Michael B. Tretow, de geluidstechnicus van de Zweedse popgroep ABBA is op 80-jarige leeftijd overleden.
‘Het vijfde lid van ABBA’ noemen ze hem, al stond hij nooit met hen in de spots. ‘Toch betekende je voor ons vieren in ABBA meer dan wie dan ook’, zei dat andere lid Benny Andersson vorige week op Instagram. ‘Ik hoop en geloof dat je dat hebt gevoeld tijdens al die jaren dat we samenwerkten en voortdurend lachten in de studio. Onze muziek leeft voort, zo lijkt het, en jij bent degene die het tijdloos maakte. (…) Ik mis je. En ik heb al je kokosnoten bewaard!’
Tretow groeide nochtans niet bepaald op in een exotisch oord, maar in Norrköping, een industriestad in het oosten van Zweden. Geen zak te beleven daar. Dus maakte hij het zelf maar gezellig in zijn jongenskamer, die hij volstouwde met opnameapparatuur en instrumenten.
Urenlang speelde hij daar alleen, en dat had gevolgen. Tweeëntwintig was hij, toen hij zijn eerste ep Mikael & Michael uitbracht. Maar Tretow was geen frontman, dat had hij zelf ook door.
Zijn echte plek was niet op het podium, maar ernaast. Dat viel ook Sveriges Radio op, de Zweedse publieke omroep, die hem als geluidstechnicus inlijfde.
Daar groeide zijn faam. Die bereikte ook Björn Ulvaeus en Benny Andersson. Ze wisten niet wat ze hoorden, die keer dat ze hem voor het eerst kruisten in de Metronome Studios in Stockholm. ‘Wat Micke in zijn eentje al kon met twee bandrecorders, was verbazingwekkend’, zei Benny.
‘Hij had een visie op klank nog vóór wij die zelf hadden.’ Ze sloten in de studio een verbond. Hij werkte mee aan een album van Björn & Benny, die ook hun twee illustere eega’s meebrachten. Wat later noemden ze zichzelf ABBA.
Na zijn hersenbloeding wist hij niet meer dat hij met ABBA de wereld op zijn kop had gezet.
Echo
Tretow was lid van het A-team van ABBA: als ze iets opnamen, zat hij altijd achter de knoppen. Hij was hun George Martin: de man die de sound van de groep mee boetseerde. Niet als producer, zoals Martin bij The Beatles, maar wel als geluidstechnicus en mixer.
Hij experimenteerde met galm en echo, overdubde de stemmen en voegde ze daarna samen. ‘Ik zag mezelf als een soort architect van het geluid’, zei hij daar zelf over, ‘die lagen bouwde en bouwde totdat alles perfect in balans was. Dat kostte tijd, maar dat was nodig om dat speciale ABBA-geluid te krijgen.’
Tretow had vooral heel goed naar Phil Spector en diens wall of sound geluisterd, maar hij deed er zijn eigen ding mee. Zonder hem had Knowing Me, Knowing You niet zo dramatisch geklonken, Waterloo niet zo wild en Dancing Queen niet zo euforisch.
Tretow was de onzichtbare luitenant van de groep, maar ook de lijm. De man die zijn duim omhoog stak als het weer eens waaide in de groep. Af en toe kwam hij ook naar buiten met eigen werk: zoals het absurde album Let’s Boogie of die heerlijk mesjogge single Hubba Hubba Zoot Zoot. Heel Zweden zong het mee, maar niemand wist dat het gemaakt was door het vijfde lid van ABBA.
Retraite
Toen ABBA begin jaren tachtig op een bijzonder lange retraite vertrok, bleef hij in de studio zitten. Hij werkte er aan radiojingles, reclamespots en sketches voor radioprogramma’s.
Tot hij in 2001 getroffen werd door een hersenbloeding. Tretow wist niets meer, ook niet dat hij ooit bij ABBA had gewerkt. Tien jaar kon hij amper een woord uitspreken. Maar hij zat wel achter de knoppen toen Agnetha Fältskog in 2004 My Colouring Book opnam. Het bleek zijn zwanenzang. Niet veel later werd zijn thuisstudio, Garage de Garbage in Bromma, ontmanteld en verkocht.
Tretow trok zich terug in het Zweedse verborgene. Al wisten zijn vrienden, met wie hij ooit de wereld op zijn kop had gezet, wel de weg naar zijn huis. ‘Zo blij dat ik een paar weken geleden nog wat tijd met je heb kunnen doorbrengen…’, zei Fältskog net na zijn dood. ‘Je was zo ziek, maar je lach en humor waren er nog steeds. Dat blijft.’