Een uitspraak, twee lezingen: Europese Commissie én AstraZeneca claimen overwinning in vaccindispuut

Kamiel Vermeylen

Zowel vaccinproducent AstraZeneca als de Europese Unie tonen zich tevreden nu een Belgische rechter zich voor de eerste keer over het dispuut tussen beide partijen heeft uitgesproken. Maar de Europese Commissie lijkt aan het langste eind te trekken. ‘AstraZeneca heeft een zware fout gemaakt’, aldus het oordeel.

Waarover gaat het?

De Europese Unie en AstraZeneca liggen al een tijdlang op ramkoers. Midden januari kondigde het Brits-Zweedse bedrijf aanzienlijke leveringsvertragingen aan. Die heeft het omwille van een heleboel productieproblemen tot op de dag van vandaag niet kunnen goedmaken. Bovendien wordt er vanuit het Verenigd Koninkrijk niets aan de Europese Unie geleverd, terwijl er twee productiefabrieken op Brits grondgebied vervat zitten in het contract tussen beide partijen.

In die verbintenis tussen de Europese Unie en AstraZeneca zou AZ ten laatste tegen eind juni 300 miljoen dossisen tegen covid-19 voorzien. Tot op heden zijn er echter nog maar 80 miljoen dosissen opgeleverd. Vooral omdat Pfizer/BioNTech sneller en meer kan leveren dan aanvankelijk werd aangenomen, blijven de vaccinaties op toerental draaien. Voor de Europese Unie Commissie – die met de Europese vaccinatiecampagne een tijdlang in het oog van de storm zat – reden genoeg om de juridische kaart te trekken. Eerder had het ook al een inbreuk- en bemiddelingsprocedure tegen het bedrijf opgestart.

Waarover gaat de rechtszaak?

Specifiek gaat het eigenlijk om twee rechtszaken tegen AstraZeneca. De één is een proces in kortgeding, de ander gaat over de zaak ten gronde. Met het kortgeding wilde de Europese Commissie AstraZeneca ertoe dwingen om tegen het einde van deze maand alle 300 miljoen dosissen te leveren zoals het leveringsschema in het contract voorziet.

Met andere woorden zou AstraZeneca op korte termijn nog 220 miljoen bijkomende vaccins moeten opleveren – iets waar het bedrijf in geen geval in zou kunnen slagen. Het is de Brusselse rechtbank van eerste aanleg die zich over de kwestie buigt. Waarom? Het contract tussen AstraZeneca en de Europese Unie is – net zoals de contracten met enkele andere vaccinproducenten – gebaseerd op Belgisch recht.

Wat is er beslist?

Het Franstalige vonnis werd zonet gepubliceerd. Zo moet AstraZeneca tegen 27 september gefaseerd 50 miljoen dossisen moet leveren aan de Europese Unie. Op 26 juni moeten de eerste vijftien miljoen op de tafel liggen. De volgende 20 miljoen moet AstraZeneca tegen 23 augustus voorzien. Eind september moet de kaap van 50 miljoen stuk worden afgerond. Per dosis die te laat wordt voorzien, moet AstraZeneca een dwangsom van 10 euro betalen.

Zowel de Europese Commissie als AstraZeneca claimen intussen de overwinning. Hoewel de Commissie niet de aantallen krijgt waar ze om vraagt, ziet ze in de uitspraak wel de bevestiging dat ze ten gronde gelijk heeft in de zaak. Dat lijkt inderdaad te kloppen. Zo zegt het oordeel dat AstraZeneca het contract heeft geschonden en niet haar ‘uiterste best-‘verplichtingen is nagekomen, onder meer omdat de het bedrijf de productiesites in het Verenigd Koninkrijk niet heeft aangewend voor Europese leveringen. Dat had ‘aanzienlijke schadelijke gevolgen’ die ‘voorspelbaar’ waren en ’ten gunste van derden, in strijd met haar contractuele verplichtingen’.

‘Deze uitspraak bevestigt de positie van de Europese Commissie: AstraZeneca heeft zich niet aan de verbintenissen gehouden die het in het contract heeft gemaakt’, aldus commissievoorzitter Ursula von der Leyen in een statement. ‘Dit toont niet alleen dat onze vaccinatiecampagne dag na dag oplevert, maar toont ook aan dat de campagne steunt op een solide wettelijke basis.’

Waarom moet AstraZeneca dan geen 220 miljoen dosissen leveren als het toch in de fout is gegaan? De rechtbank zegt dat het AsraZeneca niet kan bevelen om alle 220 miljoen dosissen te leveren omdat het niet op voorhand kan oordelen – het bedrijf kan zijn contract in principe nog nakomen voor het einde van de maand. Bovendien zegt de uitspraak dat het de Europese Unie geen ‘de facto voorrangsrecht’ kan verlenen, en merkt op dat AstraZeneca ook nog ‘contractuele verplichtingen’ heeft ten opzichte van andere kopers.

Bij AstraZeneca lezen ze dat anders. ‘Wij zijn verheugd over de beschikking van het Hof. AstraZeneca heeft zijn overeenkomst met de Europese Commissie volledig nageleefd en wij zullen ons blijven concentreren op de dringende taak om een doeltreffend vaccin te leveren, dat wij zonder winstoogmerk leveren om mensen in Europa en de rest van de wereld te helpen beschermen tegen de dodelijkste pandemie in een generatie’, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content