‘Snelle vaccinatie is het enige antwoord op besmettelijkere varianten’

‘Nu we zelf zicht hebben op grootschalige vaccinatie, moeten we ook kijken naar andere landen die minder kapitaalkrachtig zijn’, schrijft europarlementslid Cindy Franssen (CD&V/EVP).

Met de goedkeuring en uitrol van de vaccins komt er uiteindelijk weer wat perspectief in ons leven. In ongezien tempo zijn wetenschappers, bedrijven en overheden er samen in geslaagd werkzame en efficiënte vaccins voor het coronavirus te vinden die de grondige veiligheidsonderzoeken van het Europees Geneesmiddelenagentschap doorstonden. Een huzarenstukje van samenwerking dat de laatste weken echter ook gepaard ging met een dosis kritiek. Soms terecht, vaker niet. ‘De EU bestelde te weinig vaccins’, klonk het her en der, meestal gevolgd door: ‘andere landen gaan veel sneller’. Vaccinnationalisme stak de kop op.

Laat ons beginnen met een stand van zaken: ondertussen zijn 2 vaccins, Pfizer/BioNTech en Moderna goedgekeurd voor gebruik. Tegen het einde van deze maand verwachten we een goedkeuring voor AstraZeneca, normaal gezien volgt Johnson & Johnson in februari. Verder zijn er contracten onderhandeld met CureVac en Sanofi en lopen er nu gesprekken met 2 bijkomende bedrijven, Novavax en Valneva. Voor al deze vaccins heeft de Europese Commissie gezamenlijke aankoopopties onderhandeld, waarbij de lidstaten beslissen hoeveel ze aankopen. Alles samen op dit moment goed voor 2,3 miljard dosissen, ruim voldoende om alle Europeanen te vaccineren.

Bestelde de EU dan te weinig van Pfizer/BioNTech vaccin, het eerste goedgekeurde vaccin? Het is belangrijk op te merken dat de onderhandelingen van start gingen in een volledig andere context. Niemand had kunnen voorspellen wat het eerst beschikbare vaccin zou zijn. Initieel onderhandelden enkele lidstaten namelijk met AstraZeneca, op dat moment nog het meest veelbelovend. De keuze voor een breed portfolio van vaccins gaf ons uiteindelijk vanaf het begin toegang tot het eerst goedgekeurde vaccin. Niet-Europese landen konden niet tegelijk op zoveel vaccins mikken. Dankzij haar schaalvoordeel kon de EU dat wel. Achteraf kritiek uiten dat er te weinig en te laat besteld werd, is te kort door de bocht gaan.

Snelle vaccinatie is het enige antwoord op besmettelijkere varianten.

Cindy Franssen, Europees Parlementslid CD&V/EVP

Dat vaccinnationalisme geen antwoord biedt, is voor mij dan ook zo klaar als een klontje. Moest elk land zelf onderhandelen dan waren het steeds de grote en rijke landen die aan het langste eind trokken. Kleinere landen zouden achterblijven met een hogere prijs en latere leveringen, met alle gevolgen van dien voor hun vaccinatiecampagne. Het is mede dankzij de gezamenlijke aankoop met andere lidstaten dat we nu al kunnen beginnen met vaccineren.

Hetzelfde kan gezegd worden over het parallel bijbestellen van vaccins door individuele landen. In tegenstelling tot wat hier en daar beweerd wordt, leidt dat helemaal niet tot meer dosissen op korte termijn. De farmaceutische bedrijven zijn namelijk verplicht om de Europees bestelde vaccins eerst te leveren, en daarna pas mogelijke parallelle nationale contracten.

Natuurlijk kan het altijd beter. Op vlak van transparantie bijvoorbeeld. Wanneer volgen de leveringen? Wie is er aansprakelijk mocht er iets mislopen of te laat geleverd worden? Wat zijn de gemaakte afspraken? Dat zijn vragen waar we helaas nog niet altijd een antwoord op hebben en dat is koren op de molen van critici. Maar ook hier is verbetering merkbaar. Sinds vorige week kunnen we het contract met CureVac inkijken. Ik roep de andere vaccinproducenten op dit voorbeeld te volgen. Als we met die extra transparantie het vertrouwen van burgers kunnen vergroten, gaat dat levens redden.

Transparantie, dat helpt ook bij het plannen van de nationale vaccinatiecampagnes. Overheden hebben nood aan voorspelbaarheid. Verwarrende berichten over leveringen als vorige week kunnen we missen als kiespijn. Dat Pfizer de productie op korte termijn zal opschalen is natuurlijk enorm goed nieuws en een tijdelijke verstoring van de toevoer daardoor is begrijpelijk. Het is belangrijk dat hierdoor meer vaccins zullen geproduceerd worden met snellere leveringen tot gevolg. Maar niemand heeft iets aan warrige en onduidelijke communicatie over 100.000 geleverde vaccins per week naar 63.000 om te eindigen met 86.500. Laat ook dat een werkpunt zijn.

Daarnaast kunnen we ook op internationaal vlak beter doen. Nu we zelf zicht hebben op grootschalige vaccinatie, moeten we ook kijken naar andere landen die minder kapitaalkrachtig zijn. Indien alle bestelde vaccins goedgekeurd geraken, hebben we dosissen over. We mogen niet wachten om internationaal mee te werken aan een oplossing voor de meest kwetsbare landen. Laat dit een tweede oproep zijn, zowel aan de lidstaten als de EU.

Het perspectief dat we nu hebben, is er dankzij de Europese en internationale samenwerking. We zullen enkel uit deze crisis geraken door deze verder te zetten, niet door achteraf luid te roepen en unilateraal te handelen. Integendeel. Met de komst van besmettelijkere COVID-varianten hebben we geen tijd meer te verliezen: een grootschalige en veilige vaccinatiecampagne is ons enige duurzame antwoord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content