Ray Bradbury brengt met gemengde gevoelens een digitale versie van zijn bekendste sciencefiction-roman uit.
Het is een understatement de 91-jarige Bradbury een koele minnaar van het e-book en de digitale revolutie in boekenland te noemen. Volgens hem ruikt het e-book naar “verbrande benzine”. De heftigheid van zijn woorden heeft natuurlijk alles te maken met zijn onvoorwaardelijke liefde voor het papieren boek. Niet alleen komt de man uit een andere tijd – hij is een zeldzaam icoon van zijn generatie dat de digitalisering van het boekbedrijf nog mag meemaken – hij leerde naar eigen zeggen meer uit de boeken in de openbare bibliotheek dan op de schoolbanken.
Het belang dat Bradbury aan boeken hecht, blijkt duidelijk uit het centrale thema in ‘Fahrenheit 451’: de intellectuele kracht van boeken. Daarom dat ze in de dystopische maatschappij die hij schetst zo bedreigend zijn voor de autocratische machthebbers. Ze worden massaal op brandstapels gegooid.
In 2009 spuugde hij in The New York Times nog zijn gal over het internet. Volgens hem leidt het alleen maar de aandacht af. “Het is betekenisloos, het is niet echt. Het zit ergens in de lucht.” The Associated Press meldt nu dat Bradbury zijn kar heeft gekeerd. Maar met gemengde gevoelens. En op aanraden, zelfs aandringen van zijn uitgeverij, die voor deze immer bestsellende klassieker graag de jonge digitale markt wil aanboren. Die is in de VS immers goed voor zo’n 20 % van het totale verkoopcijfer van boeken. En dan rekenen we de materiële boeken niet mee die via het door Bradbury zo verfoeide internet worden verhandeld.
Bradbury plooide toen hij een nieuw uitgeefcontract kon tekenen dat hem (en gezien zijn leeftijd ook zijn erven) naar verluidt een bedrag van zeven cijfers zou opleveren. Áls hij toestemming gaf voor de exploitatie van de e-bookrechten, vandaag een onvermijdelijk onderdeel van een contract tussen auteur en uitgeverij. Dat vertelde Michael Congdon, de agent van de auteur, aan The Associated Press.
De laatste der antidigitale Mohikanen is overstag gegaan tijdens de week dat ook Mark Twain in de schijnwerpers stond. Naar aanleiding van zijn 176ste verjaardag plaatste Google op 30 november een doodle op de openingspagina met een bekende scène uit ‘De avonturen van Tom Sawyer’. Maar er werd in Amerikaanse media vooral volop gespeculeerd over hoe Mark Twain tegenover de digitale vernieuwing zou gestaan hebben. Gretig, als we The Christian Science Monitor mogen geloven. Als eigenaar van drie patenten en een van de eerste schrijvers om met een tikmachine aan de slag te gaan, zou je in Twain ietwat anachronistisch zelfs een gadgetfreak kunnen zien.
Over de e-bookrechten van ‘Tom Sawyer’ en ‘De avonturen van Huckleberry Finn’ valt trouwens niet veel meer te zeggen. Het auteursrecht van beide is ondertussen verlopen en ze zijn helemaal gratis te downloaden, bijvoorbeeld op de website van Project Gutenberg.
Jeroen Bert