Verrassing! Schandaalschilderij ‘De kindervrienden’ duikt op na 51 jaar

Walter Ertvelt, met De kindervrienden. De zoektocht naar dit verdwenen werk van Dees De Bruyne hield hem meer dan tien jaar in de ban. © Saskia Vanderstichele
Stijn Tormans

Het grootste Vlaamse kunstmysterie blijft met stip de diefstal van De rechtvaardige rechters, een paneel van Het Lam Gods. Maar de verdwijning van De kindervrienden van Dees De Bruyne is toch ook een mooi verhaal.

Zeker na de Canvas-reeks Godvergeten werd De kindervrienden van Dees De Bruyne opnieuw actueel. Al heeft dus bijna niemand het schilderij ooit gezien. Iedereen kende het van horen zeggen, of via de papieren replica: het echte werk leek meer dan een halve eeuw van de aardbodem verdwenen. In september 2023 deden we, na een lang artikel in Knack, een oproep: ‘Hangt De kindervrienden toevallig aan uw muur? Of hebt u een tip? Mail ons.’ Op de foto ziet u hoe het afliep, maar niet hoe het begon.

***

Tien jaar geleden wilde de Gentse tekstschrijver Walter Ertvelt een tentoonstelling maken rond kunstenaar Dees De Bruyne (1940–1998). ‘Ik vond al zijn belangrijke werken terug bij verzamelaars, behalve het meest controversiële. Dat bleek al jaren spoorloos.’ Zo begon een zoektocht die Ertvelt meer dan tien jaar in de ban hield.

De kunstenaar en hij deelden een verleden. In de vroege jaren zeventig leerden ze elkaar kennen in het bekende koffiehuis Mokabon, in de Donkersteeg in Gent. Ze sloten vriendschap. Parce que c’était lui, parce que c’était moi, zoals Montaigne ooit schreef. ‘Dees leefde toen heel hard’, zegt Walter. ‘Met alles erop en eraan: drank, drugs, seks.’

Hij was een bohemien kunstenaar van het uitgestorven soort. Een beatnik, een provocateur die graag lawaai maakte in het tergend tamme Vlaanderen. Daarom schilderde hij in 1972 De kindervrienden. In dat jaar werd er alleen op een fluistertoon gesproken over misbruik in de kerk.

Aan Dees’ tafel van de macht zat veel bekend volk: paus Paulus VI, de Amerikaanse kardinaal Francis Spellman, de oerconservatieve socialistische voorman Alfons Vranckx en de vrijzinnige hoogleraar Maria Wens, bestuurder van het beruchte kindertehuis Vrij en Vrolijk in Brasschaat – een instelling die toen al in opspraak kwam wegens kindermisbruik.

Ook de Amerikaanse president Richard Nixon zat mee aan de dis waar kinderen werden geslachtofferd: het iconische beeld van het naakte, schreeuwende napalmmeisje Phan Thi Kim Phuc in Vietnam was net de wereld rondgegaan.

Wim Lammertijn: ‘Stel dat je nu zo’n werk zou maken met de machthebbers van vandaag: dan zou dat opnieuw bijzonder veel commotie veroorzaken.’ © Saskia Vanderstichele

De kindervrienden verscheen voor het eerst in het blad Openbaar Kunstbezit Vlaanderen/Nederland. De Bruyne dacht dat hij een bom gelegd had, maar er ontplofte niets. De abonnees deden alsof ze het niet opmerkten en het bleef oorverdovend stil. Tot De Kindervrienden enkele maanden later, op 4 mei 1974, werd tentoongesteld in Galerie Contrast Punt 1 in Gent, samen met nog een paar andere, erotische werken.

‘Die vernissage herinner ik me nog goed’, zegt Ertvelt. Het was ook een heroïsche avond om nooit te vergeten: de BOB en de politie vielen binnen. Ze namen een aantal werken in beslag, maar niet De Kindervrienden. De ramen van de galerie werden afgeplakt, wat de nieuwsgierigheid van het volk alleen maar aanwakkerde.

Daarna verdween De kindervrienden meer dan vijftig jaar in het verborgene. Er deden allerlei theorieën de ronde. Ook op onze oproep in Knack kwam heel wat reactie. Sommigen wezen naar een katholieke familie uit het Dendermondse, anderen naar Spanje. Maar alle sporen liepen dood.

***

Toch bleef Walter Ertvelt speuren. De laatste tijd met een partner in crime: Wim Lammertijn, conservator van het museum Mudel in Deinze. ‘Ik was naar de expo van Jan De Vliegher gaan kijken’, vertelt Ertvelt. ‘Achteraf ging ik een pintje drinken in een naburig café. Daar zat één man naar de koers te kijken. Ik ging naast hem zitten en vertelde over mijn zoektocht. Het bleek de burgemeester van Deinze te zijn, en hij bracht me in contact met Wim.’

‘Natuurlijk waren wij heel geïnteresseerd in dat werk’, zegt Lammertijn. ‘We hebben zelf een Dees De Bruyne in de collectie – weliswaar geen topwerk. De kindervrienden is dat wel. Het dateert uit de periode dat hij zijn eigen stijl vond. Intussen heeft het een mythische status gekregen. Er worden lessen over gegeven en verschillende media vroegen me gefascineerd of ik meer wist over die Kindervrienden. En of het nu al gevonden is.’

Ze hadden de zoektocht opgegeven. “We hadden alles gedaan wat we konden.” Twee dagen mailde iemand: “ik ken de locatie van De kindervrienden”.

Ertvelt organiseerde vorig jaar, met de steun van Mudel, een nieuwe tentoonstelling over Dees De Bruyne in Gent. Daar hing de papieren replica van De kindervrienden, met een smeekbede erbij: geef ons alsjeblieft een tip over waar het is. De tentoonstelling werd een groot succes, maar niemand verhoorde hun bede. ‘Toen hebben we het min of meer opgegeven’, zegt Lammertijn. ‘We hadden alles gedaan was we konden doen.’

***

Twee dagen na de tentoonstelling mailde een vrouw naar Mudel: ‘Ik ken de locatie van De kindervrienden.’

‘Ze was niet naar de tentoonstelling geweest’, zegt Ertvelt, ‘maar de heisa in de pers had haar bereikt. “Het heeft jaren bij mij op zolder gestaan”, schreef ze. Maar, je begrijpt, met zo’n werk pak je niet graag uit omdat het symbool staat voor misbruik. Ze wilde De kindervrienden weg uit haar huis en had het aan een vertrouwenspersoon gegeven.’

Op tweede kerstdag trokken Lammertijn en Ertvelt naar haar en die vertrouwenspersoon. ’s Avonds schreef Ertvelt in zijn dagboek: ‘We worden vriendelijk ontvangen. We drinken koffie met een chocolaatje en ik voel bij mezelf een vreemdsoortige, vrolijke spanning wanneer ze aankondigen dat ze De kindervrienden zullen gaan halen. In een wit doek gewikkeld brengen ze het schilderij tot vlak bij de tafel waaraan we zitten. We staan op en helpen het schilderij te onthullen.

Ik ervaar een bijzonder geluksmoment. Het werk bestaat. Het blijkt ongeschonden bewaard en, na een eerste onderzoek door Wim, ontegensprekelijk authentiek. “Bedankt”, zeg ik. Wim glimlacht bevestigend. De personages op het schilderij kijken ons onverstoord aan van achter de tafel in hun martelkamer op hun gruwelfeest.’

Vandaag kijken ze ons opnieuw onverstoord aan in Mudel. Het museum heeft het werk in bruikleen gekregen en wil er in september een kleine tentoonstelling over organiseren. Er valt veel te vertellen. Over de woelwater Dees natuurlijk, maar ook over de tijdgeest die veranderd is, en toch ook helemaal niet.

‘Je moet eens goed kijken naar De kindervrienden,’ zegt Ertvelt, terwijl hij met een witte handschoen naar het doek wijst. ‘Alle mensen die erop staan, waren in 1972 nog aan de macht. Dees De Bruyne wilde hen ter plekke en publiekelijk aan de schandpaal nagelen.’

‘Stel dat je dit werk vandaag zou maken’, vult Lammertijn aan, ‘met de huidige minister van Justitie en de andere protagonisten van onze tijd: dan zou dat opnieuw bijzonder veel commotie veroorzaken. Alleen kunstenaars kunnen zich dat permitteren. Zij zijn de enigen die die vrijheid hebben, de narren van deze tijd.’

Het Lam Gods: gerestaureerd of geruïneerd?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content