Vlaanderen leerde de Nederlander Gover Meit kennen in De Slimste Mens ter Wereld en was meteen dol op de absurde humor en bizarre uitspraken van de Nederlandse cabaretier. Wat blijkt nu? Onder alle gekte en alter ego’s zit gewoon een mens van vlees en bloed. ‘Op het podium vind ik een existentiële rust die ik in het dagelijks leven niet ken.’
‘Ik kan maar niet genoeg krijgen van interviews. En ik spreek mezelf constant tegen, dus ik geef telkens andere antwoorden op dezelfde vragen.’ Dat komt goed uit, want we zijn niet de eerste Belgen die willen praten met de excentrieke Gover Meit. Sinds zijn passage in De slimste Mens ter Wereld is de Nederlander wereldberoemd in Vlaanderen en is heel ons land in de ban van zijn gortdroge humor en zijn gezapige spreektempo.
In zijn thuisland is Meit al veel langer een fenomeen. Nadat hij in 2009 afgestudeerd was aan de Gerrit Rietveld Academie, had hij verschillende muziekprojecten, gaande van hiphop tot kleinkunst. Zijn echte doorbraak kwam er in 2015, toen zijn alter ego werd geboren. Als Stefano Keizers bracht hij tegendraadse cabaretvoorstellingen die de publieke opinie verdeelden. Er was bijvoorbeeld de stunt waarbij hij op het podium tot 725 telde. In 2023 werd Gover Meit Donny Ronny, een nieuwe naam waarmee hij onder meer een ongechoreografeerde dansvoorstelling bracht. Ook in ons land hebben heel wat mensen zijn werk gezien zonder het te beseffen. Meit was creatief directeur van Joost Kleins beruchte optreden op het Eurovisiesongfestival, dat eindigde in een dramatische diskwalificatie.
In Nederland wil Meit met zijn artiestennaam aangesproken worden, maar ik mag gewoon Gover zeggen. ‘België is het enige land dat mijn echte naam mag gebruiken. Gover klinkt gewoon Vlaams. En daarnaast wordt België als het ondergeschoven kindje van Nederland gezien, en daar kan ik me heel erg mee vereenzelvigen. Hier in Nederland worden mij altijd artistieke restricties opgelegd, dus met mijn naam leg ik hen ook beperkingen op. In Vlaanderen werd ik enorm warm onthaald, dus het zou flauw zijn als ik van tevoren een muur opzet.’
Eerder deed u al mee aan de Nederlandse versie van De Slimste Mens. Hoe anders was die ervaring?
Gover Meit: In Nederland is het echt een quiz met behoorlijk veel prestige. Zelf ben ik wars van prestige, dus dat vond ik een fijne boter om in te snijden. Het gaf een enorm prettig gevoel om een arrogante, chagrijnige, oudere man eruit te spelen.
Maar in België is het een programma met liefde voor humor dat wordt gemaakt om een publiek te vermaken. Wanneer ik in Nederland een rare opmerking maak, weet ik bijna zeker dat die de uitzending niet haalt. Bij jullie is het precies andersom. Wat ik ze ook op de mouw speld, het wordt altijd getoond. Dat maakt het voor mij veel leuker.
Ik weet nog dat ik zo’n tien jaar geleden panellid mocht zijn tijdens een andere quiz. Toen was ik nog jong en kinderachtig, en vond ik het grappig om in het midden van elke aflevering ‘Ik ben een hond’ te zeggen. Mijn jonge broer, die op mij neerkijkt, noemt mij altijd ‘Govy’ en zegt dat ik een hond ben, waarmee ik het helemaal eens ben. Acht afleveringen lang heb ik dat zinnetje gezegd, en nooit werd het uitgezonden. Heel frustrerend dat die vier woordjes die ik wilde delen me niet gegund werden.
Zijn dat die artistieke restricties waar u het over had?
Meit: Ja, Nederland is een land waar alles een compromis is, waardoor niemand echt z’n zin krijgt. Toen ik in de Nederlandse Slimste Mens debuteerde, waren mensen niet blij met mij, maar ze moesten wel met mij leven. Daarom werden alleen mijn saaiere anekdotes in het programma gehouden. En zelfs daar werd met argwaan op gereageerd.
‘Ik weet goed hoe ik publiek de zaal uit moet jagen, maar ook hoe ik het kan bespelen.’
In België wordt wel positief op uw deelname gereageerd.
Meit: Ik heb natuurlijk vanaf het begin consequent geroepen dat de Belgen mij meer omarmen. Dat meen ik oprecht, het voelde alsof ik in een warm bad stapte. Maar het was natuurlijk ook een tactische truc om dat nationale gevoel aan te wakkeren. Ik weet goed hoe ik publiek de zaal uit moet jagen, maar ook hoe ik het kan bespelen.

Voor uw deelname aan De Slimste Mens speelde u al twee keer in ons land, en toen liep de zaal inderdaad leeg.
Meit: Context is heel belangrijk. Er was nog nooit een artikel over of fragment van mij de grens over geraakt, en ik was gewoon de zoveelste komiek die op donderdagavond kwam spelen. Als je met die verwachting mijn zaal binnenstapt, zou ik ook zo snel mogelijk weglopen. Al waren die twee avonden net dubbel zo grappig omdat de zaal leeg liep. Volgens mij schuilt er enorm veel humor in het creëren van een situatie waar niets te lachen valt, omdat dat binnen het principe van een comedyvoorstelling zo tragisch is.
Bent u teleurgesteld als er niemand wegloopt uit uw voorstelling en iedereen hartelijk lacht?
Meit: In zekere zin wel, ja. Ik wil discussies opwekken, dat is een van de redenen waarom ik iets maak. Als een gezin mijn optreden bezoekt en ze napraten bij een borrel, heb ik het liefst dat er ruzie ontstaat. Voor mij is zo’n discussie het meest concrete dat kunst je kan bieden. Het is een kaartje waardoor je het leven weer multidimensionaal kunt ervaren.
Waarover wil u dan discussie opwekken?
Meit: Ik voer een soort guerrillastrijd tegen de absolute waarheid. En tegen mensen die zodanig overtuigd zijn van zichzelf dat ze vast komen te zitten en anderen met de zweep opleggen om ook vast te komen zitten. Dat heb ik heel mijn leven ervaren. Ik wil van de daken schreeuwen dat we meer moeten relativeren. Er bestaan nu eenmaal meerdere waarheden naast elkaar.

Dat doet u bijvoorbeeld door op een podium tot 725 te tellen.
Meit: Dat was in de voorstelling Hans Teeuwen die ik drie jaar geleden als Stefano Keizers opvoerde. Ik had het gevoel dat mensen mij te veel begonnen te omarmen en met alles moesten lachen. Alsof alles wat ik deed meteen artistiek interessant was. Dus ik dacht: ik doe iets wat ik zelf niet vind kunnen, waardoor ik het eens ben met de weglopers.
Tegelijk zat daar ook weer die relativering in. Ik vond het prachtig om te denken hoe mijn collega’s zich maandenlang opsloten in een hutje in de duinen als ze een voorstelling moeten schrijven. En hoe ze eindeloos aan hun grappen schaven tijdens try-outs, terwijl ik met gemak een derde van mijn voorstelling kan vullen met iets wat ik niet eens had voorbereid.
Waren er veel weglopers?
Meit: In het begin liep de helft weg, maar het nieuws over dat moment verspreidde zich als een lopend vuurtje. Na een tijdje werden mensen er net enthousiast over en werd het een soort prestige om erbij te zijn en mee te doen.
‘Ik had mezelf een ware tantaluskwelling opgelegd. Al maakt dat het achteraf weer extra grappig.’
Ook dat vind ik heel interessant: soms is er een hogere entertainmentwaarde wanneer je het publiek niet naar de performer laat kijken, maar naar elkaar. Ik hou een spiegel voor om te observeren waaruit menselijk gedrag ontspringt. Mensen hebben al vaak opgetreden in mijn shows zonder het zelf te weten.
Hoe lang duurde het tellen?
Meit: Zoals wel vaker heb ik mezelf daar een poets mee gebakken. In het begin duurde het zo’n dertig minuten en op het einde twintig, omdat ik steeds sneller kon tellen. Dan is het klaar voor het publiek, maar ik heb die voorstelling zo’n 180 keer opgevoerd. Na een tijdje stortte mijn hele realiteit in. Vaak speelde ik van woensdag tot en met zaterdag. Na die laatste avond voelde het alsof ik een ironman had afgelegd. Dan had ik een paar dagen rust, maar op dinsdagmiddag begon het weer te knagen. ‘Oh nee, vanaf morgen moet ik weer vier avonden tellen.’ Zo’n verschrikkelijk gevoel. Ik had mezelf een ware tantaluskwelling opgelegd. Al maakt dat het achteraf weer extra grappig.
Twee jaar geleden nam u afscheid van Stefano Keizers en werd u Donny Ronny.
Meit: Stefano was een soort Mickey Mouse geworden. Er kleefde een bepaalde brutaliteit aan, en dat werd na een tijdje een formule. Zo gaat het vaak in Nederland. Toen ik net opkwam, vonden ze het stiekem een beetje spannend dat er een rare persoon in de spotlights stond. Maar dan willen ze een vertrouwd gezicht van je maken en verwachten ze dat je consequent bent in die raarheid, dat je het spelletje altijd op dezelfde manier speelt.
‘Ik vind het ook schandalig dat ik mensen liet betalen om zoiets amateuristisch te zien. Tegelijk heb ik veel waardering voor mijn eigen doorzettingsvermogen.’
Dus ik wilde het mezelf weer moeilijker maken. Donny Ronny is het omgekeerde van Stefano. Onder die naam maak ik opnieuw experimentelere dingen. En omdat de naam Stefano Keizers niet op die affiche staat, is het voor theaters moeilijker om tickets te verkopen.

Dit jaar hebt u weer verdeelde reacties losgemaakt met Donny Ronny Danst.
Meit: Met die voorstelling ben ik er heel erg in geslaagd om op de dunne lijn tussen kwaliteit en schandaal te staan. Ik heb een uur en een kwartier gedanst op verschillende muziekstukken die ik door mijn hele leven heen leerde kennen, zonder choreograaf of danslessen. In feite was het alsof je een hele avond stond te kijken naar iemand die in de discotheek de longen uit zijn lijf danste. Omdat ik geen woorden had om me achter te verschuilen, was dat emotioneel het breekbaarste wat ik ooit heb gedaan. Ik bracht iets wat niemand anders zou doen.
Daar was niet iedereen blij mee. Van de Volkskrant kreeg Donny Ronny Danst één ster.
Meit: Ik vind het prachtig dat ik het met zowel de voor- als de tegenstanders helemaal eens kan zijn. Want zelf vind ik het ook schandalig dat ik mensen liet betalen om zoiets amateuristisch te zien. Tegelijk heb ik enorm veel waardering voor mijn eigen doorzettingsvermogen. Ik ben hiervoor oprecht bang geweest en ik heb veel traantjes gelaten in kleedkamer, want ik schaamde me voor de manier waarop ik danste. Ook dat vond ik er net interessant aan. Via deze voorstelling heb ik opnieuw de paniek van een debutant ervaren. En als ik me hierdoor minder ga schamen als ik de volgende keer in mijn privéleven op een dansvloer sta, is dat ook mooi meegenomen.
De nood om angsten te overwinnen komt vaker in uw werk terug.
Meit: Entertainen is mijn overlevingsmechanisme. Het heeft iets ontwapenends. Dat komt uit alle Disney-films en -cartoons die ik als kind zag, waar vaak een verhaal van David en Goliath in zat. De muis verslaat de kat niet met de wapens van de kat, maar door hem af te leiden. Vaak besef ik dat mensen beter af zouden zijn wanneer ik niet besta, dus ik ga automatisch in de verdediging. Wanneer ik de ander een prettiger leven geef door die te entertainen, hoop ik dat ze me zullen gedogen.
Is dat ontwapenen vaak nodig?
Meit: Ik weet nooit in hoeverre ik een selffulfilling prophecy ben. Van jongs af aan heb ik altijd gehoord dat ik anders en raar was, en ik ben me dan ook meer daarnaartoe gaan bewegen. Hoe duidelijker ik mijn raarheid uitbaatte, hoe moeilijker iemand anders dat oordeel over mij kon vellen.
Vond u het vervelend om een buitenbeentje te zijn?
Meit: Ik was er trots op! Hoe ouder ik werd, hoe meer ik dat elke dag probeerde te bewerkstelligen. Achteraf gezien zat daar ook wel een zielig randje aan. Ik plaatste mezelf niet op dezelfde hoogte als de rest, en vond dat ik iets moest bieden om erbij te horen. Uiteindelijk kwam dat toch door mijn lage zelfvertrouwen.
Ik zou denken dat je net veel zelfvertrouwen nodig hebt om op een podium te gaan staan.
Meit: Dat is een voorbeeld van hoe tegenstrijdig de waarheid kan zijn. Elke podiumartiest is iemand die zich uit het comfort van de groep verwijdert en zich in een positie plaatst waar zijn leven draait om het plezieren van anderen. Eigenlijk heeft dat iets onderdanigs, maar er komt automatisch ook een zekere megalomanie bij kijken. Ik vond mezelf echt bijzonder en wilde dat mijn talent gezien werd.
Zijn uw alter ego’s een manier om die megalomanie te onderdrukken, alsof u niet zelf op het podium staat?
Meit: Die artiestennamen hebben vele redenen, en dat is er zeker een van. Daarnaast was Stefano Keizers ook een manier om makkelijker aanvaard te worden. Keizers is een gezellige naam die je vaak in Amsterdam hoort, en Stefano klinkt een beetje marginaal, iemand met een vader die half Italiaans is. Die naam opende gemakkelijker deuren dan Gover Meit.

Mensen lijken zich vaak af te vragen of Gover Meit ook een rolletje is, alsof u nooit uzelf bent. Vindt u dat vervelend?
Meit: Ik kan me daar zielig over voelen, maar blijkbaar heb ik die vraag verdiend door hoe ik me gedraag. Want inderdaad, ook studenten met wie ik soms wekenlang werk stellen me achteraf die vraag. Of ze geven toe dat ze tijdens zo’n lestraject constant lopen te kijken wanneer ik nu uit die rol stap, in de hoop dat er een normaal functionerend mens achter me schuilt.
‘Als ik alleen thuis ben, ben ik een zielloos hoopje mens en kan ik best terneergeslagen zijn.’
Volgens mij ontstaat die verwarring omdat niemand zich op het podium gedraagt zoals ze zich in een een-op-eengesprek gedragen. Wanneer de camera aan gaat of de gordijnen van het theater openen, steek ik er meer energie achter. Dat is een andere, maar even oprechte toon. Het kost me ook niet meer moeite dan wanneer ik tijdens dit interview tegen jou praat.
Als ik alleen thuis ben, blijft daar wel weinig van over. Dan ben ik een zielloos hoopje mens en kan ik best terneergeslagen zijn. Maar ik ben een soort Schrödingers kat, want zo kan ik me enkel voelen als ik helemaal alleen ben. Zodra er iemand anders bij komt kijken, bestaat dat niet meer. Het is dus heel moeilijk om te weten wat echt of nep is.
Staat u op het podium om die neerslachtigheid niet te moeten voelen?
Meit: Ja, en ook om meer grip op de werkelijkheid te krijgen. Op het podium vind ik een zekere existentiële rust die ik in het dagelijkse leven niet ken. Dat zijn twee uren waarin er niets op me afkomt, maar waarin ik degene ben die zaken afstuurt op de rest.
De laatste jaren is de noodzaak redelijk verzadigd en heb ik mezelf een overdosis aan podiumtijd gegeven. Maar als ik dat lange tijd niet doe, voel ik me als een vis op het droge. Ik moet optreden om ademruimte in mijn leven te krijgen.
Gover Meit
Geboren op 24 august 1987 in Amsterdam.
Studeert af in 2009 aan de Gerrit Rietveld Academie.
Treedt van 2015 tot 2023 op als Stefano Keizers, daarna als Donny Ronny.
Was creatief directeur van Joost Kleins optreden tijdens Eurovisie 2024.