Europees akkoord om uitstoot met minstens 55 procent terug te dringen tegen 2030

.

Het Europees Parlement en de Europese Raad hebben een akkoord bereikt over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030. De uitstoot moet dan minstens 55 procent lager liggen ten opzichte van de uitstoot in 1990, zo meldt de Europese Commissie.

‘We hebben een deal over de Klimaatwet’, tweette de vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans woensdag omstreeks 05.00 uur. Het akkoord kwam er na 15 uur onderhandelen met vertegenwoordigers van het Europees parlement en de 27 EU-lidstaten. Voordien hadden die gesprekken maandenlang in het slop gezeten. De Nederlander had het over een historisch moment voor de EU. ‘We hebben een ambitieus akkoord bereikt om ons doel over klimaatneutraliteit in bindende regels te gieten, die onze gids zullen zijn voor het beleid voor de komende dertig jaar. De Klimaatwet zal Europa’s groene herstel vorm geven en een sociaal rechtvaardige groene transitie verzekeren.’

Volgens Timmermans verstevigt het akkoord de leidinggevende positie van Europa in de strijd tegen de klimaatcrisis. ‘Het is een mooie dag voor de mensen en de planeet.’ Commissievoorzitster Ursula von der Leyen reageert verheugd op het akkoord over het sleutelelement van de Europese Green Deal. ‘Onze politieke verbintenis om tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te worden, is nu ook een wettelijke verbintenis. De Klimaatwet zet de EU voor een generatie op het groene spoor. Dit is onze bindende belofte voor onze kinderen en kleinkinderen.’

De nieuwe doelstelling van 55 procent is ambitieuzer dan de daling van de CO2-uitstoot met 40 procent ten opzichte van 1990 die nu wordt nagestreefd. Maar het is wel lager dan de 60 procent die de Europarlementsleden ambieerden. Groen parlementslid Pascal Canfin, die de milieucommissie voorzit en mee rond de tafel zat, verzekerde dat het compromis wel degelijk ambitieus is, ‘al was het parlement uiteraard bereid verder te gaan. We gaan op negen jaar tijd 2,5 keer meer doen dan wat we de voorbije tien jaar in Europa hebben gedaan’, onderstreepte de Fransman.

‘Met de Green Deal start Europa aan de meest fundamentele transitie sinds de industriële revolutie,’ zegt Vooruit-europarlementslid Kathleen Van Brempt. ‘Dat wordt een erg ingrijpend proces met een bijzonder grote impact op hoe we leven, wonen en werken. Het is aan Europa om die transitie te ondersteunen en tegelijk haar burgers mee te nemen in dat verhaal. Het écht werk kan nu beginnen.’ Groen-europarlementslid Sara Mathieu is minder enthousiast: ‘Ik verwelkom de invoering van een bindende Klimaatwet, maar de wetenschap is het erover eens dat we naar -65 % moeten gaan om de temperatuurstijging onder de 1,5 graden te houden en de ergste gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan. In een pandemie luisteren we naar onze wetenschappers, maar bij de ontwrichting van het klimaat doen we dat niet.’

De doelstelling in het akkoord is een forse daling van de broeikasgassen, met daarin de compensatie van CO2-uitstoot door natuurlijke koolstofopslag, bijvoorbeeld via herbossing. Het politieke akkoord is niettemin nog voorlopig, benadrukt ook het Portugese voorzitterschap. De Europese regeringen en het parlement moeten het licht nog formeel op groen zetten. Wel komt het net aan de vooravond van een internationale klimaattop – een initiatief van VS-president Joe Biden.

Verdeelde reacties in Europees Parlement

Hoewel ze op meer ambitie hadden gemikt, spreken de hoofdonderhandelaars van het halfrond van ‘een historische dag’. De groenen reageren teleurgesteld. Net als de milieubewegingen wijzen de groenen erop dat wetenschappers het erover eens zijn dat de uitstoot eigenlijk met 65 procent moet beperkt worden om de temperatuurstijging onder 1,5 graden te houden. ‘In een pandemie luisteren we naar onze wetenschappers, maar bij de ontwrichting van het klimaat doen we dat niet’, stelt Europarlementslid Sara Matthieu (Groen) aan de kaak. ‘Deze klimaatwet volstaat niet om het klimaatakkoord van Parijs te realiseren.’

De onderhandelaars van het Europees Parlement verdedigden een reductie van de uitstoot met 60 procent, maar ze beten de hele nacht lang hun tanden stuk op het onwrikbare standpunt van de lidstaten. Het had de 27 staatshoofden en regeringsleiders in december immers al de grootste moeite gekost om landen als Polen te overtuigen om een reductie met 55 procent te aanvaarden.

De hoofdonderhandelaars van het parlement, de Franse liberaal Pascal Canfin en de Zweedse sociaaldemocrate Jytte Guteland, maken zich echter sterk dat de uitstoot de facto met bijna 57 procent zal worden ingedijkt omdat de Europese Commissie tegen juni voorstellen zal doen om de regelgeving rond uitstootverwijdering en koolstofputten aan te passen. De groenen stellen dan weer dat de reductie slechts 52,8 procent bedraagt wanneer de ‘boekhoudkundige trucjes’ buiten beschouwing worden gelaten.

Koolstofputten als ontsnappingsroute

In het akkoord wordt rekening gehouden met de compensatie van de uitstoot door de impact van koolstofputten, bijvoorbeeld via herbebossing of de vergroening van de landbouw. Critici stellen aan de kaak dat de inclusie van koolstofputten aanzien wordt als een ontsnappingsroute om de uitstoot minder te beperken in sectoren als energie of transport. In het uiteindelijke compromis staat dat de bijdrage van uitstootverwijdering in de realisatie van de doelstelling voor 2030 beperkt moet blijven tot 225 megaton CO2 equivalent.

Voor Canfin en Guteland gaat het hoe dan ook om een historische ‘gamechanger’ die het pad naar klimaatneutraliteit in Europa tegen 2050 voor het eerst wettelijk verankert, en nu ook duidelijk maakt dat Europa nadien, in de tweede helft van de eeuw, negatieve emissies moet bereiken. Bovendien hebben de onderhandelaars naar eigen zeggen voldoende garanties bedongen om te verzekeren dat de EU haar engagementen in het kader van het akkoord van Parijs wel degelijk zal waarmaken.

Zo zal de Commissie binnen de zes maanden na de eerste evaluatie van Parijs in 2023 een tussentijdse doelstelling voor 2040 op tafel moeten leggen. Dat moet gepaard gaan met een strikt koolstofbudget voor de periode na 2030. Tenslotte wordt een onafhankelijke raad opgericht waarin vijftien wetenschappers het hele proces gaan opvolgen. ‘Het Europese klimaatbeleid wordt gestoeld op wetenschappelijk onderzoek. Als daaruit blijkt dat de geleverde inspanningen onvoldoende zijn, zal het beleid moeten worden bijgesteld’, weet Kathleen Van Brempt (Vooruit).

Het compromis moet nog bekrachtigd worden door de lidstaten en het voltallige Europees Parlement. Net als liberalen en sociaaldemocraten heeft ook de christendemocratische EVP, de grootste fractie in het halfrond, al positief gereageerd op de uitkomst. Johan Van Overtveldt (N-VA) blijft dan weer ernstige vragen hebben bij de haalbaarheid van de doelstellingen. Net als partijgenote en Vlaams minister van Milieu Zuhal Demir haalt hij aan dat er geen enkele raming bestaat van de impact op lidstaten en deelstaten. ‘We varen blind’, tweette hij.

Partner Content