De Nederlandse schrijver Gerrit Krol is zondagavond op 79-jarige leeftijd overleden. Hij zal worden herinnerd om zijn consistente, experimentele en intelligente oeuvre.
Krol schreef in een kleine halve eeuw meer dan vijftig boeken: romans, essays, poëzie en verhalen. In 1962 verscheen zijn debuut ‘De rokken van Joy Scheepmaker’, in 2009 kwam de verhalenbundel ‘Verplaatste personen’ uit. In zijn laatste roman ‘Duivelskermis’ (2007) schreef hij over de ziekte van Parkinson, waaraan hij al jaren leed. Een bestsellerauteur was Krol niet, maar onder fijnproevers werd zijn experimenteel proza met essayistische inslag op handen gedragen – vooral door zijn vroege romans ‘Het gemillimeterde hoofd’ (1967) en ‘De ziekte van Middleton’ (1969).
Wiskundige
De wiskundige heeft de literatuur altijd gecombineerd met een baan in een allesbehalve literaire omgeving. Krol werkte als computerprogrammeur bij Shell en systeemontwerper bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij. De beta-achtergrond is goed zichtbaar in zijn opmerkelijk afstandelijk oeuvre. Zo ging in ‘De man achter het raam’ (1982) een kunstmatig brein in discussie met zijn schepper. In 1971 schreef hij in ‘APPI’ al over door computers gegenereerde poëzie. Niet voor niets nodigde de Technische Universiteit Delft Krol in 2001 uit de eerste gastschrijver te worden.
Ook typerend voor Krol is zijn gewoonte om personages te laten terugkeren, desnoods in andere genres, en romans te herschrijven volgens nieuwe inzichten. Zo is ‘Middletons dood’ uit 1996 tegelijk een ingrijpende bewerking van én een vervolg op ‘De ziekte van Middelton’. Zelf deed hij er laconiek over. ‘Het is me een paar keer overkomen dat als het boek klaar is ik onmiddellijk naar de uitgever en dan moet het ook zo snel mogelijk uitgegeven worden. (…) En dan is het er en dan overkomt het mij dat zo’n boek nog niet klaar blijkt te zijn,’ zei hij in een interview.
Geur van onleesbaarheid
Krol is voor zijn werk gelauwerd met de belangrijkste prijzen en een eredoctoraten. Hoogtepunt was in 2001 de PC Hooftprijs. ‘Om uw werk hangt de geur van onleesbaarheid’, zei Arnon Grunberg destijds in zijn lofrede. Volgens hem kwam dat door het misverstand ‘dat denken voelen uitsluit en dat emoties het beste kunnen worden opgeroepen met behulp van emoties.’ Krols intellectuele proza is volgens hem juist emotioneel omdat hij reflecteert op gevoelens. Immers: ‘Zonder denken geen gevoel’. Dat is de beste samenvatting van Krols oeuvre.
Maarten Dessing