De brexitklok tikt genadeloos verder: ‘We stevenen rechtstreeks op een harde brexit af’

Boris Johnson en Ursula von der Leyen
Kamiel Vermeylen

Terwijl de deadline voor de brexitonderhandelingen met rasse schreden nadert, boeken het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie nauwelijks vooruitgang.

‘Het gaat niet goed. Het gaat helemaal niet goed’, vertelt een Europese diplomaat die rechtstreeks bij de onderhandelingen betrokken is op voorwaarde van anonimiteit. Sinds de Britten de Europese Unie begin februari hebben verlaten bikkelen Brussel en Londen over de toekomstige relatie die met elkaar willen onderhouden. Deze week vond de vierde onderhandelingsronde tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie plaats. De verwachtingen waren niet hooggespannen, de resultaten evenmin bevredigend. Ook Michel Barnier, hoofdonderhandelaar voor de Europese Unie, wond er vrijdagmiddag geen doekjes om. ‘Het is mijn verantwoordelijkheid om de waarheid te spreken. En de waarheid is dat er geen betekenisvolle voortuitgang is geboekt’, aldus de Fransman. Zijn Britse tegenhanger David Frost kwam tot dezelfde conclusie: ‘De vooruitgang blijft beperkt’, klinkt het aan de andere kant van het Kanaal.

Gelijk speelveld en visserij

Een van de grootste bekommernissen is het gelijke speelveld tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Londen verwijst regelmatig naar de Europese handelsakkoorden met Japan (JEFTA) en Canada (CETA) en vraagt op basis daarvan gelijkaardige toegang tot de Europese markt. Maar vanuit Europees oogpunt staat het ene akkoord niet in relatie tot het andere. ‘De nabijheid en de verbondenheid tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk zijn helemaal anders van aard dan bij Canada en Japan’, aldus de Europese diplomaat. ‘Als het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld staatssteun aan bedrijven verleent, is de impact op de Europese economieën veel groter dan wanneer dat Japan dat doet.’

De Unie wil daarom dat de Britten aan de Europese regelgeving gebonden blijven, ook al verandert de Europese wetgeving in de toekomst. In die context benadrukte Barnier enkele weken geleden dat niet alleen het Verenigd Koninkrijk, maar ook de Europese Unie van haar soevereiniteit gebruik wil maken. Voor de Britten is dat echter niet verteerbaar. ‘Dit maakt zelfs geen deel uit van onze onderhandelingspositie omdat we daar simpelweg niet over willen onderhandelen’, vertelt een Britse diplomaat op achtergrondbasis.

We hopen dat we de onderhandelingen na de conferentie naar een hoger niveau kunnen tillen.

Een Britse diplomaat

Ook de visserij blijft een probleem. Hoewel visserij slechts goed is voor 0,03 procent van de Britse economie, is de sector de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de symbooldossiers binnen de onderhandelingen. Europese kustlidstaten zoals België, Nederland, Frankrijk en Portugal willen de toegang tot de Britse wateren blijven behouden zoals die momenteel volgens een historisch akkoord uit de jaren ’70 zijn vastgelegd. Niet onlogisch: in het geval van een harde brexit zonder akkoord dreigt 50 procent van de Belgische vloot kopje onder te gaan. De Britten – die benadrukken dat ze door de brexit een onafhankelijke kuststaat zijn geworden – willen daarentegen jaarlijkse onderhandelingen over de toegang van en quota voor Europese vissers die buiten het akkoord van de toekomstige relatie vallen. En dat op basis van de manier waarop de Europese Unie met Noorwegen en Marokko afspraken over visserij hebben gemaakt. Vermoedelijk kan er de komende maanden wel een tussenoplossing worden gevonden waarbij beide partijen voldoende garanties krijgen

Irritatie

Een ander heikel punt blijft de implementatie van het Noord-Ierse protocol zoals dat begin dit jaar in het terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk – een internationaal rechtsverdrag – werd besloten. Omdat Noord-Ierland aan het gros van de regels van de Europese interne markt gebonden blijft, zijn er controles nodig op producten die van Groot-Brittannië via Noord-Ierland in Ierland kunnen belanden. Waarom? De Europese eenheidsmarkt kent gezamenlijke standaarden die niet mogen worden aangetast door producten die van buitenaf de Unie binnenkomen. Bovendien zijn er – afhankelijk van de handelsrelatie die de Unie met een derde land onderhoudt – import- en exportheffingen die moeten worden betaald. Daarvoor zijn er fysieke controlepunten nodig waarmee de Britten onder toezicht van de Unie een oogje in het zeil moeten houden.

Maar daar knelt het schoentje. Het Britse onderzoeksinstituut UK Institute for Governmentbeschreef vorige week dat het Verenigd Koninkrijk slechts beperkte vooruitgang boekt en waarschijnlijk niet op tijd zal klaar geraken. Ook de Noord-Ierse industrie reageert steeds ongeruster omdat ze naar eigen zeggen onvoldoende worden geïnformeerd over de voorbereidingen die ze moeten treffen. Hoewel de Britten intussen een stappenplan hebben voorgelegd, vormt de mogelijke vertraging een aanzienlijk probleem. In het terugtrekkingsakkoord zit er een koppeling vervat tussen de implementatie van het Noord-Ierse protocol en de voortgang van de onderhandelingen over de toekomstige relatie. Vervolmaken de Britten niet wat werd afgesproken, dan kan de Unie de gesprekken stilleggen. Het is echter weinig waarschijnlijk dat Brussel die piste ook zal bewandelen. In dat geval zou de politieke schuld van een brexit zonder akkoord bij de Unie komen te liggen. De blame game is nog niet voorbij.

Momenteel houden we de rangen gesloten, vanuit het besef dat de integriteit van de interne markt voor iedereen belangrijk is.

Een Europese onderhandelaar

Verdeel en heers?

Bovendien valt langs Europese kant te horen dat het Verenigd Koninkrijk enkel vooruitgang tracht te boeken op de dossiers waar het zelf veel belang bij heeft. En dat terwijl de Unie gelijke progressie wil realiseren op alle vlakken om tot een alomvattend akkoord te komen. Dat is een bijzonder delicate kwestie. Elke Europese lidstaat heeft zo zijn eigen hobby horses waar ze meer nationaal belang bij hebben dan andere lidstaten. Voor Spanje staat de luchtvaarsector en Gibraltar hoog op de agenda, voor Luxemburg eerder de financiële sector. Vanaf het moment dat er op sommige vlakken vooruitgang wordt geboekt en op andere niet, kunnen sommige lidstaten van de Unie ten opzichte van anderen benadeeld te worden. ‘Momenteel houden we de rangen gesloten, vanuit het besef dat de integriteit van de interne markt voor iedereen belangrijk is. Ik heb er alle vertrouwen dat Duits Bondskanselier Angela Merkel (Duitsland neemt van 1 juli tot 31 december het voorzitterschap van de Europese Raad op zich, nvdr.) dat de komende maanden zal kunnen behouden’, zegt de diplomaat.

Hoe moet het nu verder? ‘Ik zie het niet’, aldus de Europese diplomaat. ‘Op deze manier stevenen we rechtstreeks op een harde brexit af.’ Zoals afgesproken in de gemeenschappelijke politieke verklaring zullen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie eind juni een zogenaamde High level Conference organiseren om de voortgang van de onderhandelingen te bespreken. Of die voor of na de Europese top van 19 juni zal plaatsvinden, is momenteel nog onduidelijk. ‘We hopen dat we de onderhandelingen na de conferentie naar een hoger niveau kunnen tillen’, aldus de Britse onderhandelaar. Zowel langs Britse als langs Europese zijde zijn ze het er wel over eens dat de onderhandelingen niet tot in december kunnen aanslepen. ‘We moeten onze bedrijven en mensen nog enkele maanden kunnen voorbereiden op wat er komen zal’, klinkt het eenduidig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content