Jonathan Holslag

‘Dat Rusland te afhankelijk is van Europa om Oekraïne aan te vallen, is een gevaarlijke denkfout’

Jonathan Holslag Politoloog en publicist.

‘Economische afhankelijkheid heeft de Russen ook niet belet de Krim in te lijven’, schrijft Jonathan Holslag (VUB).

Hoewel de mislukte eerste onderhandelingsronde tussen Rusland en de Verenigde Staten al een week achter ons ligt en Rusland onverstoord legereenheden naar de grens met Oekraïne blijft sturen, lijkt men er in West-Europa nog gerust op. De publieke opinie is vooral bezig met de vraag of we van de zomer naar de festivals mogen en of de overheid ons korting zal gunnen op de energiefactuur. In sommige lidstaten worden er wel schoorvoetend plannen gemaakt om in het kader van de NAVO mee een very high readiness task force op te zetten. Daar blijft het bij.

Rusland kan Oekraïne toch niet aanvallen, gaat de redenering, want het is te zwak en te afhankelijk van Europa. Dat is een gevaarlijke denkfout. Om te beginnen valt het met zijn afhankelijkheid van Europa nogal mee. Ongeveer de helft van de Russische energie gaat naar Europa, en een militaire crisis betekent hogere prijzen. Voorts: economische afhankelijkheid heeft de Russen ook niet belet de Krim in te lijven.

Rusland is in staat om Oekraïne aan te vallen. Wellicht plant het een ‘bloedneusaanval’, een kortstondige aanval om bepaalde troeven van het Oekraïense leger uit te schakelen. Zo’n aanval past binnen de Russische strategie van actieve defensie. Die blijft voornamelijk gericht op de verdediging van de grenzen, maar in de nabije invloedssfeer wil het Kremlin in staat zijn om aanvallen uit te voeren als zijn belangen in het gedrang komen. En als het zover komt, heeft het ook het vermogen een escalatie te beheersen.

Dat Rusland te afhankelijk is van Europa om Oekraïne aan te vallen, is een gevaarlijke denkfout.

De eerste stap van een mogelijke bloedneusoperatie wordt wellicht een aanval tegen strategische doelen in Oekraïne: luchtverdediging, tankeenheden, stellingen nabij Donbas. Wellicht heeft Rusland de voorbije jaren accurate inlichtingen opgebouwd over die doelwitten. Om ze te treffen beschikt het over korteafstandraketten van het type Iskander. Nabij Oekraïne heeft Rusland wellicht de capaciteit om in een salvo 200 tot 300 zulke raketten af te vuren. Daarnaast heeft het bij de grens met Oekraïne zeventig moderne Su-34 jager-bommenwerpers in dienst die diepe aanvallen kunnen uitvoeren. Cyber- en elektronische aanvallen zouden bij zo’n aanval eveneens vitaal zijn.

De tweede stap in de escalatie betreft het pareren van een Oekraïense vergelding. Oekraïense troepen zouden kunnen proberen een offensief in te zetten in Donbas. Rusland kan dat afslaan met luchtverdedigingssystemen (vooral van het type S-300), door luchtaanvallen op Oekraïense bases en door enorme aantallen grondtroepen. Sommige westerse analisten wezen op het gebrek aan logistieke capaciteit van Rusland, maar voor een bloedneusoperatie volstaat de huidige capaciteit ruimschoots. Minder waarschijnlijk is een Oekraïense vergelding tegen Russische doelen op de Krim, maar ook daar werd de voorbije maanden veel bijkomende capaciteit samengebracht.

De derde stap van de escalatie betreft het ontmoedigen van steun aan Oekraïne door de NAVO. De kans is klein dat de NAVO zelf tussenbeide komt, maar het bondgenootschap kan wapens leveren vanuit Polen en Roemenië. Rusland zou dat kunnen ontmoedigen door intimidatie: cyberaanvallen, dreigen met het stoppen van de gasuitvoer en zelfs met een grootschalig conflict. West-Europa zou vooral onder druk worden gezet om landen als Polen in toom te houden. Als er dan toch steun komt, behoudt Rusland de capaciteit om konvooien richting Donbas te treffen via luchtaanvallen, of op zee door een aanzienlijke navale capaciteit en de geduchte Kalibr-antischipraketten. NAVO-ontplooiingen in Polen en Roemenië zouden worden gedoogd, zolang er geen bemoeienis is in Oekraïne.

De vierde stap: een rechtstreekse confrontatie met de NAVO. Die is weinig waarschijnlijk. Ruslands arsenalen zijn de laatste jaren aanzienlijk gevuld, maar een langdurige, open oorlog met de NAVO zou bijzonder zwaar wegen. Toch houdt Rusland troeven achter de hand. In het kader van een grootschalige cyberoorlog zou het ook belangrijke logistieke en politieke centra kunnen treffen. Wellicht gaat het er ook van uit dat de VS terughoudend zullen blijven en dat het kan rekenen op subtiele steun van Peking om een grootschalige Amerikaanse interventie te ontmoedigen.

Uiteindelijk komen we dan bij de zesde stap: nucleaire vergelding. Rusland beschikt in dat opzicht over talrijke mogelijkheden: van tactische kernwapens tot zware intercontinentale raketten. Rusland kan een kortstondige oorlog winnen, maar wat valt er voor Rusland uiteindelijk te winnen? Niet zo heel erg veel, maar de kwestie blijft ook: het heeft wellicht ook niet zo heel veel te verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content