Benno Barnard danst om het gouden kalf, ziet zijn kaart bij Delhaize geweigerd en houdt niet van ‘parkeerretributies’.
Maandag In Nederland zijn de zogenaamde Gouden Kalveren uitgereikt, prijzen voor prestaties op het gebied van de filmkunst. De beste acteur was een Marokkaanse jongeman. Hoeveel mensen zouden het beeld van een moslim met het vergulde stuk vee in zijn handen als ironisch hebben ervaren? In hoeveel hoofden zou de gedachte aan de Joodse herkomst van dat kalf nog kunnen opkomen? Waarlijk, de naam van die prijs is, nu ik er zo over nadenk, maar ook als ik er niet over nadenk, een verbluffend symbool van onze zelfhaat.
Dinsdag In Den Haag demonstreerden een stuk of twintig in boerka gehulde dingen voor het meest gemaltraiteerde woord dat er bestaat: vrijheid. Een van de dingen schold een aanwezige journalist uit. Misschien was de Kuifje opdringerig, zodat het schelden gerechtvaardigd was. Het ding noemde hem: Jodenhond.
Woensdag Gisteren werd mijn kaart bij Delhaize geweigerd. Ik zou bijzonder graag in een geest van zoet cynisme mijn talenten aan een reclamebureau verkopen.
Donderdag Niets voorkomt dat het mechaniekje van de miskenning – het behoort tot het huisraad van alle schrijvers – ineens knarsend op gang komt. Erkenning van je soortgenoten! Maar waarom toch? Andere schapen die instemmend naar je blaten, omdat je hun angst voor de wolf zo troostrijk hebt verwoord?
Vrijdag Onder de vijf Joodse Nobelprijswinnaars van dit jaar bevindt zich ook een Israëli. Bij het door de Vlaamse overheid gul gesubsidieerde Kif Kif (een grote snotlap voor jammerende Palestijnen) zal menige pluk haar zijn uitgerukt. Wat een amusante gedachte dat al die Kiffers hun mobiele telefoon en computer moeten wegsmijten als ze Israël echt willen boycotten!
Zaterdag Een vriend adviseerde me een of andere beurs aan te vragen: die zou ‘iemand met mijn staat van dienst’ toch niet geweigerd worden? Ik vraag geen beurzen aan, omdat ik vind dat ik me niet te veel moet verbeelden over mijn belang voor de samenleving. Ik vraag geen beurzen aan, omdat ik tegen subsidiëring van de literatuur ben, met uitzondering van moeilijke vertalingen. Ik weet ook wel dat ik 20.000 euro of meer kan lospeuteren, maar ik wens consequent te zijn. Dat standpunt ben ik gaan innemen op de dag dat een collega hier nadrukkelijk in een sportwagen kwam voorrijden, in een geur van benzine en – protprotprot! – begeleid door dure winden. Hij had de machine gekocht van fondsgeld, dat hij gezien het inkomen van zijn vrouw helemaal niet nodig had. (Ik vraag geen beurzen aan uit angst dat men mij zal kleineren door de helft van het gevraagde bedrag toe te kennen.)
Zondag De stad Leuven zond mij een verzoek tot betaling van een ‘parkeerretributie’. Ik heb de desbetreffende dienst een hoffelijk briefje gestuurd met het voorstel in de toekomst het woord ‘parkeerboete’ te gebruiken, zodat ook mensen zonder universitaire scholing begrijpen waarover het gaat.
Maandag De World Service van de BBC bericht uitgebreid over iedere paperclip die scheef ligt op het bureau van Netanyahu, en zal niet nalaten zijn verontwaardiging daarover uit te drukken. Met zijn houding tegenover het nieuwe Egypte is het anders gesteld. Een interviewer stelde deze vraag: ‘Are the Copts going to respect the law and order that has been achieved or will they continue their protest?’ Zo is dat, Kopten, gedraag je een beetje tegenover die dure tanks! Het wordt trouwens tijd dat Europa excuses aanbiedt voor de provocerende aanwezigheid van christenen op moslimbodem! (Deze journalist kwam mij voor als de likkende en kwispelstaartende vertegenwoordiger van een andere religie dan de Joodse.)
Dinsdag De flaminganten zijn boos omdat Franstalige burgers een proces in het Frans kunnen krijgen in het nieuwe gerechtelijke arrondissement Halle-Vilvoorde. Maar iedere Vlaamse burger heeft in het hele land recht op een proces in zijn eigen taal. Ten einde optimaal van het akkoord te profiteren, dienen de Vlamingen dus gewoon zoveel mogelijk misdaden te plegen in Wallonië.
Woensdag De republikeinse presidentskandidaat Rick Perry – zijn opvattingen over wapenbezit en de doodstraf zijn die van de begrafenisondernemer uit Lucky Luke – wordt in Knack opgevoerd als iemand die ‘succesvol speecht voor dummies’. Maar uit de aangehaalde voorbeelden blijkt slechts de vooringenomenheid van de verslaggever. Perry over zijn staat Texas: ‘Toen wij ons in 1845 aansloten bij de natie, waren wij een onafhankelijke republiek en de afspraak was dat we weer konden vertrekken zodra we dat zouden willen. Daar denken we nu dus over na.’ Iedereen die de Verenigde Staten een beetje kent snapt dat deze uitspraak grappig is en ook als dusdanig is bedoeld. Nog een: ‘Vader, wij bidden voor onze president, wij bidden dat U hem Uw wijsheid schenkt en dat U zijn familie beschermt.’ Ik vind het chic van een rechtse republikein dat hij voor Obama bidt. En bidden om wijsheid voor de wankelende koning van de wereld komt me heel wat intelligenter voor dan het verkiezen van Guy Verhofstadt in het Europees Parlement. Maar in de provincie van onze journalistiek is een volgeling van het gekruisigde curiosum per definitie een ezel.