Claudia Cardinale, een van de beroemdste vrouwelijke sixtiesiconen, is niet meer. Een laatste eresaluut in technicolorkleuren.
David Niven noemde haar ooit ‘het beste Italiaanse exportproduct sinds spaghetti’, nadat ze samen in The Pink Panther hadden gespeeld. Zelfs tot het anders tergend tamme Vlaanderen van de jaren zestig drong haar faam door. Een oude vriend vertelde me dat ze in die dagen misschien wel de populairste meisje van de kauwgomballenautomaat was. Elke Vlaamse jongen hoopte dat er samen met een tuttefrut ook een verfrommelde foto van Claudia Cardinale uitrolde – niemand had zo’n mooie mysterieuze ogen als zij. Dat was jongenspret in het Vlaanderen van de sixties.
De Fransen hadden Brigitte Bardot, de Italianen Claudia Cardinale, zeggen ze altijd. Terwijl ze niet eens een Italiaanse was, dat leek alleen maar zo – in haar wonderjaren moest ze zelfs een prijs teruggeven toen uitlekte dat haar stem in het Italiaans gedubd was.
In tegenstelling tot dat andere icoon van de sixties, BB, vergat ze zuur te worden.
Haar ouders waren Sicilianen, maar zelf groeide ze op in de wijk La Goulette in Tunis, Tunesië. Ze sprak Frans en had maar één grote droom: de wereld rondtrekken. Haar eerste grote bestemming was het filmfestival van Venetië. Dat was de hoofdprijs van een missverkiezing die ze net gewonnen had.
In Venetië wisten ze niet wat ze zagen. Elke regisseur wilde met haar in zee, maar zij riep alleen maar ‘No!’. Dat was zowat het enige woord Italiaans dat ze kende, met alle anderen worstelde ze nog. ‘Het meisje dat geen films wil maken’, noemden de kranten haar.
Luipaard in Cannes
Uiteindelijk belandde ze toch in de filmwereld, al was dat om een trieste reden. Op haar zeventiende was ze verkracht en even later bleek ze ook zwanger. Abortus was geen optie. Om de opvoeding van haar zoon te betalen, zei ze ‘ja’ tegen regisseurs.
In haar eerste film, Goha van Jacques Baratier, speelde ze nog een gesluierde Arabische vrouw, maar die hoofddoek deed ze gauw af. Haar naam deed snel de ronde en bereikte ook de grootste Italiaanse regisseurs van het moment.
In 1963 acteerde ze tegelijkertijd in Il gattopardo van Luchino Visconti als in 8½ van Federico Fellini. De ene week was ze blond, de andere week zwart. ‘Ik deinsde in die dagen nergens voor terug’, vertelde ze een paar jaar geleden in Knack Focus. ‘Ik hield van gevaar en avontuur. Voor de première van Il gattopardo in Cannes kwam een circusman aangewandeld met een luipaard. Ik rende op hen af en gaf dat luipaard een kus. Visconti verbleekte. Ik hoor hem nog roepen: “Claudia, wat doe je nu? Dat is geen kat, dat is een luipaard! Je bent gek!”’
Maar het deerde haar niet. Ze schreed over de Croisette in Cannes, gevolgd door duizenden fotografen en paparazzi. ‘Ik denk dat cinema een beetje op mannen lijkt: hoe minder je ze wilt, hoe meer ze je achtervolgen.’
Er was één man die wel prijs had: Pasquale Squitieri, een Italiaanse regisseur en scenarist met wie ze een leven lang samen bleef. Ze maakten ook een tiental films samen. Maar de belangrijkste rollen speelde ze in films van anderen. Zoals in die van Sergio Leone, met wie ze in 1968 Once Upon a Time in the West draaide. De manier waarop ze uit die trein stapte, werd meteen klassieke cinema.
‘Het beste Italiaanse exportproduct sinds spaghetti’, werd ze genoemd. Maar ze was niet eens Italiaans.
Mysterie
In tegenstelling tot dat andere icoon van de sixties, BB, vergat ze zuur te worden. Zelfs op late leeftijd bleef CC lachen. Ze werd waardig oud, zonder aan haar lichaam te laten frullen.
In 2000 werd ze uitgeroepen tot goodwillambassadeur van Unesco voor haar inzet voor vrouwenrechten. ‘De mooiste Oscar die ik ooit gekregen heb’, noemde ze die titel.
Tot het einde van haar leven bleef ze acteren. En ook haar enigma bleef intact. In interviews benadrukte ze vaak dat ze nooit haar lichaam verkocht had – ze was zelfs nooit naakt gefilmd. Allemaal in naam van het mysterie.
Er lopen veel goden rond in de wereld, maar er was maar één Claudia Cardinale.