Marc de Bel over zijn twijfels: ‘Ik ben begenadigd met een ijdele zelfzekerheid.’
‘Ik ben opgegroeid met de verhalen over Nelle De Vos, de heks van Cruysem. Mijn oudste schoonbroer kon ongelooflijk over haar vertellen, over hoe ze mensen en dieren kon betoveren. Nachtmerries kreeg ik van die verhalen. We zijn zelfs ooit naar de plek geweest waar Nelle in 1634 door de kerk op de brandstapel werd gegooid. Dank u, meneer de paus, dacht ik toen, goed dat u haar levend hebt verbrand, zodat ze nooit meer kan terugkeren.
‘Als kind was ik heel gelovig. Op zolder organiseerde ik missen, mijn vrienden speelden misdienaar. De nonnen zagen een pastoor in mij – al kreeg ik ook geregeld een stomp van hen. Ze dachten waarschijnlijk dat dat mijn roeping zou bevorderen, maar het werkte averechts. Rond mijn tiende verloor ik mijn geloof. Sinterklaas bleek niet te bestaan, de paasklokken waren nep, dus zal de rest ook wel niet waar zijn. De meisjes in de straat werden me liever. Stilaan kreeg ik een hekel aan het instituut kerk: het is verschrikkelijk wat ze Nelle en al die andere onschuldige vrouwen hebben aangedaan, vanuit een mannelijke angst voor de vrouw.’
Dat is natuurlijk al lang geleden.
Marc de Bel: Er zijn niet alleen verhalen van honderden jaren oud. Vijf jaar geleden schreef ik Lieze & Tine: dochters van de duivel. Dat boek gaat over twee meisjes die in 1968 zwanger raakten, van wie een van de dorpspastoor. Ze werden gedumpt bij de nonnen, hun kinderen werden verkocht aan rijke Amerikanen. Razend ben ik daarover. Toen ik dat boek schreef, had ik veel contact met Rik Devillé. ‘Wat nu aan het licht komt, Marc, is nog maar het topje van de ijsberg’, zei hij. En hij had gelijk. Kijk naar wat onlangs weer in de krant stond over al die nonnen die kinderen martelden.
‘Als kind organiseerde ik missen op zolder. Nu denk ik: wat een verschrikkelijk instituut is die kerk toch.’
Twijfelt u vaak?
De Bel: Ik heb maar één keer in mijn leven getwijfeld. Op het einde van het middelbaar kwam het PMS (het Psycho-Medisch-Sociaal Centrum, dat de studiemogelijkheden van scholieren onderzocht, nvdr) langs. Ik scoorde nogal goed op de IQ-tests. Ze vonden dat ik naar de universiteit moest gaan, om ingenieur of zo te worden. ‘Niets van’, antwoordde ik. ‘Ik wil onderwijzer worden.’ ‘Wat een verspilling van uw talent zou dat zijn’, zeiden ze. Een ontzettend stomme uitspraak – alsof je niet slim hoeft te zijn om onderwijzer te worden. Maar ik geef toe dat ik even heb getwijfeld. Gelukkig zei mijn toenmalige vriendin en huidige vrouw: volg je hart. Ik ben onderwijzer geworden en toen bleek dat ik kinderen goed kon boeien, ben ik jeugdboeken beginnen te schrijven. Daarna heb ik amper nog getwijfeld. Ik ben begenadigd met een ijdele zelfzekerheid. Onlangs keken mijn vrouw en ik naar Wednesday op Netflix. Op een bepaald moment zegt een van de personages: ‘Ik ben egoïstisch, zelfzuchtig en twijfel nooit. Zoals alle grote schrijvers en seriemoordenaars.’ Dat citaat is volledig van toepassing op mij. (lacht luid)
Het pannenkoekentornooi van Marc de Bel en Matti De Laet verschijnt op 16.09 bij Houtekiet, 96 blz., 22,99 euro.