Benno Barnard, dichter, anglicaan, conservatief en lid van de National Trust, vond de voorbije week gelukkig weer veel stof om zich volop aan te ergeren.
Maandag ‘Hé, komt de Ronde van Vlaanderen niet bij jullie langs de deur gefietst?’ vroeg een Nederlandse vriend. Waarop hij deze anekdote vertelde: ‘Wij stonden eens in een Provençaals dorp tussen velen langs de straat om de Tour de France voorbij te zien komen. Op het moment dat het gedender van motoren, camera’s en renners losbreekt, roept een vrouw vanuit het openstaande raam naar haar man: “Pierre, je bent op tv!” Waarop Pierre onmiddellijk het huis in rent om te gaan kijken…’
Dinsdag Historische foto’s van mijn dorp bestudeerd, die zo oud zijn dat ze wel kiekjes mogen heten. Een zwak opgevat voor Suske van ’t Stroetje en zijn spondegenote Schele Mie, kleine, kromme, bruine vlekken van mensen uit 1910, die verbijsterd door hun vroegere habitat zouden ronddwalen als ze uit hun huidige verblijfplaats konden terugkeren. Hun ogen, waarin het licht 60 respectievelijk 52 jaar geleden is uitgedoofd, staren argwanend naar de indringer onder de zwarte doeken. Van hun ouders moeten nog daguerrotypes zijn gemaakt – als die negentiende-eeuwers überhaupt ooit gefotografeerd zijn. De ontmoeting stemde me nogal droefgeestig. Bij alle misère was er toch maar een gemeenschap van mensen, met bijnamen en al, in plaats van een burgerlijke stand van televisiekijkers. De waarheid is dat ik – gefixeerd op het voorbije – niet goed tegen de geschiedenis kan.
Woensdag Er bereikt me een schrijven: donateurs gezocht voor een publicatie van en over een vergeten dichter. De kop luidt: ‘Jan De Roek: dichter, vrijzinnige, anarchist, vrijmetselaar.’ Ik heb veel sympathie voor het initiatief, maar wat een mallotig idee om een dichter aldus aan te prijzen! Welk argument voor zijn poëzie vormen vrijzinnigheid, anarchisme en vrijmetselarij? En wat ben ik dan wel niet: dichter, anglicaan, conservatief en lid van de National Trust?
Donderdag Uit een brief aan de geschiedenisleraar van mijn dochter, toen zij een werkje moest maken over drie historische gebouwen: ‘Anna vroeg om een cd-rom “voor school”. Ik heb geen cd-roms. Wij doen er alles aan om onze kinderen zoveel mogelijk weg te houden bij de computer en ze in plaats daarvan boeken te laten lezen. Dat lukt vrij aardig. Maar de school werkt niet mee; die jaagt de kinderen nu juist naar de computer. Met als gevolg dat ze menen alles te kunnen opzoeken in het Grote Externe Geheugen, zonder boeken te gebruiken, zonder iets uit hun hoofd te leren. Anna wilde bij die drie historische gebouwen ons achttiende-eeuwse, aan een Romeinse heirweg, vlak bij de taalgrens gelegen huis betrekken. Dat is veel geschiedenis, zoals u zult begrijpen, van de Gallo-Romeinen tot het huidige België. Maar ons huis past dus niet in haar huiswerk, dat ze immers uitsluitend via een cd-rom en powerpoint mag doen.’
Vrijdag Wat een deprimerende gedachte, dat ook geschiedenis, het mooiste van alle vakken, zich willoos aan deze hedendaagse superstitie overlevert.
Zaterdag In de Belle Epoque vervaardigde de Franse salonschilder Achille Zo (1826-1901) een doek met de prikkelende titel ‘Le rêve du croyant’. Het is een fantasie over de fantasie der muzelmannen, in een tijdvak dat dweepte met de oriëntaalse wereld (het smeedwerk van de art nouveau drukt zich in Arabisch schrift uit). Het een uitermate geil en hypocriet schilderij, dat zich verlustigt in andermans verbeelding en daarmee het eigen zingenot al bij voorbaat verontschuldigt. Toen ik het zag moest ik denken aan psychiaters die plaatsvervangend met hun patiënten neuken.
Zondag Je hebt wespen, kwallen en Johan Sanctorum. De speechschrijver van Bruno Valkeniers – die als Vlaming aan de gekwelde blanke neger gestalte geeft – noemt mij in een stukje op de website Res Publica ‘de uit Amsterdam aangespoelde Nederbelg Benno Barnard’. Ik woon 35 jaar in België, maar om mijn mening te desavoueren weet de diepzinnige gnoom Sanctorum niets beters te bedenken dan de mededeling dat ik ‘niet van hier’ ben. Als hij zijn brein bijlicht met het zwakke schijnsel van die uitspraak zal hij toch moeten inzien dat ik – die al in de jaren tachtig als apologeet van de Vlaamse Beweging optrad – niet geheel toevallig moeite heb met het huidige Vlaamse bewegen.
Maandag Op een website: ‘Zou het kunnen dat Vlamingen op een iets meer soepele, rekkelijke manier omgaan met taal dan onze calvinistische noorderburen?’ Taalfouten dienen dus als iets katholieks te worden opgevat.
Dinsdag
Sanctorum, laat me niet lachen! Als ik bij mijn Amsterdamse uitgever gedaan krijg dat Cyriel Buysse wordt herdrukt, blijken er in heel Vlaanderen welgeteld vijftig exemplaren te worden afgenomen, tegenover het tienvoudige in Holland. Weet je wat het vreemde is? Ik koester een even ongeneeslijke als onbegrepen liefde voor Vlaanderen, maar mensen als jij verpesten deze windstreek. Vlaanderen verdient beter dan zijn nationalisten. Zet je schrap in de modder van je erf! Straks is het onafhankelijk en zul je niets bereikt hebben: geen milligram meer beschaving, alleen maar slechter Frans en – o barre paradox – armoediger Nederlands; algehele stompzinnigheid gezeten op een berg geld. En met deze gedachte neem ik opgelucht afscheid van je.
Woensdag Iemand stuurde me een exemplaar van ‘Mondiaal Magazine’. Ik zal de artikelen die me niet bevallen eerst lezen en vervolgens overslaan.