Hoe Theresa May oppositieleider Corbyn in een zetel zet (maar een oplossing nog niet in zicht is)

Theresa May en Jeremy Corbyn © Getty
Kamiel Vermeylen

Brits premier Theresa May reikt de hand naar oppositieleider Jeremy Corbyn. Maar het lijkt ondenkbaar dat beide kemphanen tot een vergelijk zullen komen. Tot afgrijzen van de harde brexiteers zit Corbyn alvast in een uitstekende onderhandelingspositie.

Dinsdagavond reikte Brits premier Theresa May na twee jaar aanmodderen onverwachts de hand naar oppositieleider Jeremy Corbyn om een oplossing te vinden voor de brexit. Hoewel de kloof tussen beide voorkeuren onoverbrugbaar lijkt, zit Labourvoorzitter Corbyn in een zetel.

Rug tegen de muur

Na ruim twee jaar onderhandelen en een opeenstapeling van mislukkingen stond Theresa May met haar rug tegen de muur. Nadat haar akkoord door het Britse parlement driemaal naar de prullenmand werd verwezen, kon de premier geen kant meer op. May had nog maar vier keuzes – de ene nog slechter dan de andere – om tien dagen voor de deadline een einde te maken aan de impasse waarin het Verenigd Koninkrijk sinds het referendum in 2016 verkeert.

Zo kon ze Brussel om langer uitstel vragen om nieuwe verkiezingen of een tweede referendum te organiseren. In dat geval moesten de Britten wel deelnemen aan de Europese verkiezingen. Daarnaast kon ze zich ook neerleggen bij een harde brexit, waarbij het Verenigd Koninkrijk de Unie zou verlaten zonder akkoord én transitieperiode. Ook kon de Britse regering op eigen houtje beslissen om de brexit simpelweg te annuleren, wat tot politieke chaos zou leiden. Ten slotte had ze ook de mogelijkheid om de hand te reiken naar de oppositie om op die manier een meerderheid te vinden in het Britse parlement.

Corbyn heeft de kans om staatsmanschap te tonen zonder dat hij bij een slechte afloop de zwartepiet zal toegeschoven krijgen.

Hoewel May er de afgelopen jaren steeds voor heeft gekozen om haar partijbelang op de eerste plaats te zetten, ziet ze zich er nu toe genoodzaakt om voor die laatste optie te kiezen. Samenwerken met de oppositie was voor May veelal een pragmatische keuze. Nadat enkele parlementsleden uit de Conservatieve partij zijn opgestapt, volstaat de gedoogsteun van de balsturige Noord-Ierse DUP niet langer voor een meerderheid in het Britse parlement. Bovendien wil de Europese Unie niet meer onderhandelen over het terugtrekkingsakkoord, waardoor May geen ruimte meer heeft om binnen haar partij en regering een compromis te zoeken dat een harde brexit moet vermijden.

Rode lijnen

Wil dit zeggen dat de deadlock nu doorbroken is? Absoluut niet. Naar aanloop van de onderhandelingen met de Europese Unie in 2017 heeft de Britse premier enkele rode lijnen geformuleerd die aangeven hoe de toekomstige relatie tussen beide blokken er moet uitzien. May wil bijvoorbeeld niet dat het Verenigd Koninkrijk onder de jurisdictie van het Europees Hof van Justitie valt. Bovendien is het haar betrachting dat Verenigd Koninkrijk in de toekomst zijn eigen handelsakkoorden kan afsluiten met derde landen. Daarnaast wilde May niet langer dat het Verenigd Koninkrijk nog langer deel uitmaakte van de ruimte waarin vrij verkeer van personen geldt.

Maar die rode lijnen, die May voornamelijk formuleerde om de dogmatische brexiteers in haar partij tevreden te houden, staan haaks op de voorkeuren van de Britse sociaaldemocraten. Begin februari stuurde Labourvoorzitter Jeremy Corbyn een duidelijke brief naar de eerste minister waarin hij zij zijn eigen rode lijnen uitzette over de toekomstige relatie met de Europese Unie.

In tegenstelling tot de Britse eerste minister wil Corbyn dat het Verenigd Koninkrijk deel blijft uitmaken van de Europese douane-unie. Daarmee wordt het probleem rond de omstreden grenskwestie tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland opgelost, maar het verhindert Londen wel om een zelfstandig handelsbeleid te voeren. Bovendien eist Corbyn dat het Verenigd Koninkrijk zeer nauw betrokken blijft bij de Europese interne markt. Hoe dat er in de praktijk moet uitzien, is voorlopig koffiedik kijken. Maar een land dat deel uitmaakt van die interne markt is verplicht om de vier vrijheden, waaronder vrij verkeer van personen in de Unie, te respecteren.

Wanneer de Britse regering echter merkt dat er geen schot in de zaak komt tegen pakweg 10 april, zijn enkel een langer uitstel, een harde brexit of helemaal geen brexit nog mogelijk.

Maandag bleek dat de Labourpartij nog steeds die mening is toegedaan. De partijtop vroeg aan haar parlementsleden om zich achter twee voorstellen te scharen die een nauwe band met de Europese Unie bepleiten. Een van die twee voorstellen, de zogenaamde Noorwegen Plus-versie, wil dat de Unie deel zal uitmaken van de douane-unie én de interne markt.

Partijvetes

Het is dus maar de vraag of Theresa May en Jeremy Corbyn bereid zullen zijn om hun rode lijnen ietwat af te zwakken en zo tot een compromis te komen. Beide partijleiders moeten hoe dan ook rekening houden met de verschillende facties in de eigen partij. Zeker voor May is dat geen evidente opgave. Nu ze de hand naar de oppositie heeft gereikt, weerklinkt de kritiek dat ze het brexitdossier in onderaanneming aan Jeremy Corbyn overhandigt.

Bovendien dreigt een zachtere uitstap voor een definitieve breuk te zullen zorgen. Bij de indicatieve stemmingen die afgelopen woensdag plaatsvonden, stemden maar liefst 157 Conservatieve parlementsleden voor een uitstap zonder akkoord – goed voor bijna de helft van de partij. Zij zullen zich niet zomaar neerleggen bij een compromis waarbij het Verenigd Koninkrijk volgens Corbyns voorkeuren in de douane-unie blijft.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de marathonvergadering die Theresa May dinsdag met haar kabinet hield erg tumultueus verliep. Woensdagnamiddag circuleerde een amendement van conservatieve backbenchers die de Britse regering de bevoegdheid willen ontnemen om het brexitdossier verder af te handelen. Dat voorstel zal nooit een meerderheid halen in het Britse parlement, maar is wel exemplarisch voor het gevoel dat bij de brexiteers leeft nu May voor een zachtere brexit lijkt te kiezen.

Vanuit die optiek lijkt vooral Labourleider Jeremy Corbyn van de huidige situatie te zullen kunnen profiteren. Hij kan de perceptie wekken dat door zijn compromisbereidheid een harde brexit wordt vermeden. Bovendien zou een afscheiding in de Conservatieve partij – zeker nu Labour het volgens de meest recente peiling de grootste is – in zijn voordeel kunnen uitdraaien wanneer nieuwe verkiezingen volgen.

Komt er echter geen compromis, dan kunnen Corbyn en co. de schuld nog steeds op de Conservatieve Partij schuiven. May hoopt misschien wel het omgekeerde te doen, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de Britse kiezer na de resem mislukkingen van deTories daar in zal trappen. Kortom, Corbyn heeft nu de kans om staatsmanschap te tonen zonder dat hij bij een slechte afloop de zwartepiet zal toegeschoven krijgen.

Langer uitstel

May beseft dat het – rekening houdend met bovenstaande – moeilijk wordt om op tien dagen tijd een akkoord te vinden. Daarom vroeg ze dinsdagavond de Europese Unie opnieuw om de brexitdatum tot 22 mei uit te stellen. De vorige keer dat ze Brussel om uitstel verzocht, werd van haar wel verwacht dat ze uiterlijk vorige week een akkoord zou hebben gevonden.

Wanneer ze daar in zou zijn geslaagd, kreeg het Verenigd Koninkrijk tot 22 mei de tijd om de technische en juridische details van de uitstap in orde te brengen. Maar het akkoord werd vorige week vrijdag zoals geweten een derde keer weggestemd. Daardoor kwam de nieuwe einddatum op 12 april te liggen, een dag nadat de deadline om deel te kunnen nemen aan de Europese verkiezingen verstrijkt.

May vraagt nu opnieuw anderhalve maand respijt. Als ze voor twaalf april een akkoord vindt dat het parlement kan overtuigen, wil ze toch tot 22 mei uitstel om het terugtrekkingsakkoord in Britse wetgeving om te zetten. Maar ook wanneer ze op twaalf april nog steeds geen oplossing heeft, hoopt ze van de Unie verlet te krijgen tot een dag voor de verkiezingen.

Maar Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zei woensdagnamiddag dat Brussel enkel bereid is om de datum tot 22 mei uit te stellen indien de Britse regering voor 12 april een akkoord heeft gevonden. Het betekent dat er hoe dan ook een harde brexit volgt wanneer May en Corbyn binnen de negen dagen geen compromis kunnen vinden dat het parlement kan overtuigen.

Wanneer de Britse regering echter merkt dat er geen schot in de zaak komt tegen pakweg 10 april, zijn enkel een langer uitstel, een harde brexit of helemaal geen brexit nog mogelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content