Knack gaat jaarlijks op zoek naar de beste thriller en bekroont het boek met de Knack Hercule Poirotprijs. De jury nomineerde zes boeken. Bepaal mee de winnaar van de publieksprijs en maak kans op een Knack thrillerboekenpakket.
Breng hieronder uw stem uit!
1. Dresden Dilemma – Benny Baudewyns (Storyland)
Na 180 van de bijna 650 bladzijden van Het Dresden dilemma, de nieuwe spionagethriller van Benny Baudewyns, duikt een KGB-agent op die Vladimir Poetin heet. Het is 1989 en de Vlaamse Lena Dullaert, een vrouw zonder enig moreel besef, heeft al een paar mensen omgebracht, onder wie per ongeluk haar moeder. Ze is in Oost-Duitsland onder een andere naam op zoek naar een man die ze zo haat dat ze er alles voor over heeft om hem te vermoorden. Maar ze botst op de ambitieuze KGB-agent die haar prompt als spion wil inlijven, want meedogenloze vrouwen als Lena kan hij wel gebruiken. Terwijl een eigenzinnige Vlaamse speurder op zijn beurt op Lena jaagt die haar altijd ontsnapt.
Baudewyns won in 2023 de Hercule Poirotprijs voor de beste Vlaamse misdaadroman met Het Buchinsky incident en is nu goed op dreef in deze goed gedocumenteerde geopolitieke thriller waarin hij het persoonlijke verhaal van de hoofdpersonages verbindt met historische gebeurtenissen zoals de ineenstorting van de USSR, de val van de Muur en de Duitse hereniging. Je hebt vele afleveringen nodig om dit complexe verhaal tot een tv-serie te bewerken, maar Baudewyns rijgt de spannende scènes aan elkaar waarbij de apotheose zowaar wordt begeleid door de shockmetal van Rammstein. (John Vervoort)
2. De biograaf – Darline Degheldere (Hamley books)
Als Alex Haentjes gearresteerd wordt nadat in zijn kofferbak het lijk van een meisje aangetroffen wordt, stelt zich de vraag: ‘Was de man aan zijn proefstuk toe, of kunnen een aantal onrustwekkende verdwijningen van jonge vrouwen aan hem gelinkt worden?
Alex is bereid om mee te werken met de speurders, op één voorwaarde: dat zijn levensverhaal te boek gesteld wordt en wel door ene Bernard De Paepe, een ietwat uitgebluste journalist/auteur. Die aanvaardt de opdracht van de onderzoeksrechter met frisse tegenzin. Waarom werd juist hij uitverkoren? Waar stuurt de moordenaar op aan? Na een aarzelende start ontpoppen de ontmoetingen van Alex en Bernard zich tot intrigerende kat- en muisspelletjes. Wie graaft er hier eigenlijk in wiens leven?
Met ‘De biograaf’, haar derde misdaadroman, schreef Darline Degheldere (1963) een stevige en originele psychologische thriller waarmee ze de lezer meer dan eens op het verkeerde been zet, met een verrassende ontknoping als apotheose. (Linda Asselbergs)
3. Harde regen – Wouters Dehairs (Lannoo)
In 2021 won Wouter Dehairs de Knack Hercule Poirotprijs voor Nachtstad. In 2023 werd Brussel Blues genomineerd voor de prijs. Met Harde regen, zijn vijfde misdaadroman, prijkt hij voor de derde keer op de shortlist. In Brussel is het bloedheet en vooral bloedlink voor privédetective Keller Brik. Hij wordt immers opgejaagd door Oost-Europese maffia, moet de confrontatie aangaan met een corrupte ex-collega toen hij zelf nog flik was, krijgt hij geen vat op de verdwijning van een jonge vrouw die al twee jaar vermist wordt en lukt het hem maar niet om zijn relatie met kunstenares Maria Marinova duurzaam te bezegelen.
Ook doemt in zijn nachtmerries regelmatig zijn overleden vader op die als rijkswachtadjudant vaak buiten de lijntjes kleurde, waar de jonge Brik ook getuige van was. Voor Gwen van Meer, Briks assistente die zo mogelijk nog meedogenlozer is dan haar baas, knaagt het. Ooit was zij een junkie en een draaideurcrimineel, nu jaagt zij mannen die zich vergrijpen aan vrouwen ongenadig op en zorgt ze ervoor dat die mannen nooit meer op de foute manier naar vrouwen kijken. Toen Dehairs Brik en Gwen bedacht, meende hij dat een trilogie zou volstaan. (John Vervoort)
4. Ze kwam terug – Barbara De Smedt (Borgerhoff en Lamberigts)
Aan de Portugese kust schrijft Barbara De Smedt (1976) haar misdaadverhalen. Met Ze kwam terug bewijst ze dat vak steeds beter onder de knie heeft. Tien jaar geleden waren er zes retoricastudenten die zich De Sandwichclub noemden. Ze dolden met elkaar, werden verliefd, speelden samen in het schooltoneel en droomden van een rijk leven. Tot een van hen, Cleo, de trein nam en niet meer terugkwam. Dat is in ieder geval wat Seren, een van de zes die een succesvol modelabel uitbouwde, vertelt maar erg betrouwbaar is haar verhaal niet. Dan sterven kort na elkaar een aantal leden van de club en krijgt Seren briefjes toegestuurd die ondertekend zijn door Cleo en waarin staat dat geen van hen het einde van het jaar zal halen.
Vanuit dat basisidee heeft Barbara De Smedt de kloeke misdaadroman Ze kwam terug geschreven die ze mooi uitbouwt en waarin ze vooral van Seren een gelaagd personage maakt. Intrigerend is de zin waarmee Seren haar verhaal begint en ook eindigt: ‘Iedereen liegt, en dat is de waarheid’. Vooral het slot van de roman is uitdagend maar bevredigend omdat de auteur speelt met de klassieke wet van de misdaadroman die zegt dat de waarheid uiteindelijk altijd boven water zal komen. Misschien is dat wel de grootste leugen. Barbara De Smedt werd in 2024 al eens voor de Knack Hercule Poirotprijs genomineerd met Koud. (John Vervoort)
5. 291 – Gert Erauw (Hartklopper)
Voor de derde keer, na Koorddansen in het Zand (2014) en De Onverschilligen (2024), is Erauw genomineerd. 291 – de “naam” van een gevangene op het punt van de vrijlating – is een giftige, zelfs cynische afrekening met wat zich afspeelt in een familie, waar haat en hebzucht onvermijdelijke wraak boetseren.
Erauw maakt amper gebruik van zijn opleiding als jurist, zonder te vervallen in ridiculisering van de politie, die de onwaarschijnlijke reeks doden in een slagerssibbe tracht te ontrafelen. Ook de drukkerij wordt bedreigd door een concurrent. 291 houdt het midden tussen een grauw, schijnheilig kamertoneel à la Agatha Christie en de amorele vraatzucht van een rattenkoning. Want de aangetrouwden zijn niet beter dan de worp van een godsdienstwaanzinnige moeder. “Als je met een slagersdochter huwde, koos je voor een leven met geslepen messen.”
Overspel, broedermoord, wisselende bondgenootschappen, ze vormen een danteske hellevaart. Die begint als het familiecomplot om de tirannieke weduwe-moeder om te brengen wordt afgesneden door haar schielijke dood in de kerk. Of was het moord? Van in de dood neemt ze wraak: alle rijkdom is opgesoupeerd. Alleen een schilderij van Marlene Dumas (na Karel Appel de rijkste Nederlandse kunstenaar) gaat naar een onverwachte erfgenaam. Is het zijn geld waard, of is het vervalst? En wie is 271 die wraak zoekt? De maskers vallen af. Nijd regeert. Wie tot het einde leest, weet nog niet wie uiteindelijk wie is. Een meesterzet. (Lukas De Vos)
6. De aanslag op Napoleon – Johan Op De Beeck (Horizon)
Auteur Johan Op de Beeck kennen we onder meer van zijn boeken over de Belgische geschiedenis, de Franse geschiedenis en in het bijzonder Napoleon. Die kennis heeft hij nu gebruikt om een spannende historische thriller te schrijven: De aanslag op Napoleon. Een concept dat goed werkt want eerder publiceerde hij ook al de historische thrillers Het complot van Laken (2019) en De staatsvijand (2021).
Napoleon brengt in 1810 een staatsbezoek aan Antwerpen. Franse royalisten en de Britse geheime dienst plannen een moordaanslag. Een onafhankelijke Antwerpse politie-inspecteur moet de zaak oplossen omdat de Franse speurders zitten te knoeien. Het is een dankbaar vertrekpunt voor een lijvig en goed gedocumenteerd verhaal waarin waarheid en verzinsel de lezer goed doen opletten.
Er zijn tientallen mislukte aanslagen op Napoleon gepleegd, aan complotten geen gebrek. Napoleon is wel degelijk op staatsbezoek geweest in Antwerpen maar een aanslag heeft er nooit plaatsgevonden.
Dit boek barst van de intriges en nogal wat namen passeren de revue maar dat hindert het verhaal niet. Op de Beeck speelt met de tijdsgeest en de prachtige decors. Je leest mooie beelden van Parijs én Antwerpen van eind achttiende, begin negentiende eeuw. Werkelijk imponerend zijn de tientallen pagina’s over ‘de meest geïsoleerde uithoek van het departement der Twee Neten, de Kempen. Hoofdwegen raakten slechts tot aan de randen ervan.’ Adembenemend eigenlijk hoe Op de Beeck de armtierige kaalheid van de Kempen in het geheugen van de lezer kan achterlaten.
In de tijd van Napoleon waren de Kempen nog niet de “paarkieng” maar wel de heide van Antwerpen. (Patrick Van Gompel)