De laatste jaren kwam er herhaaldelijk kritiek op de uitgaven van en voor het koninklijk huishouden.
De discussie bereikte een hoogtepunt in januari 2013, toen het bestaan uitlekte van de stichting Fons Pereos van koningin-weduwe Fabiola. Met die stichting wilde ze haar erfenis afschermen van de fiscus. De kwestie leidde tot een zodanige verontwaardiging bij de meerderheidspartijen dat premier Elio Di Rupo (PS) beloofde de dotaties van de koningskinderen en de koningin-weduwe sneller aan te passen. Dat is intussen gebeurd: een aantal leden van de koninklijke familie gaan nu ook belastingen betalen, zoals alle burgers in dit land.
In dezelfde lijn ligt de aanhoudende kritiek op de kosten van het koningschap. Het Nieuwsblad pakte medio april 2013 uit met het nieuws dat de Belgische luchtmacht koning Albert in het voorafgaande jaar 2012 acht keer naar het buitenland achterna was gereisd met te ondertekenen wetteksten. Prijskaartje: 60.000 euro. De gegevens kwamen aan het licht na een vraag van N-VA-Kamerlid Theo Francken aan minister van Defensie Pieter De Crem. De NV-A’er pleitte ervoor om de finale handtekening onder de wetteksten te laten zetten door de parlementsvoorzitter in plaats van door de koning.
Renovatie koninklijk paleis zelf betalen
De vorst reageerde soms nogal gepikeerd op de kritiek. Zo maakte hij begin 2012 bekend dat hij zelf een deel van de renovatie van het koninklijk paleis zou bekostigen. Het ging om een bedrag van 385.000 euro. Normaal zou de Regie der Gebouwen dat bedrag betalen, maar de koning liet weten dat hij er op stond om het zélf te bekostigen. Die geste kwam wel niet zomaar uit de lucht vallen. Het koningshuis kwam kort ervoor onder vuur te liggen, omdat de dotaties – in tijden van economische crisis en besparingen – toch nog met drie procent
omhooggingen, zoals bepaald in de grondwet.
De partijen van de institutionele meerderheid bereikten begin juni 2013 in het Uitvoeringscomité voor de Staatshervorming een akkoord over de hervorming van de koninklijke dotaties, die het systeem moderner en transparanter maakt. Het aantal rechthebbenden wordt verminderd, terwijl de leden van de koninklijke familie voortaan ook belastingen moeten betalen. Deze hervorming van de dotaties van de koninklijke familie is de belangrijkste sinds het ontstaan van de Belgische monarchie, zo zei premier Elio Di Rupo.
Broers en zussen troonopvolger geen dotatie
In de toekomst hebben de broers en zussen van de troonopvolger niet langer recht op een dotatie. Dat is enkel nog weggelegd voor de vermoedelijke troonopvolger, de weduw(e)(naar) van de overleden vorst of de troonopvolger, de koning die vroegtijdig zijn functies neerlegt en zijn overlevende echtgeno(o)t(e). De dotatie bestaat in de toekomst uit twee delen: één deel
‘vergoeding’, en een ander deel ‘werkings- en personeelskosten’. Op de vergoeding moet personenbelasting betaald worden.
De leden van de koninklijke familie dienen eveneens btw en accijnzen te betalen. Dat betekent dat de nettobedragen van de dotaties aan alle leden van de koninklijke familie dus dalen, stelt de premier vast.
De dotatie van de weduwe van koning Boudewijn werd begin dit jaar na de heisa rond haar stichting al teruggebracht tot hoogstens tweederde van de dotatie van de kroonprins. Die regeling blijft behouden. Maar het uitvoeringscomité stemde er in juni 2013 mee in dat dit bedrag na 10 jaar weduwschap wordt herleid tot de helft van de dotatie van de kroonprins. Bovendien wordt een deel van het bedrag – ter hoogte van de vergoeding van een staatsraad of zo’n 90.000 euro – gefiscaliseerd, wat betekent dat er personenbelasting op verschuldigd is.
Filip betaalt personenbelasting
De rest wordt beschouwd als vergoeding voor werkings- en andere onkosten. Voor prinses Astrid en prins Laurent, die vandaag al een dotatie krijgen en deze bij wijze van overgangsmaatregel behouden, geldt ook de fiscalisering van dat deel van hun dotaties dat overeenstemt met de vergoeding van een staatsraad.
Kroonprins Filip, die op een hogere dotatie mag rekenen, zal personenbelasting moeten betalen op dat deel van zijn dotatie dat tweemaal de vergoeding van een staatsraad bedraagt.
Controle
Daarnaast komt er ook een controle op de dotaties. De Eerste Voorzitter en de Voorzitter van het Rekenhof controleren het deel werkings- en personeelkosten van de dotatie. Op de leden van de koninklijke familie die een dotatie krijgen, zal ook een deontologische code van toepassing zijn. Om de transparantie van het systeem te verhogen, zullen de bedragen van de voornaamste rubrieken van de rekeningen van de dotaties – buiten het deel vergoeding – gepubliceerd worden. Het geheel van de uitgaven verbonden aan de monarchie (civiele lijst, dotaties, departementale budgetten) zal gehergroepeerd worden in eenzelfde begrotingshoofdstuk.
Ten slotte wordt een jaarlijks rapport gepubliceerd over de activiteiten van algemeen belang van de leden van de koninklijke familie. (Belga/AVE)