Waar komt Obama’s presidentiële bibliotheek?
President Obama is nog maar goed bezig met zijn tweede ambtstermijn of er wordt al gewedijverd om zijn papieren nalatenschap een plek te geven.
De kemphanen van dienst zijn de universiteiten van Chicago en Hawaï en allerhande organisaties uit de staten Illinois en Hawaï, de twee staten die Obama zijn thuis noemt. Zij willen allen graag na het afzwaaien van Obama als 44ste president van de Verenigde Staten de Barack Obama Presidential Library huisvesten.
Presidentiële bibliotheken, waarin de archieven van een president en een museum ter ere van zijn presidentschap worden ondergebracht, zijn sinds Franklin D. Roosevelt er een oprichtte in New York een onafgebroken traditie onder afscheidnemende presidenten. Doorgaans worden ze opgericht in de thuisstad, maar aangezien dat bij globetrotter Obama net iets ingewikkelder ligt dan bij de meeste van zijn voorgangers, zijn er ook meer gegadigden voor het privilege.
Een universiteit die zo’n bibliotheek (al is het natuurlijk veel meer dan gewoon een verzameling boeken en archiefstukken) op z’n grondgebied heeft, haalt met de historisch waardevolle archiefstukken ook een prestigieus bouwproject, financiële middelen en veel potentiële bezoekers binnen. En dat is des te meer het geval bij een historische president als Barack Obama, die niet alleen de eerste zwarte president van de VS is, maar in zijn tweede ambtstermijn nogal wat uitdagingen op zijn bord heeft liggen die hem ook om andere redenen dan zijn huidskleur een plekje in de geschiedenisboeken zouden kunnen geven.
De argumenten die worden bovengehaald zijn veelal van emotionele aard. In Hawaï klinkt het dat het “een zaak is van staatstrots dat president Obama de eerste bekleder van het hoogste ambt is die geboren werd in Hawaï.” In Chicago wijst men er dan weer op dat Obama in hun stad politiek volwassen is geworden en er zijn eerste politieke mandaten uitvoerde, onder andere als senator voor de staat Illinois.
De kans is groot dat ook de cijfers een belangrijke rol zullen spelen. Zo’n presidentiële bibliotheek, met alle archiefvereisten en architecturale verwachtingen, gaat al snel een paar honderd miljoen dollar kosten. En dan vindt men in Hawaï dat de miljoenen toeristen die er jaarlijks passeren een betere return garanderen dan in Chicago.
De uiteindelijke beslissing ligt uiteraard bij Obama en die laat voorlopig niet in zijn kaarten kijken. Vorige maand zei hij tijdens een tv-interview op Hawaï nog: “Honolulu is mijn geboortestad. Het is de plek waar ik opgroeide en waar ik zoveel vrienden leerde kennen. Ze heeft me gevormd, dus zou ik na mijn presidentschap de band op de een of andere manier terug willen aanhalen. Maar ik woon nu in Chicago en dat is waar ik professioneel ben opgegroeid.”
We vermoeden trouwens dat hij op dit ogenblik wel andere katten te geselen heeft. Al zal hij veeleer vroeger dan laat ook aan zijn pensioen en zijn nalatenschap beginnen te denken. En dan is een prestigieuze, eigen bibliotheek een indrukwekkend instrument om het eigen presidentschap wat langer – bij voorkeur tot een stuk in de eeuwigheid – te laten naklinken.
Bij Obama’s illustere voorganger Ronald Reagan is dat alvast gelukt. Hij is zo goed als heilig verklaard en wordt zelfs onder Democraten op handen gedragen. Zijn Ronald Reagan Presidential Foundation and Library – waar hij ook begraven ligt – heeft zelfs wat van een pelgrimsoord voor de belijders van het vrijemarktkapitalisme. Obama noemt Reagan geregeld als een voorbeeld. Ook als het de oprichting van een presidentiële bibliotheel aangaat?
Jeroen Bert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier