In zijn residentie in Manhattan overleed miljardair Leonard Lauder, 92 en bezieler van het cosmeticaconcern Estée Lauder. Omzet: ruim 13 miljard euro, en zijn prestigieuze merken als Balmain, Tom Ford, Clinique of La Mer verkopen in 150 landen.
Zijn vader baat een New Yorkse lunchbar uit in de depressiejaren. Moeder verkoopt schoonheidsproducten van een oom. In 1939 scheidt het koppel met twee zonen. Maar in de oorlogsjaren trouwen zij weer en beginnen ze met eigen cosmetica. Hij zorgt voor de productie, zij voor verkoop plus marketing. Ma Esther verzint voor zichzelf een aristocratische Hongaarse pedigree en voor hun negotie een kekke naam: Estée Lauder. Het bedrijfje krijgt pas tractie als zij een externe financier vindt.
Moskou
Leonard groeit op met een nanny. Die brengt hem naar school, tien stappen achter de jongen, want ‘ik hoorde bij een soort straatbende en daar hebben ze geen nanny’s’. De knaap verzamelt frenetiek prentbriefkaarten. Decennia later schenkt hij zijn collectie van 120.000 stuks aan het Museum of Fine Arts in Boston. Hij studeert aan de businessscholen van de universiteit van Pennsylvania en van Columbia. Nog twee jaar bij de zeemacht en in 1958 werkt hij voor zijn ouders.
Dat verloopt niet zonder slag of stoot. Zijn moeder – zij bedenkt thuisverkoop voor haar handelswaar en koppelverkoop – regisseert haar winkel strak. Pas op zijn 49e wordt de zoon ceo. Concurrenten mikken via distributie in warenhuizen op hoge omzet. Met messcherpe prijzen schieten zij zichzelf niet in de voet, maar wel in hun kop. Leonard wil de grootste niet zijn, wel de beste en kiest een zeer exclusief verdeelnet.
Van zijn moeder leert hij dat je alleen spijt hebt van bedrijven die je niet koopt en hij gaat op overnamepad. Alle opgeslorpte kwaliteitsmerken laat hij voortbestaan. Zij mogen onderling concurreren in een sibling rivalry, competitie tussen broers en zussen. Leonard besteedt ook fortuinen aan een echt laboratorium, wat zijn gamma een wetenschappelijk aura verschaft. Evenveel geld gaat er naar dure reclamecampagnes met de beste ontwerpers, fotografen en modellen. En Lauder gaat internationaal. Het luxeconcern zit in Moskou nog voor andere merken weten waar Rusland ligt.
Restjes zeep
De charismatische ondernemer zet mensen op topfuncties die ‘slimmer zijn dan ik, vooral vrouwen’. In 1995 brengt hij met groot succes het bedrijf naar de beurs. Niet altijd heeft hij gelijk. Zo bedenkt hij ‘de lipstickindex’ waarbij een stijgende verkoop van lippenstift een economische crisis voorspelt. Dat blijkt later flauwekul.
‘Ik praat met de pers als ik zo meer lippenstift verkoop.’
Bijna 30 jaar leidt hij Estée Lauder, als ceo en daarna als voorzitter van de raad van bestuur. In 2009 neemt hij genoegen met een zitje in die raad, maar hij komt – dan 76 – nog elke dag naar kantoor. Grote overnames, zoals die van Tom Ford in 2022 voor 2,4 miljard euro, bedisselt hij zelf. Lauder noemt zich dan ook de chief teaching officer, een bejubelde spreker op seminaries voor medewerkers. Daar predikt hij: ‘Als je een goed idee hebt, laat niemand dat uit je hoofd praten.’
Zijn privéleven houdt Lauder altijd uit de media. ‘Met dat soort verhalen verkoop je niks. Ik praat met de pers als ik zo meer lippenstift verkoop.’ Maar vanaf 2000 staat hij toch constant in de belangstelling als filantroop. Hij richt twee grote stichtingen op – alzheimer en kanker – en doneert omgerekend 108 miljoen euro aan de universiteit van Pennsylvania voor een verpleegsterschool. Het Whitney Museum in New York krijgt 114 miljoen. Als klapper schenkt Lauder zijn collectie van kubisten aan het Metropolitan Museum of Art. Voorzichtige waardering: 1 miljard dollar.
Lauders familie controleert tot vandaag 85 procent van de stemgerechtigde aandelen van het concern. Zijn eigen vermogen: ruim 10 miljard. Maar toch let hij op de kleintjes. In 2004 geeft het kind uit de Grote Depressie toe: ‘Ik gebruik altijd restjes zeep en schrijf op de achterkant van memo’s.’
Crème de la crème: waarom België het epicentrum is van Estée Lauder