Knack historische zomerthrillers (3/3) over Helena van Troje en Toetanchamon

De laatste twee spannende historische zomerromans van Knack brengen ons naar de Egyptische farao Toetanchamon en de mooiste vrouw van de oudheid: Helena van Troje.

Ook deze week kan je met Knack een spannende duik in de geschiedenis maken. Knack neemt je met zes historische thrillers mee van het oude Egypte van Achnaton tot de Tudortijd van Hendrik VIII.
De Texaanse Lynda Robinson (62) studeerde antropologie en archeologie, deed veldwerk in onder meer het Midden-Oosten maar kreeg naar eigen zeggen een burn-out in de academische wereld. Schrijven werd haar ware roeping. Na een paar standalones startte ze in 1994 een reeks spannende verhalen met het Egypte van de farao’s als achtergrond. Haar debuut, ‘Moord in het huis van Anoebis’ kreeg meteen lovende kritiek. Heer Meren werd de centrale figuur in een zestal historische whodunits. Hij is geheim raadsheer en meteen de ogen en de oren van farao Toetanchamon. Heer Meren doet de job samen met zijn aangenomen zoon. In Robinsons debuutroman wordt het lichaam van een vermoorde man aangetroffen in het balsemingshuis. Er is een mes in zijn keel gestoken.

Heer Meren krijgt opdracht discreet te onderzoeken wie de heilige plaats heeft ontwijd, de plek waar de doden worden voorbereid op hun wedergeboorte. Verdachten zijn er genoeg. Onder hen heel wat priesters die het gezag van de jonge farao willen ondermijnen. Er waren diverse oorlogen en Toetanchamon had de traditionele godsdiensten in eer hersteld na een periode van een soort monotheïsme. Robinson weet waarover ze het heeft, maar dringt haar kennis niet op. Onder dezelfde cover steekt ook haar tweede Egyptische detectiveroman ‘Moord bij de tempel van Amon’. Dit keer moet de vertrouweling van farao Toetanchamon de dood van twee priesters onderzoeken. Zitten de volgelingen van zijn voorganger, Achnaton, achter de zaak of heeft alles te maken met de dreiging van de Hittieten die aan de grens staan?

De Australische schrijfster Colleen McCullough (76) kreeg vooral bekendheid met haar roman ‘De doornvogels’. Het boek dat eind jaren zeventig verscheen, werd ook een bijzonder populaire mini-reeks op televisie. McCullough vertelt er het verhaal van een Ierse familie, de Clearys, die begin vorige eeuw naar een groot Australisch landgoed verhuizen. Meggie is dan een jaar of vier en wordt de centrale figuur in de roman. Ze wordt ondanks alle tegenkantingen verliefd op een priester. Het romantische familie-epos werd zelfs wel eens vergeleken met Margaret Mitchells ‘Gejaagd door de wind’.

McCullough schreef naast een paar politieromans ook een reeks rond belangrijke personages uit het Oude Rome. ‘Het lied van Troje’ past bij haar grote belangstelling voor de klassieke oudheid. In feite gaat het om een moderne hervertelling van Homeros’ Ilias en de tragische oorlog tussen Grieken en Trojanen. Het originele aan de vertelling is dat de belangrijkste personages van McCullough zelf een hoofdstuk krijgen om hun verhaal te vertellen. Zo hoor je, zeg maar Helena, Menelaos, Nestor, Achilles… zelf aan het woord. Daardoor krijgt het epos een ongekende levendigheid en heb je een uitstekend inzicht in het karakter van de diverse personages. McCullough doet dat heel persoonlijk in schitterend proza zonder Homeros geweld aan te doen.

Fred Braeckman