Hun vriendschap ontstond in 2014 op een parking in Kapellen. Sindsdien gaan schrijver en performer Bart Van Loo en gitarist en filmcomponist Geert Hellings zowat elk jaar met hun gezinnen op vakantie. Een gesprek over uiteenlopende onderwerpen als AI, een kapotte stoel en Van Loo’s debuut als muzikant.
Kempenaar Bart Van Loo (52) straalt in zijn Antwerpse schrijversnest. Eergisteren heeft hij zijn Franse zaalshow rond De Bourgondiërs nog eens mogen opvoeren in het Henegouwse Ath, voor een enthousiast publiek én de camera’s van de RTBF, want de show komt binnenkort op televisie. ‘Ik heb achteraf tegen mijn vrouw gezegd: “Ik doe dit zo graag!”’, lacht Van Loo.
Al was het in de aanloop wel stressen: de organisator was vergeten plaats te regelen voor de cameraploeg. Dan moeten we de registratie uitstellen, was de conclusie van de RTBF. Maar dat was buiten Van Loo gerekend. ‘Ik heb het dan maar zelf geregeld. Tal van telefoontjes gedaan en enkele mensen die hun plaatsen wilden afstaan een aantal boeken cadeau gedaan.’ ‘Hands-on-mentaliteit’ heet dat tegenwoordig in het hippe en holle hr-lingo. ‘Kempense onverzettelijkheid en creativiteit’ dekt de lading beter.
Intussen is muzikant Geert Hellings (47) aangekomen, met de droeve mare dat zijn ‘Napoleon-stoel’ het heeft begeven. Het betreft een van de twee stoelen die het duo gebruikte voor hun zaalshow rond Van Loos bestseller Napoleon uit 2017. Dat mag de pret echter niet drukken. Hellings heeft koffiekoeken bij, Van Loo heeft koffie gezet, ze nestelen zich in de fauteuil (Van Loos Napoleon-zetel wordt wijselijk vermeden), en antwoorden op de traditionele openingsvraag van deze rubriek.
Het succes van Bart Van Loo en zijn Bourgondiërs: heeft de geschiedenis historici nodig?
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Bart Van Loo: Mark Knopfler van Dire Straits bracht ons samen. Ik had in 2011 een boek geschreven – Chanson, dat overigens sinds kort in een herwerkte en uitgebreide pocketversie in de winkels ligt – en ben daar enkele jaren later mee op tournee gegaan. De band Eddy et les Vedettes was daarbij de ideale podiumpartner. Zij spelen chansons van pakweg Aznavour en Brel op geheel eigen wijze. Geert was destijds hun gitarist.
Na een optreden in Kapellen raakten we aan de praat op de parking. Hoe we op het onderwerp zijn gekomen, weet ik niet meer, maar we bleken allebei grote fans van Mark Knopfler en Dire Straits.
Geert Hellings: Het was een verademing om over mijn Dire Straits-passie te kunnen spreken. In 2014 was dat ‘foute’ muziek. Als professioneel gitarist opkijken naar Knopfler en Dire Straits: dat was in die tijd niet goed voor je streetcredibility. Niet dat ik me daar veel van aantrok, maar als ik het al eens over Dire Straits had, viel het gesprek meteen stil.
Van Loo: Geert speelt met grote namen als Guido Belcanto en Stef Kamil Carlens. Daar kon je in die tijd, en nu nog, mee uitpakken. Maar Dire Straits, ho maar! Alhoewel dat tegenwoordig gekeerd lijkt.
Hellings: Absoluut. Muzieksmaken komen in golven. Jongeren vinden Dire Straits plots weer cool.
Van Loo: Grappig dat je dat zegt. Mijn vaste chauffeur en merchverkoper kon eergisteren niet mee naar Wallonië. Dus regelde hij een vervanger, de gitarist van een deathmetalgroep. Ik vroeg hem welke gitaristen hij goed vindt. Allemaal metalnamen die ik niet ken. ‘En Mark Knopfler?’ vroeg ik. ‘Absolute top’, antwoordde die jonge gast.
De perceptie is toch weer veranderd: van rockdinosaurus in de jaren tachtig tot hippe muzikant nu. Ik heb me daar in mijn jeugd nooit iets van aangetrokken. In mijn tienerkamer hingen posters van Knopfler. Daar speelde ik ook alle solo’s na. In tegenstelling tot Geert wel alleen op luchtgitaar.

Uit dat parkinggesprek is niet alleen een vriendschap maar ook een gemeenschappelijk project ontstaan?
Van Loo: Chanson was voor mij een levensveranderende ervaring. Dat boek heeft allerlei deuren geopend. Zo kreeg ik een rubriek in populaire programma’s als De laatste show en De wereld draait door. En in 2014 volgde dan de theatershow met Eddy et les Vedettes. Intussen was ik aan een nieuw boek bezig: Napoleon. Daar wilde ik opnieuw een theatervoorstelling aan koppelen. Ik heb Geert toen gevraagd om voor de muziek te zorgen.
Toen we in volle voorbereiding van die voorstelling zaten, zijn we overigens naar Londen getrokken, voor een concert van Mark Knopfler in de legendarische Royal Albert Hall. Een bijzonder slecht optreden. Saai en statisch.
Ik herinner me nog dat Geert en ik nadien door Hyde Park naar ons hotel liepen en ons afvroegen wat er in godsnaam fout was gelopen. We hebben die hele weg terug alle gespeelde nummers geanalyseerd. Alsof we een verloren match van de Rode Duivels aan het bespreken waren. Maar toch eindigde die Londense trip nog met een hoogtepunt, een heerlijke tentoonstelling met Napoleon-karikaturen in het British Museum. Alsof het zo moest zijn, want later stonden we dan met ons tweeën op de planken voor een voorstelling rond de legendarische keizer.
‘Wij publiceren oraal. En na die orale publicatie is het weg. Voorgoed. Het wordt een herinnering.’
Hellings: Die Napoleon-voorstelling was voor mij een uitdaging. Ik speel doorgaans elektrische gitaar en ben omringd door een band. Nu stond ik daar ‘naakt’ met alleen een akoestische gitaar, naast verteller Bart. Maar het was bijzonder fijn om te doen. Ik bracht enkele nummers solo en zorgde daarnaast voor soundscapes.
Van Loo: Ik zou het bijna als filmmuziek omschrijven. Wat grappig is, want later heb je de soundtracks voor de films De Patrick en Wil van regisseur Tim Mielants geschreven.
Hellings: Ik kan me letterlijk geen leven zonder Tim herinneren. In de zin dat hij mijn buurjongetje was sinds ik twee jaar was. We hebben heel onze jeugd samen doorgebracht. Die samenwerking voor de soundtracks was daar een logische uitloper van. We kennen elkaar door en door en het wederzijdse vertrouwen is groot.
Van Loo: Ze hebben als tieners zelfs in een bandje gespeeld. Op internet vind je daar nog beelden van. In dat opzicht is de vriendschap tussen Geert en mij toch uitzonderlijk. Ik bedoel: de meeste vriendschappen ontstaan in je jeugd, zoals bij Tim en Geert. Wij hebben elkaar leren kennen toen we rond de veertig waren. Op die leeftijd nog een hechte vriendschap sluiten is niet-alledaags, en ik ben er zeer dankbaar voor.

Waar is jullie vriendschap op gestoeld?
Hellings: Voor de Napoleon-voorstelling hebben we samen ontelbare uren in de auto doorgebracht, op weg naar alle uithoeken van de Lage Landen. Dan ontstaat er een gemeenschappelijk vertrouwen. En dan ontdek je ook raakpunten. Ik ben net als Bart gefascineerd door geschiedenis. Door literatuur. Door lekker eten. En door taal.
Van Loo: Wij kunnen – en dat is geen zwans – uren doorbomen over het Protogermaans. Geert is germanist, ik romanist. Of over Moby Dick, waar Geert een hele verzameling van heeft. Maar evengoed over het onzekere bestaan van een artiest. Ik weet nog dat we het tijdens die autoritten ten tijde van de Napoleon-voorstelling vaak hadden over mijn twijfel rond mijn nieuwe project. Van het boek Napoleon waren er toen bijna 20.000 exemplaren verkocht. Een mooi succes. Ik speelde toen al met het idee om iets rond de Bourgondiërs te doen. Maar zat men daar wel op te wachten?
Er bekroop me toch een behoorlijke twijfel: Napoleon kent iedereen, maar Filips de Goede? Die twijfel was onterecht, zo is nadien gebleken, maar achteraf is het altijd makkelijk praten, natuurlijk. Ik heb in die twijfelperiode veel gehad aan die autogesprekken met Geert, ze betekenden een extra duwtje in de rug voor dat gigantische project dat De Bourgondiërs wel was.
Schrijver Bart Van Loo: ‘Ik twijfel vooral over praktische zaken – past mijn hemd bij mijn broek?’
Jullie zitten allebei in de creatieve sector. Hoe kijken jullie naar de opkomst van artificiële intelligentie? Creatieve beroepen lijken erdoor bedreigd.
Hellings: Ik ervaar AI vooral als een vervelende stoorzender waar niet authentieks kan uitkomen, maar het heeft inderdaad wel een grote impact op creatieve beroepen. Er bestaan al apps waarmee je muziek kunt creëren in een bepaalde stijl. Bijvoorbeeld: maak een nummer dat klinkt als The Beatles. Het resultaat is nog niet wat het moet zijn, maar die apps zullen almaar beter worden. En voor een half minuutje filmmuziek zou je het al kunnen gebruiken. Nu, ik denk wel dat de live-ervaring nooit vervangen zal kunnen worden. Daar klamp ik me aan vast.
Van Loo: Ik heb bij wijze van experiment eens aan ChatGPT gevraagd om een verhaaltje voor het slapengaan te verzinnen, voor mijn dochtertje. Het moest in mijn stijl zijn en over de Bourgondiërs gaan. Het resultaat was een verhaaltje over een jongetje van tien jaar, Jantje, dat in slaap valt en droomt van een kasteel. Vervolgens wordt hij wakker in het kasteel van Filips de Goede en beleeft hij van alles. Het was geen topverhaal, maar het kon ermee door.
Ander voorbeeld: ik maakte voor mijn sociale media een post over de aflevering van mijn podcast Stoute schoenen die handelt over de slag bij Azincourt. Ik gebruikte een gewone foto van mij en gaf de app de opdracht om mij op het slagveld te zetten. En hop, daar sta ik in wapenuitrusting in Azincourt. In geen tijd. Een vormgever zou daar allicht een dag werk aan hebben gehad. Dat is verontrustend voor de creatieve sector. Anderzijds: een boek als Stoute schoenen zou AI nooit hebben kunnen maken, omdat er nooit iemand zo gek als ik is geweest om al die plekken te bezoeken en erover te schrijven.

Hellings: Maar nu is het boek er wel, en kan AI er gebruik van maken.
Van Loo: Klopt, maar dat is een eindig gegeven. Stel: we stoppen al mijn boeken, en die van Johan Huizinga, Tom Holland, David Van Reybrouck en weet ik veel wie nog allemaal, in AI. Dat programma gaat tal van teksten kunnen genereren. Maar op een moment houdt het op. Want als niemand er nog nieuwe teksten insteekt, droogt de AI-bron op. Daarom ben ik niet zo pessimistisch over AI in onze sector. Ik zie het meer als een hulpmiddel. Zoals een rijmwoordenboek voor dichters destijds.
Hellings: Maar andere creatieve beroepen voelen nu al de gevolgen. Vertalers bijvoorbeeld. Programma’s kunnen gigantische brokken tekst in een paar seconden omzetten naar een andere taal met opvallend weinig fouten. De rol van vertalers wordt er meer en meer een van het nakijken en eventueel hier en daar corrigeren van AI-vertalingen. Maar dat is natuurlijk een andere invulling van hun job. En het betaalt minder. Het verdienmodel in de creatieve sector zal veranderen.
Van Loo: We keren eigenlijk terug naar het verleden. Schrijvers als Victor Hugo en Alexandre Dumas verdienden amper aan hun klassiekers. Zo publiceerden ze eerst in feuilletonvorm in een krant. Daar kregen ze wat geld voor. Dan verscheen het verhaal in boekvorm. Daar kregen ze een onderhandeld vast bedrag voor. Of er nu veel of weinig exemplaren van verkocht werden, dat maakte voor hen geen enkel financieel verschil.
Daarnaast verschenen er ook nog eens overal piraatversies waar ze geen cent van zagen. Waar ze wel hun brood mee verdienden, waren hun theaterversies of geanimeerde lezingen. Daar kwam bijzonder veel volk op af. En uiteindelijk is dat wat Geert en ik ook doen: die unieke ervaring van een liveshow. Want geen enkel optreden is exact hetzelfde. Wij publiceren oraal. En na die orale publicatie is het weg. Voorgoed. Het wordt een herinnering.
‘Bart maakt op mijn plaat zijn debuut als muzikant. Op de triangel.’
Tot slot: wat brengt de nabije toekomst voor jullie?
Hellings: Ik breng eind dit jaar een nieuwe plaat uit van mijn eigen band, Stanton. Het is een collectie uiteenlopende, persoonlijke songs, van intimistisch tot rootsy. Denk bijvoorbeeld aan J.J. Cale. Ik heb overigens een primeur: op die plaat maakt Bart zijn debuut als muzikant. (lacht) Er staat een nummer op het album dat een beetje een samenvatting is van waar ik in het leven sta. En het leek me een goed idee om iedereen die ik graag zie daarop te laten meespelen.
Ik heb een heel muzikale familie. Mijn vader speelt gitaar, mijn moeder blokfluit, mijn zus is ook muzikante, mijn dochter zingt… Maar voor Bart moest ik dus nog iets zoeken.
Van Loo: Het werd de triangel. Je hoort me twee keer in een nummer van tien minuten. Maar ik sta wel op plaat! En wat mijn nabije toekomst betreft: na alle hectiek rond De Bourgondiers is het tijd voor een sabbatsjaar. Al rijpt er intussen wel weer een nieuw onderwerp.
BIO BART VAN LOO
Voormalig leraar Frans.
Debuteerde in 2006 met Parijs Retour.
Auteur van De Bourgondiërs, waarvan ruim 400.000 exemplaren verkocht zijn.
Commandeur in de Kroonorde (België) en Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres (Frankrijk).
BIO GEERT HELLINGS
Schreef de soundtracks van de films De Patrick en Wil.
Muzikant bij onder meer Guido Belcanto en Stef Kamil Carlens.
Speelde op platen van onder meer Helmut Lotti en Het Zesde Metaal.
Gitarist bij de Dire Straits-tributeband Six Blade Knife.