Van ramkoers naar de onderhandelingstafel en terug: vinden het VK en de EU een brexitakkoord?

© Dino
Kamiel Vermeylen

Maandag starten de onderhandelingen over de toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. ‘De zenuwen lopen op. Na enkele weken volgt hoe dan ook een fikse confrontatie.’

‘Het verschil tussen een brexit met of zonder akkoord wordt stilaan bijzonder klein’, waarschuwt een goedgeplaatste Europese diplomaat aan Knack. ‘Aanvankelijk geloofde iedereen nog in een diepgaande handelsrelatie tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Maar intussen hebben we de verwachtingen zo hard naar beneden moeten bijstellen, dat de kost tussen een deal of een no-deal erg klein is geworden.’ Wat dat betekent? ‘Akkoord of geen akkoord: de klap wordt hard.’

Parallelle onderhandelingsrondes

Van maandagnamiddag tot donderdagmiddag beginnen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk in Brussel aan de eerste onderhandelingsronde over de toekomstige relatie. ‘De gesprekken worden opgesplitst in elf onderwerpen die parallel naast elkaar lopen’, vertelt professor Europees Recht Peter van Elsuwege (UGent). Afwisselend vinden de verschillende onderhandelingsrondes plaats in Brussel en in Londen. Voertaal tijdens de gesprekken is het Engels.

De twee wacht een aartsmoeilijk karwei. Voor de eerste keer in de geschiedenis knopen twee partijen gesprekken aan om samenwerking terug te schroeven en barrières op te trekken. Dat zal de psychologie en de emotie van de gesprekken indringend bepalen. Aanvankelijk werd aangenomen dat de komende onderhandelingen nog lastiger zouden worden dan de vorige. Met terugblik op de afgelopen drie jaar voorspelt dat weinig goeds. Bovendien hebben beide partijen maar een achttal maanden de tijd om de klus te klaren, wil het akkoord op tijd goedgekeurd en omgezet worden. Een regelrecht huzarenstuk.

Zowel het Verenigd Koninkrijk als de Europese Unie willen een diepgaande handelsovereenkomst, maar de twee verschillen fundamenteel over de voorwaarden van die samenwerking. Vorige week dreigde de Britse regering van premier Boris Johnson ermee om vroegtijdig uit de onderhandelingen te stappen. Aan Europese zijde liet hoofdonderhandelaar Michel Barnier optekenen dat het Verenigd Koninkrijk de gemaakte afspraken eerst moet nakomen. Van een goede start gesproken.

Je kan toch geen vrijhandelsakkoord afsluiten met een derde land dat de werking van de interne markt bedreigt?

Griekse Tempel

Brussel en Londen verschillen bijvoorbeeld grondig van mening over de landingszone. De eerste wil een alomvattend akkoord in de vorm van een associatieakkoord waarin zowel de economische component als de veiligheidssamenwerking vervat zit. Dat illustreerde het enkele weken geleden met een presentatie waarin de zogenaamde ‘Griekse Tempel’-structuur (zie afbeelding) uit de doeken werd gedaan: er zijn verschillende pijlers die tijdens de gesprekken aan bod komen, maar die moeten voor de Unie deel uitmaken van het totaalpakket. ‘Alles onder één dak. Op die manier willen de sectoren waar we sterk in staan als hefboom gebruiken voor andere sectoren waar we een mindere onderhandelingspositie hebben’, ligt de Europese diplomaat toe.

De Griekse Tempel-structuur op basis waarvan de Europese Unie een alomvattend akkoord met het Verenigd Koninkrijk wil onderhandelen.
De Griekse Tempel-structuur op basis waarvan de Europese Unie een alomvattend akkoord met het Verenigd Koninkrijk wil onderhandelen.© .

Voor de Unie staat eenheid tussen de 27 lidstaten opnieuw met stip op één. In Europese kringen wordt keer op keer benadrukt dat de landen de komende periode schouder aan schouder moeten blijven staan. ‘De inzet en de druk zal groter zijn dan bij de vorige onderhandelingsronde. We moeten voorkomen dat nieuwe pogingen om ons uit elkaar te spelen geen gevolg krijgen’, licht de Europese diplomaat toe. Ter illustratie: logischerwijs geven de Polen niet zozeer om de Belgische visserij, terwijl de Belgen op hun beurt minder wakker liggen van de Poolse voedingsindustrie. Maar als de Polen de Belgen steunen, dan mogen ze omgekeerd ook de nodige solidariteit verwachten.

De Britten willen op hun beurt liever verschillende afzonderlijke akkoorden sluiten over een heleboel thema’s. Op die manier hopen ze naar eigen goeddunken meer uit de brand te slepen op domeinen die ze belangrijk achten. Zo wil Londen jaarlijks afspraken over visserij heronderhandelen, terwijl de Unie voor juli garanties wil dat de huidige toegang tot de Britse wateren bewaard wordt. Het thema Buitenlandse Zaken stond zelfs helemaal niet verwerkt in de startpositie die de Britten vorige week openbaar maakten, wat de indruk geeft dat ze de kwestie liever ad hoc willen bespreken als ze de tijd rijp vinden. Voor de Unie een lastige zaak, want Brussel wil de Britten nauw betrekken bij sanctiemechanismen tegen derde landen.

Hete Hangijzers

Tot zover de uiteenlopende kijk op de aanpak van de onderhandelingen die bij het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie leeft. Moeilijker worden evenwel de inhoudelijke aspecten van de economische poot van de gesprekken. De Europese Unie eist namelijk een gelijk speelveld – ook wel een Level Playing Field genaamd – van het Verenigd Koninkrijk om oneerlijke concurrentie te vermijden.

Zo baart het de Unie – Frankrijk op kop – zorgen dat de regering-Johnson Britse bedrijven ongeoorloofde staatssteun zal verlenen, waardoor die hun producten goedkoper kunnen aanbieden dan hun Europese concurrenten. ‘De Britten vallen na de transitieperiode niet meer onder het Europees concurrentiebeleid. Maar Britse staatssteun en vlotte toegang tot de Europese markt zijn twee zaken die niet samengaan’, aldus een specialist binnen de Europese Commissie. Boris Johnson merkt terecht op dat onder meer Frankrijk en Duitsland meer subsidies uittrekken dan de Britten. Maar dat is nu net het voordeel van Europees lidmaatschap. Een buitenstaander kijkt aan tegen minder markttoegang, een lidstaat hoogstens tegen een inbreukprocedure.

In het begin zal het allemaal nog meevallen, maar na enkele weken evolueren we hoe dan ook naar een hoogoplopende confrontatie.

En wat met arbeidsvoorwaarden en milieustandaarden die de Britten willen hanteren? Voor de Unie is de oplossing voor dat probleem zonneklaar: het Verenigd Koninkrijk moet de Europese regels respecteren als het zonder al te veel belemmeringen markttoegang wil. Niet alleen de huidige Europese regels, maar ook diegene die in de toekomst bepaald worden. Waarom zulke strenge voorwaarden? Brussel beargumenteert dat het Verenigd Koninkrijk een speciale klant is: een economische grootmacht die bovendien op een boogscheut van de Europese Unie verwijderd ligt.

Voor de Britse regering is dat een regelrechte aanval op de soevereiniteit van het land. ‘Wat betekent de brexit als we de controle over het Koninkrijk niet kunnen herstellen?’, luidt het. Sommige brexiteers, die aanzienlijk vertegenwoordigd zijn in de regering-Johnson, verkiezen in dat geval liever een uitstap zonder akkoord. De Britten beargumenteren bovendien dat geen enkel ander derde land zulke rigide handelsvoorwaarden opgelegd krijgt en merken – soms terecht – op dat hun standaarden op enkele domeinen al veeleisender zijn dan die van de Unie.

Scheidingsakkoord

Maar wat de Unie het meest zorgen baart is de manier waarop de Britten momenteel omgaan met de afspraken uit het scheidingsakkoord. Daarin werd overeengekomen dat Noord-Ierland juridisch wel bij het Verenigd Koninkrijk blijft, maar in de praktijk wel in de Europese douane-unie en interne markt blijft. In de praktijk betekent het dat producten vanuit Groot-Brittannië naar Noord-Ierland moeten worden gecontroleerd als die in Ierland – deel van de Europese Unie – kunnen belanden. Maar de Britse regering lijkt niet meteen van plan om die controles in te voeren, wat de integriteit van de interne markt in het gevaar brengt.

Voor de Unie is het van cruciaal belang dat de regering-Johnson de gemaakte afspraken nakomt. ‘Zulke controles vergen de nodige voorbereiding. Ze moeten stilaan beginnen bouwen’, vertelt de Europese diplomaat. Zo niet, dan zal dat zijn weerslag hebben op de komende onderhandelingen. ‘Je kan toch geen vrijhandelsakkoord afsluiten met een derde land dat de werking van de interne markt bedreigt?’, klinkt het. Of dat een retorische vraag is, wil de diplomaat niet gezegd hebben. Wel is de zenuwachtigheid langs Europese kant over de kwestie erg groot.

En zo is het verre van zeker dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie tegen het einde van het jaar een akkoord zullen vinden. Het betekent dat er alsnog een harde brexit dreigt waarbij alleen de burgerrechten, de uitstaande rekening van de Britten en de Noord-Ierse grenskwestie geregeld is. Op economisch vlak vallen beide partijen dan terug op de regels van de Wereldhandelsorganisatie, met controles, het nodige papierwerk en handelstarieven tot gevolg. ‘In het begin zal het allemaal nog meevallen, maar na enkele weken evolueren we hoe dan ook naar een hoogoplopende confrontatie’, besluit de diplomaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content