Boeken het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie echt vooruitgang in het brexitdossier?

Boris Johnson © belga
Kamiel Vermeylen

Brits premier Boris Johnson kan niet genoeg benadrukken dat de gesprekken met de Europese Unie in de goede richting evolueren. Maar klopt dat wel?

Brits premier Boris Johnson ging eind augustus op bezoek bij Duits Bondskanselier Angela Merkel. Beide regeringsleiders kwamen overeen dat Johnson binnen de dertig dagen alternatieve voorstellen voor de backstop zou presenteren die zowel de Europese interne markt als het vredesproces in Noord-Ierland niet zouden beschadigen. ‘De last ligt inderdaad op onze schouders’, erkende Johnson in Berlijn. Achtentwintig dagen later is er ondanks het positivisme van de Britse premier niet veel te merken van concrete vooruitgang. Hoewel er achter de schermen duchtig wordt gesproken, hebben die onderhandelingen nog steeds veel weg van een dovemansgesprek.

‘Er wordt inderdaad gekeken naar eventuele alternatieven, maar op enkele concepten na hebben we nog steeds niets concreets op papier gezien’, vertelt een Europese topdiplomaat op voorwaarde van anonimiteit aan Knack. Die ‘concepten’ voorzien onder meer dat Noord-Ierland een speciale economische status krijgt die ten dele afwijkt van Groot-Brittannië. Volgens het voorstel van het Verenigd Koninkrijk wordt heel Ierland een eengemaakte sanitaire en fytosanitaire zone, ook wel een SPS-zone genoemd. In mensentaal: Ierland en Noord-Ierland zouden dezelfde regels toepassen die mensen, dieren en planten tegen onder meer ziektes of verontreiniging moeten beschermen.

Wij zien niet in hoe de voorstellen van de Britse regering de brexit kan oplossen.

Een Europese topambtenaar

Zulke Europese standaarden hebben aanzienlijke voordelen. In de Unie liggen die criteria doorgaans hoger dan in andere landen, waardoor de Europese burger in relatief opzicht doorgaans goed beschermd wordt. Bovendien zorgen zulke standaarden ervoor dat de Europese Unie op regulerend vlak een van de machtigste handelsblokken is ter wereld. Wie niet aan zulke standaarden kan voldoen, krijgt namelijk geen toegang tot een markt met vijfhonderd miljoen potentiële en relatief koopkrachtige kopers. Niet-Europese bedrijven zijn dus snel geneigd om zich aan de Europese normen aan te passen.

Varkenspest

Waarom is dat belangrijk in het brexitdebat? Een voorbeeld: In de Belgische provincie Luxemburg brak vorig jaar Afrikaanse varkenspest uit. Meer dan 40.000 beesten moesten vernietigd worden. Voor de Belgische varkensboeren was dat aanvankelijk dramatisch nieuws, te meer omdat China daarom geen Belgisch varkensvlees meer wilde aankopen. De varkensboeren hadden echter geluk dat China zich tot onder meer Duitsland, Frankrijk en Spanje wendde omdat het zelf werd geconfronteerd met de ziekte. Omdat de drie Europese lidstaten zoveel naar China exporteerden, konden ze maar moeilijk aan de binnenlandse vraag beantwoorden. Daarom kochten ze Belgisch varkensvlees tegen hogere prijzen aan waardoor de Belgische boeren hun verlies gecompenseerd zagen.

Bovenstaande casus illustreert waarom zulke SPS-zones belangrijk zijn. Als het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat en niet langer verplicht is om de huidige Europese standaarden te hanteren, neemt het risico toe dat ongecontroleerde Britse producten uit Noord-Ierland via Ierland in België belanden. Als de negatieve effecten daarvan in pakweg België zichtbaar worden, zijn we – zoals in bovenstaand geval de Belgische varkensboeren – de klos. Dat kan de Europese Unie zich niet permitteren. Omdat zulke afspraken vaak bijzonder technisch en complex zijn, nemen de voorbereidende gesprekken over diepgaande handelsakkoorden doorgaans jaren in beslag.

Boris Johnson heeft dus twee opties. Ofwel moeten zulke zaken na de brexit gecontroleerd worden aan de grens tussen Ierland en Noord-Ierland. Dat is echter in strijd met het Goedevrijdagakkoord die de spanningen tussen de unionisten en de republiekeinen in toom houdt en kan de handel tussen beide aanzienlijk belemmeren. Het Europees Parlement benadrukte woensdagnamiddag dat het in de toekomst geen handelsakkoord zal goedkeuren met het Verenigd Koninkrijk als het Goedevrijdagakkoord niet gerespecteerd blijft.

Als Johnson toch besluit om uitstel te vragen, kan dat wel eens voor rare taferele zorgen.

De andere optie – zoals Boris Johnson voorstelt – is om Noord-Ierland dezelfde SPS-standaarden te laten behouden als de rest van de Europese Unie. Die toenadering is alvast een eerste stap in de goede richting. Eindelijk wordt er opnieuw gesproken over inhoudelijke pistes die op termijn iets zouden kunnen oplossen. Toch is men in Brussel niet in de wolken omdat het voorstel van Johnson onmogelijk de basis voor een alomvattende terugtrekkingsakkoord kan vormen.

Grenscontroles

Waarom niet? De SPS-standaarden zijn maar van toepassing op pakweg dertig procent van de totale handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie. Wat met controle op de overige handel? Wat met de invoertarieven die tussen Noord-Ierland en Ierland moeten worden betaald? Bovendien vereist een eengemaakte SPS-zone ook minimale controles. ‘Wat als er achter een container met colaflesjes een zieke koe verstopt zit?’, verduidelijkt de Europese topdiplomaat. Tot op heden heeft de Britse regering nog geen concrete oplossingen ingediend om die hordes te overwinnen.

In de praktijk is zo’n eengemaakte SPS-zone niet hetzelfde als de Europese douane-unie. In de laatste worden er namelijk gemeenschappelijk tarieven en standaarden gehanteerd voor alle producten en diensten die van buitenaf komen. Om die complexe samenwerking mogelijk te maken, worden aan de buitengrenzen controles gehouden en voeren de landen in een douane-unie een gemeenschappelijke handelspolitiek. ‘De Britten willen de impasse met een SPS-zone oplossen, maar wij zien niet in hoe zoiets kan werken’, vertelt een Europese topambtenaar aan Knack.

Probleem is dat Johnson niet meer wil dat Noord-Ierland, of bij uitbreiding heel het Verenigd Koninkrijk, in de douane-unie blijft. In die constructie kan het namelijk geen zelfstandige handelspolitiek voeren en moet het blijven bijdragen aan het Europese budget. Dat gaat volgens Johnson in tegen de uitslag van het referendum én de soevereiniteit die Londen opnieuw voor zich wil winnen.

Hoewel Johnson nog enkele weken de tijd heeft om verder te onderhandelen, is de kans niet onbestaande dat hij op maandag 19 oktober uitstel zal moeten vragen aan de Europese Unie, tenminste als hij de Britse wetgeving wil respecteren. Dat kan wel eens voor vreemde taferelen zorgen. Om de banbliksems van de genadeloze Nigel Farage van zich af te houden, zal Johnson bij wijze van persoonlijke mening meteen benadrukken dat hij helemaal niet wil dat de Unie op die aanvraag ingaat. Doet de Unie dat wel, zal de premier – met nieuwe verkiezingen in het achterhoofd – fulmineren dat het Britse Parlement en de Europese Unie samen in hetzelfde complot zitten tegen het Britse volk. Wordt vervolgd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content