De graag vergeten slag om de schelde

September 1944: generaal Montgomery concentreert zich op operatie Market Garden. Een tactische vergissing. Geallieerde Sherman-tanks rijden over de pas veroverde brug in Nijmegen.

Na D-day moeten de geallieerden nog elf maanden stug doorvechten. Te grote ego’s zorgen voor spanningen tussen de Amerikaanse en Britse generaals, en daardoor voor onnodige en vaak noodlottige vertragingen. De Slag om de Schelde is een tweede D-day, zegt Dwight Eisenhower. Maar hij en de geallieerden willen die slag het liefst snel vergeten vanwege hun blunders in en rond Antwerpen.

Dwight Eisenhower wordt op 1 september 1944 de geallieerde opperbevelhebber in Europa. Het zint de Britse ijdeltuit Bernard Monty Montgomery niet dat hij als veldmaarschalk voortaan dient onder een Amerikaan die zijn vijfde generaalsster dan nog niet binnen heeft. Monty heeft bovendien een gloeiende hekel aan zijn collega George Patton, en hij heeft evenmin een hoge pet op van een derde Amerikaan, generaal Omar Bradley, met wie hij nauw moet samenwerken op hun marsroute naar Berlijn.

De drie generaals dienen elk hun eigen aanvalsplan in. Montgomery pleit voor één enkele dolkstoot naar Berlijn, dwars door de Ruhr, het industriële hart van het Derde Rijk. Zijn eigen leger van Britse en Canadese troepen zou dan voorrang krijgen bij de bevoorrading om de Maas, Waal en (Neder)Rijn in Nederland te kunnen oversteken. De andere ijdeltuit, George Patton, eist eveneens de leiding en de nodige brandstof op, en wil met zijn tanks eerst het zuidelijker Saargebied veroveren als de gemakkelijkste weg naar Berlijn. Vanzelfsprekend claimt de altiRd hoffelijke generaal Omar Bradley ook de leiding over de eindspurt – op papier is hij de meerdere van Patton en Montgomery. Bradley wil zijn troepen eerst door het centrum naar Frankfurt dirigeren.

30 augustus 1944: via de Schelde worden de voorraden voor de geallieerden aangevuld in Antwerpen.
30 augustus 1944: via de Schelde worden de voorraden voor de geallieerden aangevuld in Antwerpen.

Met alle denkbare middelen

Eisenhower kiest voor een compromis: een opmars over een zo breed mogelijk front. De legergroep van Montgomery krijgt wel de opdracht om snel, ten noorden van de Ardennen, door te stoten naar de kust van Nederland om er de V-bommen uit te schakelen. Volgens plan veroveren de geallieerden, met name de Canadezen, Brussel en Antwerpen op 3 en 4 september ’44. Dat de haven van Antwerpen ongeschonden in zijn handen valt, is voor Eisenhower een godsgeschenk. Want daarmee kan hij zijn aanvoerlijnen met honderden kilometers inkorten. Maar Montgomery verzuimt tot zijn ontzetting de monding van de Schelde veilig te stellen: hij ruimt de zeemijnen niet op en laat achteloos toe dat tienduizenden achtergebleven Duitsers zich diep ingraven op Walcheren, Zuid-Beveland, Zeeuws-Vlaanderen en in andere Festungen langs de Westerschelde. Hitler beveelt die troepen de monding te vergrendelen ” mit allen denkbaren Mitteln“.

In plaats van de aanvoer veilig te stellen, concentreert Montgomery zich in september nog volop op Market Garden. Hij wil met luchtlandingsoperaties over de grote rivieren in Nederland springen en daarmee het initiatief in de eindspurt herwinnen. Dat zijn persoonlijke ambitie hem parten speelt, blijkt uit de al te snelle voorbereiding van die grootse operatie. Dat klopt niet met zijn stijl. Montgomery staat erom bekend elke operatie nauwgezet en desnoods langdurig voor te bereiden. Ditmaal ziet hij – of zijn inlichtingendiensten – over het hoofd dat de Duitsers nieuwe en sterke tankbrigades samentrekken langs de rivieren in Nederland. Bewuste blindheid? Hij negeert alvast zijn inlichtingendiensten die hem dagelijks waarschuwen voor de Duitse wederopbouw langs de Westerschelde.

De Antwerpse haven wordt bijna onbeschadigd ingenomen door de Britten op 4 september 1944. Ze wordt het logistische verdeelpunt voor de geallieerde aanvoer van munitie en voorraden.
De Antwerpse haven wordt bijna onbeschadigd ingenomen door de Britten op 4 september 1944. Ze wordt het logistische verdeelpunt voor de geallieerde aanvoer van munitie en voorraden.

De Britse historicus Antony Beevor (Het Ardennen-Offensief, 2015) verwoordt het zo: “Market Garden is onthutsend slecht gepland met een minimale kans op succes en mag eigenlijk nooit worden uitgevoerd. De landingsplaatsen, en zeker die bij Arnhem, liggen te ver van de bruggen en het kan dan ook onmogelijk een verrassingsaanval worden.” De eerste en grootschalige luchtlandingen verlopen op 17 september aanvankelijk toch nog voorbeeldig. De Amerikaanse para’s stellen volgens plan de bruggen tussen Eindhoven en Vegel veilig. Maar bij Nijmegen missen ze een brug over de Waal. Dan is het aan de Britse para’s om de brug over de Nederrijn bij Arnhem in te nemen. Ze landen inderdaad te ver van Arnhem zodat maar één bataljon de cruciale brug bereikt.

Oneervol ontslag

In de dagen nadien mislukken alle pogingen om de situatie recht te trekken. Bovendien maakt het hardnekkige verzet van de Duitse pantsers het moeilijk om de wel veroverde bruggen in handen te houden. De Britse grondtroepen en pantsers, die de para’s aan de bruggen moeten aflossen, verliezen te veel tijd. De verliezen lopen rampzalig hoog op.

Nog vóór eind september blaast Montgomery Market Garden af. Hij legt de schuld nooit bij zichzelf, altijd bij anderen. Achter de rug van Eisenhower beklaagt hij zich zelfs bij de Amerikaanse stafchef in Washington, generaal George Marshall, over de leiderschapskwaliteiten van zijn opperbevelhebber. Na een ongenadig harde repliek van Eisenhower moet Winston Churchill bijspringen om een oneervol ontslag van zijn protegé af te wenden. Daarna focust Monty zich dan eindelijk toch op de Scheldemonding. Maar hij laat de klus over aan de Canadezen, om zichzelf weer te concentreren op zijn wedloop met Patton. Nog tijdens Market Garden, op 20 september, beveiligen de Polen de zuidelijke oever van de Westerschelde, van Terneuzen tot in Antwerpen. Maar daarna volgen vanaf begin oktober nog meer dan vijf weken van de meest verbeten gevechten van de ganse oorlog. Deze Slag om de Schelde wordt de grootste oorlogs operatie op Nederlands grondgebied. De Canadezen verdienen hier hun erenaam van ‘waterratten’. Ze worden bijgestaan door Britten, Polen en Fransen. Ook 78 Belgische commando’s van het No 10 (Inter-Allied) Commando onderscheiden zich hier. Er sneuvelen er twee van in de eindfase, de slag om Walcheren.

De strijd aan de haven: twee Britse soldaten zoeken dekking, terwijl anderen de brug oversteken om nieuwe posities in te nemen in de Antwerpse dokken.
De strijd aan de haven: twee Britse soldaten zoeken dekking, terwijl anderen de brug oversteken om nieuwe posities in te nemen in de Antwerpse dokken.

De geallieerden voeren talloze bestormingen uit over open, modderig terrein dat bijna nergens geschikt is voor tanks. Het met kanalen doorsneden Zeeland dwingt de aanvallers tot gedurfde amfibielandingen, onder vernietigend Duits artillerievuur. Aanvallen in de stromende winterregen worden gepareerd met even gedurfde tegenaanvallen over pas veroverde bruggen. De Canadese vlammenwerpers zaaien dood en verderf in de Duitse bunkers.

Tweede D-day

De geallieerden lanceren vier gecombineerde operaties vanuit Brugge, Moerkerke, Gent en Antwerpen. Ze klemmen eerst de toegang tot het schiereiland Zuid-Beveland af. Vervolgens ruimen ze moeizaam de ‘pocket van Breskens’ op, een oever- en kustzone tot in Zeebrugge, boven het Leopoldkanaal. Pas op 1 en 3 november bevrijden de Canadezen Knokke, Heist en Zeebrugge, de laatste stukjes België die worden bevrijd. Vervolgens lopen ze Zuid-Beveland helemaal onder de voet.

Het veroveren van het zwaar versterkte Walcheren wordt de laatste en moeilijkste klus. Door het bombarderen van de dijken wordt Walcheren grotendeels onder zeewater gezet. Een verschrikking voor het milieu, voor de aanvallers, voor de verdedigers en voor de burgerbevolking – die duidelijk kamp kiest door de geallieerden voortdurend de weg te wijzen. De Britten dopen de grimmige amfibieslag op Walcheren om tot een tweede D-day.

Op 6 november valt Middelkerke, en twee dagen later stoppen de Duitsers elk verzet in de Scheldemonding. De geallieerden verliezen tijdens de Slag om de Schelde 12.873 mannen onder wie 6.367 Canadezen. Ze maken 41.043 krijgsgevangenen. Het duurt nog weken vooraleer alle mijnen uit de Schelde zijn gevist. Op 28 november, de dag dat de schrijver Lode Zielens (Moeder, waarom leven wij?) in Antwerpen wordt begraven als slachtoffer van een V-bom, vaart het eerste geallieerde bevoorradingskonvooi de haven binnen. Het Canadese vrachtschip Fort Cataraqui vaart op kop. Dwight Eisenhower: “Nu we ongehinderd de Schelde kunnen opvaren, komt het einde van de nazi’s eindelijk in zicht.”

Nog tot 3 januari 2021 loopt in het themapark Seafront in Zeebrugge de tentoonstelling ‘Operatie Noordzee 1944-’45’ over de Slag om de Schelde. Oud-collega Gerry De Mol werkt mee aan deze tentoonstelling, en hierbij willen we hem bedanken voor zijn advies voor deze bijdrage.

De graag vergeten slag om de schelde

Geniale tacticus, waar zelfs de Führer bang voor is

Wie Slag om de Ardennen zegt, zegt generaal Patton. Toch was het bijna niet zover gekomen door de oorvijgen die de branieschopper in de ziekenboeg aan soldaten met shellshock uitdeelt. Zijn aanpak is onorthodox, maar als aanvoerder van het Derde Leger leidt hij de snelste opmars die de wereld tot dan toe gezien heeft.

George Smith Patton jr.

Amerikaanse generaal

° 11 november 1885, + 21 december 1945

Bekend om zijn geslaagde reddingsoperatie bij de Slag om de Ardennen

Bijnamen: Old Blood & Guts, The Old Man

Carrière in het leger

George Smith Patton jr. wordt geboren in een rijke Californische familie. Verhalen over zijn familie inspireren hem om naar de militaire academie van West Point te gaan. Als de VS in 1917 betrokken raakt bij de Eerste Wereldoorlog, wordt Patton benoemd tot onderbevelhebber van het Amerikaanse tankkorps. Tussen de twee wereldoorlogen werkt hij zich op in het leger.

Opvliegend, maar onmisbaar

Als de VS na de aanval op Pearl Harbor in 1941 meedoet aan de Tweede Wereldoorlog, wordt Patton in Noord-Afrika en later in Sicilië ingezet. Daar zet de opvliegende aanvoerder zijn carrière op het spel door soldaten met shellshock voor lafaards uit te maken en te slaan. De opperbevelhebber Eisenhower zet Patton op het strafbankje, maar na de invasie in juni 1944 in Normandië blijkt hij onmisbaar. Patton krijgt het commando over het Derde Leger om de patstelling te doorbreken. Binnen twee weken verslaan zijn tanklegers de Duitsers in Bretagne. Zijn uiterst snelle offensief leidt tot minder verlies bij zijn manschappen, omdat de vijand steeds wordt opgejaagd en niet in het defensief kan gaan.

Battle of the Bulge

Patton rukt vervolgens op naar de Duitse westgrens, maar dan verrassen de Duitsers de Amerikanen op 16 december 1944 met een tegenaanval in de Ardennen. In recordtijd bereikt Pattons Derde Leger België en speelt het een doorslaggevende rol in het Ardennenoffensief, oftewel de Battle of the Bulge. Op 23 maart staan de geallieerden aan de oostkant van de Rijn en is Duitsland zo goed als verslagen, met dank aan generaal Patton.

De graag vergeten slag om de schelde

Een eigenwijze generaal

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt Mark Wayne Clark benoemd tot de jongste luitenant-generaal in het Amerikaanse leger tot nog toe, ook al hebben zijn beslissingen de oorlog verlengd en zo tienduizenden levens gekost.

1 mei 1896, + 17 april 1984

Militaire opleiding in West Point

Vecht tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk als kapitein

Dient als generaal tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Koreaanse Oorlog

Laatste van de klas

Samen met klasgenoot Dwight D. Eisenhower studeert Mark Wayne Clark in 1915 af aan de militaire academie van West Point… als laatste van de klas. Zijn carrière neemt een vlucht tijdens de Tweede Wereldoorlog: hij krijgt het bevel over de Amerikaanse landstrijdkrachten in Engeland in juli 1942. Clark is nauw betrokken bij Operatie Torch, de eerste samenwerking tussen de Amerikanen en de Britten.

Blunder na blunder

Als commandant van het Amerikaanse Vijfde Leger speelt hij een belangrijke rol bij de verovering van Italië. Bij de Slag om Monte Cassino geeft hij op 4 januari 1944 het omstreden bevel om het middeleeuwse klooster te bombarderen. Daarbij komen schuilende vluchtelingen om. Na het bombardement zijn de kloosterruïnes een strategische positie voor de Duitsers. Later die maand probeert Clark de Gustav-linie te doorbreken door de Gari-rivier over te steken. Hierdoor sterven veel van zijn manschappen.

Extra doden

Zes maanden later besluit Clark om Rome te bevrijden in plaats van het Duitse Tiende Leger terug te dringen, zoals de Britse generaal Harold Alexander hem beveelt. Als triomfator trekt hij op 5 juni 1944 de stad binnen, maar zijn beslissing heeft tot gevolg dat de oorlog in Italië langer duurt en dat tienduizenden mensen extra sterven. Ondanks alles bevordert Eisenhower zijn vriend Clark in 1945 tot luitenant-generaal. Daarmee wordt hij met zijn 48 jaar de jongste generaal met vier sterren ooit in het Amerikaanse leger. In 1953 wordt hij president van de Citadel in Charleston, South-Carolina, een van de oudste militaire academies in Amerika. In 1984 overlijdt hij op 87-jarige leeftijd.

Partner Content