee on vaccines and immunisation (JCVI) oordeelt dat gezonde Britten tussen 18 en 29 jaar zonder onderliggende aandoeningen een ander vaccin dan AstraZeneca zouden moeten krijgen.

Het is ook zo dat jongere mensen, vooral jonge vrouwen, van nature al een iets hoger risico lopen op deze zeldzame combinatie trombose/trombocytopenie. Vrouwen lopen drie keer meer risico dan mannen. Vrouwen lijden bijvoorbeeld vaker aan auto-immuunziektes en ook het nemen van de pil verhogt het risico. De medische voorgeschiedenis en de genetica van de patiënt spelen mogelijk eveneens een rol.

Symptomen

Dat de gerapporteerde bloedproblemen een uiterst zeldzame bijwerking van AstraZeneca vormen (en trouwens ook van het vaccin van Johnson & Johnson, zo blijkt uit de klinische studies), hoeft niet het einde van het AstraZeneca-vaccin te betekenen. Het VIPIT-syndroom kan behandeld worden indien vroeg opgespoord (symptomen van de aandoening zijn onder andere hoofdpijn en wazig zicht meer dan vier dagen na vaccinatie), bijvoorbeeld door het inspuiten van immunoglobuline.

We mogen ook niet vergeten dat covid-19 zelf gelinkt wordt aan dit soort abnormale bloedstollingen. En in niet-coronatijden komt de aandoening natuurlijk ook voor. Ze varieert van 2 tot 16 gevallen per miljoen mensen elk jaar.

AstraZeneca enkel voor mannen of ouderen?

Hoewel de voordelen van het AstraZeneca voor de algemene bevolking nog steeds ontegensprekelijk zwaarder doorwegen dan de potentiële risico’s, is het maar de vraag of dat ook zo is voor pakweg vrouwen onder de 30 jaar, die amper of niet getroffen worden door ernstige covid-19. Zo oordeelt het Britse joint committee on vaccines and immunisation (JCVI) dat gezonde Britten tussen 18 en 29 jaar zonder onderliggende aandoeningen een ander vaccin dan AstraZeneca zouden moeten krijgen.

Het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (PRAC) van het EMA beveelt alvast geen leeftijdsgrens aan voor AstraZeneca. ‘In het algemeen zijn de voordelen van het vaccin tegen covid-19 groter dan het risico op bijwerkingen’, luidt het. Het EMA vraagt wel mensen die symptomen van zulke bijwerkingen ontwikkelen om meteen medische bijstand te zoeken. Het agentschap herinnert eraan dat de bijwerking zich binnen de twee weken na vaccinatie kan voordoen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content