Cineast Thierry Michel toont gruwel van geweld in Congo: ‘Waarom gaan de daders vrijuit?’

Presidenten, generaals, politiechefs: allemaal zijn ze verantwoordelijk voor onnoemelijk leed bij de burgerbevolking.

Massagraven, groepsverkrachtingen en snuffmovies: de beelden van L’empire du silence, Thierry Michels negende en laatste Congofilm, komen keihard binnen. Op woensdag 19 januari gaat de film in België in roulatie in de bioscoop. Knack sprak met de documentairemaker over een kwarteeuw straffeloosheid – onder anderen van twee zittende presidenten – en over zijn diepe vriendschap met de hoofdrolspeler, Nobelprijswinnaar voor de Vrede Denis Mukwege.

Een dag na de wereldpremière van zijn nieuwe Congofilm is Thierry Michel naar eigen zeggen moe maar tevreden. ‘Nooit eerder zo’n ovatie gekregen’, vertelt hij ons in de lobby van een Brussels hotel. ‘De hele aftiteling lang stonden de 650 genodigden in het Théâtre National te applaudisseren.’ Als graadmeter van het enthousiasme kan dat inderdaad tellen, want het is een indrukwekkende namenlijst die na het slotbeeld van L’empire du silence over het scherm rolt. Michels negende Congodocumentaire biedt een verbijsterend overzicht van de oorlogsgruwelen die het land de voorbije 25 jaar hebben geteisterd.

Natuurlijk zijn de grote lijnen bekend. Dat de Rwandese genocide van 1994 uitmondde in de Eerste Congolese Burgeroorlog, die de val van dictator Mobutu Sese Seko versnelde en Laurent-Désiré Kabila aan de macht bracht. Dat anderhalf jaar na die regimewissel een tweede burgeroorlog uitbrak, toen Kabila zijn Rwandese broodheren aan de kant probeerde te schuiven. Dat conflict, een ‘Afrikaanse wereldoorlog’ genoemd omdat er niet minder dan negen landen bij betrokken raakten, eiste tussen 1998 en 2003 meer dan vijf miljoen slachtoffers. Ondanks alle bilaterale vredesakkoorden is het geweld nadien nooit gestopt. Zeker niet in Oost-Congo, waar reguliere legereenheden en tientallen milities in steeds wisselende coalities elkaar bestrijden, met de controle over bodemrijkdommen als inzet en onnoemelijk leed voor de burgerbevolking als neveneffect.

Niks nieuws onder de zon, inderdaad, alleen wordt de geschiedenis hier wel erg rauw geserveerd. Michel combineerde fragmenten uit zijn vorige Congofilms met nieuwe of nooit eerder vertoonde beelden, getuigenissen en interviews, gedraaid aan de rand van een massagraf of op de plaats waar een bloedbad of groepsverkrachting plaatsvond. De schokkendste beelden plukte hij van sociale netwerken, waar ze argeloos werden gepost door massamoordenaars die kennelijk trots zijn op hun werk. Ondraaglijk soms om naar te kijken, maar de regisseur bezondigt zich nergens aan gratuite horror. De beelden passen in de glasheldere chronologie van een documentaire die de totale straffeloosheid aanklaagt waarmee in Congo oorlogsmisdaden en andere inbreuken tegen de mensheid worden gepleegd.

Dat daders hun eigen misdaden filmen en via sociale netwerken verspreiden, wijst erop hoe diep de cultuur van straffeloosheid zit ingebakken.

Aanklager van dienst is Denis Mukwege, de Congolese gynaecoloog die in zijn kliniek in Zuid-Kivu duizenden slachtoffers van seksueel geweld heeft behandeld. Daarover draaide Michel eerder L’homme qui répare les femmes, een film uit 2015 die in 28 landen werd uitgebracht en ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Mukwege in 2018.

Zijn boezemvriend, door Michel steevast ‘le docteur’ genoemd, miste de première van L’empire du silence door een medische ingreep in een Brussels ziekenhuis. Een andere aangekondigde vip die verstek gaf, was Charles Michel. Geen familie overigens, maar de cineast heeft wel een vermoeden waarom de Europese president zich op de valreep liet verontschuldigen. ‘Gisteren verscheen in Le Soir al een pikant opiniestuk over mijn film’, zegt hij. ‘Met de namen van leiders die in opspraak worden gebracht. Dat zijn geen kleine jongens, er zitten onder meer twee presidenten in functie tussen. Wellicht was Michel bang dat hij op zere tenen zou trappen door de première bij te wonen.’

Ook in uw eerste film over dokter Mukwege werden het geweld en de straffeloosheid in Oost-Congo aangeklaagd. Waarom was deze film dan nog nodig?

Thierry Michel: Ik maak al dertig jaar films over Congo. Na L’homme qui répare les femmes dacht ik dat ik er klaar mee was, de film leek me een logisch eindpunt. Het is le docteur die me van gedachte heeft doen veranderen. Onze vorige film ging over de slachtoffers, zei hij, nu is het tijd om de andere kant van de medaille te belichten door te focussen op de verantwoordelijken voor het geweld. Voor le docteur is de strijd tegen de straffeloosheid een levensmissie geworden. In de film vertelt hij waarom: twintig jaar geleden heeft hij in zijn ziekenhuis de eerste slachtoffers van seksueel geweld behandeld. Jaren later heeft hij de dochters van die slachtoffers, piepjonge meisjes nog, met dezelfde trauma’s behandeld. ‘Ik heb geen zin om straks ook nog de kleindochters als slachtoffer van seksueel geweld te behandelen’, zegt hij.

Met dat uitgangspunt zijn we (ook Le Soir-journaliste Colette Braeckman was bij het filmproject betrokken, nvdr) naar Luc Henkinbrant gegaan, een goede vriend die tien jaar lang als waarnemer voor de VN-mensenrechtencommissie in Rwanda en Congo heeft gewerkt. Hij is een van de architecten van het Congo Mapping Report, een document waarvan het belang niet kan worden overschat. Het Mapping Report diende niet alleen als leidraad tijdens het hele productieproces, het is bovendien een hoofdthema in de film.

Dat rapport is een inventaris van 617 zware geweldincidenten die tussen maart 1993 en juni 2003 werden gepleegd, compleet met data, locatiegegevens en geverifieerde getuigenissen. Het werd in 2010 door de VN gepubliceerd, maar zonder de lijst met mogelijke verantwoordelijken. Waarom die geheimhouding?

Michel: Dat is de vraag die le docteur in zijn aanvaardingsspeech in Oslo heeft gesteld – een van de grote redevoeringen van onze tijd, als je het mij vraagt. Er bestaat een gedetailleerd rapport over de oorlogsmisdaden die tegen mijn volk werden gepleegd, zei hij, de namen van de verantwoordelijken staan erin. Waarom ligt het te beschimmelen in een lade? Waarom gebeurt er niks mee?

Ja, waarom?

Michel: Ik ben in Genève uitleg gaan vragen bij het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten (OHCHR) van de VN. Dan hoor je dat ze de lijst van potentiële daders geheimhouden om de veiligheid van de getuigen te waarborgen. Een dooddoener natuurlijk, alsof ze vele jaren na de oorlog in Duitsland zouden hebben gezegd dat ze de nazi’s niet konden vervolgen uit angst voor represailles door neonazi’s. We moesten geduld hebben, zeiden ze nog in Genève, de lijst zou gebruikt worden als er op een dag een onderzoek wordt ingesteld. Maar dat is het hele punt: het Mapping Report is meer dan tien jaar oud, de onderzochte feiten werden 20 tot 25 jaar geleden gepleegd. Waarom zolang wachten? Dat is belachelijk.

Omdat geen enkele instantie het initiatief neemt voor zo’n onderzoek, zoals de woordvoerder van het OHCHR terloops vaststelt. Logischerwijze zou de VN-Veiligheidsraad een Congotribunaal instellen, naar het voorbeeld van het Rwandatribunaal in Arusha. Waarom is daar geen animo voor?

Michel: Er is een blokkade op twee niveaus, in Congo en op de internationale scène. Vergeet niet dat veel oorlogsmisdaden door buitenlandse actoren werden gepleegd. Makkelijk zal het niet worden, maar we kunnen alvast de voorbereidende stappen voor een echt onderzoek doen. Alleen al het vrijwaren van de bewijzen is hoogdringend, want massagraven kunnen snel worden opgeruimd. Als het voor de jezidi’s kan, waarom dan niet voor de Congolese slachtoffers? De forensische capaciteit kan geen probleem zijn.

Alleen al het vrijwaren van de bewijzen is hoogdringend, want massagraven kunnen snel worden opgeruimd.

Ook zonder het geheime annex van het Mapping Report kunnen opdrachtgevers en daders worden geïdentificeerd: in L’empire du silence worden velen met naam en toenaam genoemd. Het gaat onder meer om de gewezen Congolese president Laurent-Désiré Kabila, de Rwandese leider Paul Kagame en diens rechterhand James Kabarebe, de Oegandese president Yoweri Museveni en de Congolese generaals John Numbi en Gabriel Amisi. Neemt u geen risico door die machtige mannen zonder proces aan te klagen?

Michel: Ik spreek me zelf niet uit maar laat getuigen aan het woord, slachtoffers, journalisten of mensenrechtenactivisten die weten wat er is gebeurd en wie de bevelen gaf. Zo staat vast dat James Kabarebe het bevel voerde over de Rwandese troepen die in 1997 in Tingi Tingi een bloedbad onder Hutu-vluchtelingen hebben aangericht. En we weten dat Kabarebe toen geassisteerd werd door een zekere commandant Hipo, de oorlogsnaam van de latere president Joseph Kabila. We weten even zeker dat Gabriel Amisi Kumba in mei 2002 de regie voerde bij de golf van willekeurige executies, verkrachtingen en plunderingen in Kisangani. Dat deed hij als bevelhebber van rebellenbeweging RCD-Goma, wat hem overigens niet heeft belet om na 2003 carrière te maken in het Congolese regeringsleger, de FARDC. Onder president Joseph Kabila is hij zelfs tot de nummer twee van de chefs van staven opgeklommen, en ook zijn opvolger ziet blijkbaar geen graten in een met oorlogsmisdaden besmeurd verleden. Integendeel, Félix Tshisekedi heeft generaal Amisi volmachten gegeven om orde op zaken te stellen in het woelige noordoosten van Congo. Zo ziet straffeloosheid er in de praktijk uit.

Het kan nog erger, blijkt uit het geval Gédéon Kyungu, een leider van de Mai-Maimilitie die jarenlang terreur zaaide in Katanga.

Michel: Dat is zacht uitgedrukt, Kyungu is een oorlogsmisdadiger van het allerergste soort. Een medewerker van Artsen zonder Grenzen heeft hem ooit in de brousse ontmoet. Bleek dat hij de testikels van zijn slachtoffers in een emmer verzamelde. Kyungu werd in 2009 gearresteerd en ter dood veroordeeld voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Twee jaar later wist hij uit de gevangenis te ontsnappen. Hij hergroepeerde zijn separatistische militie en begon opnieuw met het terroriseren van dorpen en burgers. Maar toen was er een plotwending waarop de Congolese politiek een patent heeft: in 2016, niet toevallig het jaar waarin presidentsverkiezingen stonden gepland, werd Kyungu met zijn militie officieel gerehabiliteerd. Veroordeeld oorlogsmisdadiger of niet, president Kabila had hem nodig om in Katanga campagne te voeren.

Toch één lichtpuntje: generaal John Numbi is in maart naar Zimbabwe gevlucht nadat de Congolese justitie hem alsnog wilde vervolgen voor de moord op de mensenrechtenactivist Floribert Chebeya en diens assistent in 2010. U hebt over het eerste proces voor de militaire rechtbank in 2012 de ophefmakende documentaire L’affaire Chebeya, un crime d’état? gedraaid. Niemand twijfelde eraan dat de toenmalige politiebaas Numbi achter de dubbele moord zat, maar toch zat hij niet op de beklaagdenbank. Wat is er veranderd?

Michel: De politieke context. Als absolute vertrouweling van de clan-Kabila heeft Numbi onder president Tshisekedi zijn rugdekking verloren. Maar ik heb zelf mijn steentje bijgedragen. Floribert Chebeya was een goede vriend, zijn gewelddadige dood was voor mij een schok. Ik heb als enige buitenlander het hele proces bijgewoond en gefilmd. Het was een surrealistische ervaring. Rechters, beklaagden en getuigen vertolkten hun rol, goed beseffend dat ze in een toneelstuk speelden. John Numbi was erbij, maar dan als getuige. Hem vervolgen was onmogelijk, omdat hij als driesterrengeneraal hoger in rang stond dan de militaire rechters.

Na de release van de film ben ik jarenlang persona non grata geweest in Congo, maar ik ben de zaak blijven opvolgen. Zo ben ik vorig jaar twee voortvluchtige moordenaars op het spoor gekomen, gewezen politieagenten die bij het complot betrokken waren. Ze waren naar het buitenland gevlucht uit vrees voor hun eigen leven. Zie je, Numbi voelde al een poosje dat de grond heet werd onder zijn voeren. Toen de gewezen politieagenten naar Numbi’s landgoed in Katanga werden ontboden, beseften ze meteen dat ze zouden worden geliquideerd. Sindsdien hebben ze geen reden meer om te zwijgen. In hun getuigenis geven ze veel details over de uitvoering van het moordcomplot en de cover-up achteraf.

In een maatschappij waar alle morele bakens zijn verdwenen, is de mens in staat tot gruwelen die zelfs in de dierenwereld ondenkbaar zijn.

L’empire du silence bevat ook beelden uit snuffmovies. Zo zien we de moord uit 2017 op twee VN-medewerkers, een Amerikaan en een Zweedse, die door een gewapende bende werden onderschept toen ze op weg waren om een massagraf te inspecteren. De gsm-beelden, door de daders zelf gemaakt, zijn van slechte kwaliteit maar niettemin schokkend. Waarom vond u ze relevant?

Michel: Met die dubbele moord werd de straffeloosheid naar een ander niveau getild. Dat blanken werden geviseerd, VN-medewerkers nota bene die onder het mandaat van de Veiligheidsraad opereerden, was ongezien. Maar het ergste was de lauwe reactie van de VN zelf. De moord speelt zich af tegen de achtergrond van de volksopstand van de Kamwina Nsapu, die in 2016 in de Kasaï is losgebarsten, een boerenrevolte in feite die door het leger en de politie met buitensporig geweld werd beantwoord. Er zijn ernstige twijfels bij de officiële versie dat de twee door rebellen werden vermoord, maar de VN hebben erg weinig moeite gedaan om de waarheid te achterhalen. Blijkbaar mochten de relaties met Kinshasa en de positie van de VN-vredesmacht Monusco niet in het gedrang komen. Ik ben daarover gaan praten met de toenmalige Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, de Jordaniër Zeid Ra’ad al-Hussein. Die geeft toe dat zijn organisatie in Congo heeft gefaald, een onthutsende uitspraak.

Maar die beelden zijn om nog een reden relevant: dat daders hun eigen misdaden filmen en via sociale netwerken verspreiden, wijst erop hoe diep de cultuur van straffeloosheid zit ingebakken. In de film zie je ook een confrontatie tussen het leger en de Kamwina Nsapu, dorpelingen die met weinig meer dan stenen en stokken bewapend waren. De soldaten filmden hoe ze iedereen overhoopschieten, vrouwen en kinderen inbegrepen. Het is afschuwelijk, een stervende vrouw kreeg nog een salvo in haar genitaliën. ‘On est venu pour restaurer l’orde’, hoor je een van de soldaten zeggen. Toen ik die beelden in handen kreeg, heb ik ze zelf online gezet om de Congolese autoriteiten ertoe aan te sporen een einde aan die oorlogsmisdaden te maken. Dat ik daarna door de woordvoerder van president Kabila op een persconferentie voor leugenaar werd uitgescholden, kon me niets schelen. Erger was dat ik door YouTube werd gecanceld.

Net als bij L’homme qui répare les femmes blijft de kijker zich tijdens deze film verbazen over de wreedheid van het geweld in Congo. Ziet u een verklaring?

Michel: In een maatschappij waar alle morele bakens zijn verdwenen, is de mens in staat tot gruwelen die zelfs in de dierenwereld ondenkbaar zijn. Tegenstanders worden niet gewoon overhoopgeschoten, maar aan mootjes gehakt. Verkrachtingen zijn een verhaal apart. Een man die een vrouw verkracht om zijn lust te bevredigen, dat is één zaak. Iets heel anders is de praktijk waarmee le docteur in zijn ziekenhuis wordt geconfronteerd: vrouwen worden eerst verkracht, vaak in groep, en daarna worden ze met de meest ondenkbare voorwerpen gepenetreerd om hun genitaliën te verminken. Dat is meer dan alleen seksueel geweld, het is een wapen om gemeenschappen te terroriseren. Let wel: Congo heeft geen monopolie op dit soort gruwel. Kijk naar de drugskartels in Mexico, of naar het geweld in Syrië en Irak.

***

En dan wordt ons gesprek onderbroken door een hotelgast die gisteren de filmpremière heeft bijgewoond. Het blijkt de echtgenote van Scott Campbell, tussen 2011 en 2014 vertegenwoordiger van het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen in Congo. De Amerikaan speelt een hoofdrol in L’empire du silence, onder meer als auteur van een rapport over een massagraf in Mbandaka van Hutu-vluchtelingen die tijdens de eerste Congolese Burgeroorlog werden afgeslacht. Geen sinecure, Campbell heeft tijdens zijn missie voor zijn leven gevreesd en werd na de publicatie van het rapport het land uitgewezen.

Thierry Michel grijpt de ongeplande ontmoeting aan om te lobbyen. Of mevrouw Campbell in de States geen goede distributeur kan vinden? De vorige film over dokter Mukwege heeft weliswaar een prestigieuze vertoning bij de VN in New York gekregen, maar voor het overige heeft de documentaire zijn Amerikaanse release door een klungelende verdeler compleet gemist. In één moeite polst hij naar de betaalbaarheid van dialyse in de VS. Michel maakt er geen geheim van dat hij met zware gezondheidsproblemen kampt. Een ongeneeslijke nierziekte, volgens hem het gevolg van een eerdere kankerbehandeling, wordt met experimentele medicatie afgeremd.

Tijd verliezen staat dan ook niet in het woordenboek van de in Luik residerende cineast, die bij de overstromingen deze zomer het grootste deel van zijn filmarchief verloor. Onmiddellijk na ons gesprek vertrekt hij naar het filmfestival van Carthago in Tunesië, dat de primeur van zijn nieuwe documentaire krijgt. De Belgische release volgt pas in januari (zie meer onderaan). In afwachting wil Michel zijn film zo snel mogelijk voorstellen in Congo, nu zijn lichaam het hem nog toestaat. Maar de Congolese ambassade weigerde hem in eerste instantie een inreisvisum te geven.

Cineast Thierry Michel toont gruwel van geweld in Congo: 'Waarom gaan de daders vrijuit?'
© Debby Termonia

Waarom bent u niet echt welkom in het Congo van president Tshisekedi?

Michel: Het is bizar. De voorbije twee jaar werd me geen strobreed in de weg gelegd. Visum, filmtoelating, ik kreeg meteen alle vergunningen, ook van lokale autoriteiten. Maar ik heb zo’n ommekeer al eerder meegemaakt. Onder Laurent-Désiré Kabila werd ik eerst als een medestander verwelkomd omdat ze wisten dat ik ooit door Mobutu in de gevangenis was gegooid en het land uitgezet. Lang heeft dat niet geduurd, onder beide Kabila’s ben ik verschillende keren uit de gratie gevallen. Waar het schoentje dit keer knelt? Deze film biedt natuurlijk geen fraai beeld, ook niet van de recente geschiedenis. Op het einde zie je hoe woedende vrouwen in Kananga om gerechtigheid schreeuwen. ‘ Le sang va crier’, zingen ze. Dat die scène in de Kasaï, het bolwerk van de clan-Tshisekedi, werd opgenomen, zal bij de president hard aankomen.

Kan het ook te maken hebben met de figuur van Denis Mukwege, die als een messias wordt opgevoerd? Volgens hardnekkige geruchten koestert hij politieke en misschien zelfs presidentiële ambities.

Michel: Voor heel veel Congolezen, en zeker voor de vrouwen in Oost-Congo, is hij inderdaad een soort messias. Straatarme mensen collecteren geld in de hoop dat hij aan de volgende presidentsverkiezingen zal meedoen.

Is dat realistisch?

Michel: Nee, en dat beseft hij zelf maar al te goed. Zodra hij zich in de politiek stort, zal zijn aura van integriteit wegsmelten als sneeuw voor de zon. Dat zou zonde zijn, want hij is onvervangbaar als activist en kampioen van de civiele samenleving. Le docteur staat boven het gewoel, de enige leider die compromisloos de waarheid vertelt. Op gevaar van eigen leven overigens, twee van zijn rechtstreekse medewerkers werden al vermoord. Hij werkt niet alleen Congolese autoriteiten op de zenuwen. In Kigali kunnen ze zijn bloed wel drinken, James Kabarebe heeft zijn Nobelprijs ‘de Nobelprijs van de schande’ genoemd.

Kunt u nog optimistisch zijn over Congo?

Michel: Dertig jaar geleden ben ik begonnen met het documenteren van het einde van Mobutu. Als de dictatuur valt, zo dacht ik, zal het Congolese volk eindelijk de weg vinden naar vrijheid en ontwikkeling. Dat bleek naïef, Congo is een land dat telkens weer zijn rendez-vous met de geschiedenis mist. De komst van Kabila, het einde van de tweede burgeroorlog, de eerste democratische verkiezingen: telkens flakkerde de hoop op, waarna algauw de ontnuchtering volgde. Wordt het onder Félix Tshisekedi anders? Iedereen weet dat hij niet door het volk werd verkozen, maar zijn presidentschap dankt aan een deal met zijn voorganger Kabila. Geen veelbelovend begin, maar er is de voorbije twee jaar wel iets ten goede veranderd. De Congolezen hebben hun angst afgelegd, ik stond vaak verbaasd over de vrijheid waarmee ze voor mijn camera hun kritiek durfden te uiten.

Wat hoopt u met deze film te bereiken?

Michel: Ik hoop op een effect zoals de eerste film over le docteur. Die heeft ertoe geleid dat verkrachting als oorlogsmisdaad werd erkend, en dat er meer aandacht kwam voor de zogenaamde bloedmineralen, de roof van Congolese bodemrijkdommen die het geweld aandrijft. Idealiter wordt L’empire du silence een instrument voor le docteur in zijn strijd tegen de straffeloosheid. Zelf voel ik me evenwel geen activist, ik ben een cineast die ook oog heeft voor de prachtige landschappen en de shakespeariaanse personages die deze film dragen. Dat die een helder overzicht biedt van 25 jaar chaotische geschiedenis, zie ik als een pedagogische meerwaarde. Maar of ik L’empire du silence aan middelbare scholieren zou tonen, laat staan aan mijn 16-jarige kleindochter? Nee, daarvoor komt hij te hard aan.

Bekijk een trailer

Justice For Congo : The Trailer

« #JusticeForCongo » est une campagne de mobilisation internationale qui réclame la fin de l’impunité pour les auteurs de crimes de masse depuis 25 ans au Congo. Il est temps que la communauté internationale mette en place une justice indépendante et impartiale pour condamner ces criminels. Notre objectif est de récolter des fonds pour créer les outils de cette campagne, notamment en portant le nouveau film de Thierry Michel « L’Empire du Silence » devant les grandes organisations internationales telles que les Nations Unies, le Parlement européen, etc. Dans le cadre de la diffusion internationale de ce film dans de nombreux pays en Europe, Amérique et Afrique, nous comptons organiser une tournée spécifique dans les six provinces martyres de RDCongo où le film a été tourné. Pour soutenir le projet, faites un don ! ➡️ https://justiceforcongo.com/

Posted by Justice For Congo on Wednesday, November 17, 2021

Meer info: justiceforcongo.com/

Thierry Michel

– 1952: geboren in Charleroi

– Gaat op zijn zestiende aan de Brusselse filmschool IAD studeren

– Debuteert met documentaires en sociaalrealistische films over mijnwerkers en staalarbeiders

– 1987: draait een documentaire in Marokko, daarna een over straatkinderen in Rio

– 1992: maakt Zaire, le cycle du serpent over het Zaïre van Mobutu. Daarna volgen nog acht Congofilms, waaronder Congo River en L’homme qui répare les femmes

– Zijn filmografie omvat intussen 33 titels

– Won 15 binnen- en buitenlandse prijzen

– 14 juli 2021: verliest grootste deel van zijn archief bij overstroming van zijn productiehuis in Luik

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content