‘Een historisch akkoord’: hoe de Europese Unie Viktor Orbán aan de leiband wil houden

Charles Michel en Viktor Orban op 20/09/2018 © belga
Kamiel Vermeylen

Terwijl de wereld in volle spanning naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen keek, vond er ook in de Europese Unie een historisch moment plaats. Precies zeventig jaar nadat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens werd ondertekend, bereikte de Europese Unie donderdag een informeel akkoord over het respect voor de rechtsstaat en de Europese fondsen.

‘Een historische overeenkomst’, vertelt het Duitse Europarlementslid Daniel Freund aan Knack. ‘Wie universiteiten sluit, kritische rechters ontslaat of media de mond snoert, zal dat vanaf volgend jaar in zijn portefeuille voelen.’ Freund zat de afgelopen maanden voor de groene fractie mee aan de onderhandelingstafel met de Europese Commissie en de lidstaten. ‘Voor ons had het strenger gemogen, maar we zijn tevreden over het eindresultaat’, klinkt het.

Getouwtrek

Waarover gaat het precies? Daarvoor moeten we even terug naar december 2018. Toen presenteerde de vorige Europese Commissie onder auspiciën van voorzitter Jean-Claude Juncker haar voorstel voor de Europese zevenjarenbegroting tussen 2021 en 2027. Daarin zat een koppeling vervat waarmee de geldkraan naar lidstaten dichtgaat wanneer de Commissie vaststelt dat ze de Europese verdragen schenden. Tenzij een gekwalificeerde meerderheid, minstens 15 lidstaten die 65 procent van de Europese burgers vertegenwoordigen, daar anders over oordeelt.

Die lage drempel schoot bij Polen en Hongarije – beide landen zijn verwikkeld in Europese inbreukprocedures – in het verkeerde keelgat. Sterker nog: ze veegden elke koppeling tussen de rechtsstaat en Europese middelen van tafel. De kwestie bleef een tijdlang aanmodderen tot aan de Europese top van afgelopen zomer in Brussel. Daar kwamen de lidstaten het omgekeerde overeen van wat de Commissie anderhalf jaar eerder voorstelde: enkel wanneer een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten akkoord gaat met wat de Commissie voorstelt, volgen financiële sancties.

Daarmee was de kous echter niet af. Zowel de bevoegde nationale vakministers als het Europees Parlement moesten dat compromis goedkeuren. Maar het halfrond was niet bepaald tevreden met wat de lidstaten hadden voorgesteld, zeker toen bleek dat ze zulke financiële sancties enkel wilden invoeren wanneer een lidstaat misbruik maakt van Europese middelen. Het respect voor de rechtsstaat was plots geen voorwaarde meer.

Maar ook Polen en Hongarije toonden zich erg ontevreden over het verloop van de feiten. De twee eisten dat álle lidstaten akkoord moesten gaan alvorens de geldkraan kon worden toegedraaid. Een beproefde truc: ook op andere terreinen waar unanimiteit geldt, geven Polen en Hongarije elkaar rugdekking om Europese sancties te voorkomen.

De Hongaarse premier haalt een overwinning binnen die in Europese kringen reeds ‘het Orbán-achterpoortje’ wordt genoemd.

Orban-achterpoortje

Na lang getouwtrek zijn het Europees Parlement en de lidstaten donderdag toch tot een akkoord gekomen over zowel de aanleiding als de goedkeuringsprocedures van de sancties. Wat staat er in het akkoord? Het parlement en de lidstaten zijn overeengekomen dat de Commissie een sanctieprocedure kan opstarten als het een inbreuk vaststelt die verband houdt met de Europese middelen.

Maar de interpretatie daarvan is flexibel. Een voorbeeld: als er in een lidstaat kritische rechters vervangen worden door juristen die de machthebbers wél gunstig gezind zijn, dan kan de Commissie oordelen dat het rechtsapparaat niet meer in staat is om te controleren of Europese middelen voor foute doeleinden misbruikt worden.

Wanneer de Commissie na consultatie met de betrokken lidstaat de procedure heeft afgerond, dan hebben de bevoegde vakministers in de Raad van de Europese Unie één maand de tijd om met een gekwalificeerde meerderheid over de kwestie te oordelen. In uitzonderlijke gevallen kan die periode verlengd worden met twee maanden door – bijvoorbeeld – de kwestie naar het niveau van de staats- en regeringsleiders te tillen. Dat is een overwinning voor de Hongaarse premier en wordt in Europese kringen reeds ‘het Orbán-achterpoortje’ genoemd.

Of Orbán werkelijk een vluchtroute heeft afgedwongen, valt af te wachten. De Europese Raad, de verzameling van staatshoofden en regeringsleiders, speelt in een wetgevings- en implementatieprocedure geen juridische rol van betekenis. Maar als Orbán voldoende van zijn collega’s in de Europese Raad weet te overtuigen, is het weinig waarschijnlijk dat de bevoegde vakministers het advies van hun premiers of presidenten zullen respecteren. Wel staat vast dat de Hongaarse premier hiermee tijd kan kopen.

Komt het toch tot financiële sancties, dan kunnen ze de geldkraan chirurgisch of helemaal dichtdraaien. Op die manier wil de Europese Unie voorkomen dat de lokale bevolking de financiële gevolgen draagt voor de strapatsen van hun politieke verantwoordelijken. Wie toch getroffen wordt, kan bij de Commissie een compensatie-aanvraag indienen zodat het geld rechtstreeks – en niet via de overheid – wordt overgemaakt.

Addertje onder het gras

De kans is niet gering dat dit nog een staartje krijgt. Omdat Polen en Hongarije het nieuwe mechanisme niet appreciëren, dreigen ze met weerwraak in een ander belangrijk dossier: het coronaherstelfonds van maar liefst 750 miljard euro. Om dat op de been te krijgen, moeten namelijk alle nationale parlementen het zogenaamde eigenmiddelenbesluit goedkeuren.

Zowel Polen als Boedapest hebben aangegeven dat besluit onder geen beding te zullen goedkeuren wanneer de Unie een koppeling maakt tussen de rechtsstaat en Europese middelen. Of ze de daad bij het woord voegen, valt af te wachten. Orbán liet vrijdagmiddag ietwat verzoenend verstaan dat ‘er nu geen tijd is voor de discussies over de rechtsstaat.’

Feit is wel dat zowel Polen als Hongarije verhoudingsgewijs een aanzienlijke brok geld uit het coronaherstelfonds zullen ontvangen en dus ook zichzelf zullen treffen. Nu ook Hongarije en Polen zwaarder getroffen worden door de pandemie staan beide nationale parlementen dus voor een aanzienlijk dilemma.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content