Borstvoeding op het werk blijft taboe, ondanks recht op pauzes

Hoewel meer dan driekwart van de moeders begint met het geven van borstvoeding, daalt dat percentage snel als zij weer aan het werk gaan. Op de werkvloer is borstvoeding namelijk nog altijd een taboe, schrijft De Zondag.

In 2018 startten 78,6 procent van alle Vlaamse jonge moeders met het geven van borstvoeding. Na drie maanden daalde dat cijfer volgens de gegevens van Kind & Gezin tot 33,8 procent, na zes maanden zelfs tot 12,4 procent. De sterke achteruitgang heeft vooral te maken met het feit dat mama’s na 15 of 17 weken (bij tweelingen) weer aan de slag moeten.

Nochtans heb je in ons land als werkneemster recht op borstvoedingspauzes, een half uur als je vier uur werkt en een uur als je minstens zeven en een half uur werkt. Toch blijkt dat niet zo’n succes. In 2017 namen in ons land slechts 1.932 werkende mama’s borstvoedingspauzes op. Nog geen 2 procent, zo blijkt cijfers van het Rijksinstituutvoor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV).

‘Uit onze ervaringen weten we dat mama’s vaak zélf borstvoedingspauze moeten aanvragen bij hun werkgever. Dat kan anders’, zegt Anne Dedry, oprichtster van vzw De Bakermat (Kenniscentrum Borstvoeding, red.). Volgens Dedry ligt vooral het gebrek aan kennis aan de basis van de weinige pauzes. ‘Werkgevers zien organisatorische problemen, terwijl die best meevallen.’

Volgens Martine Vandevenne van het genderdepartement van het ABVV ligt er ook een soort druk op jonge mama’s. ‘Het is niet het meest voor de hand liggende recht om op te nemen’, zegt ze. Ook de administratieve rompslomp vergemakkelijkt de situatie niet.

Vandevenne pleit voor een beter omkaderd systeem omtrent borstvoeding op de werkvloer. ‘Het zwangerschapsverlof in België is kort en vrouwen kunnen 6 weken verliezen als ze voor de bevalling ziek zijn. Daarom pleiten wij ervoor dat iedereen recht heeft op 14 weken moederschapsrust om zo, indien gewenst, borstvoeding te geven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content