Nu de VN-klimaatconferentie COP30 in Brazilië halverwege is, vindt zaterdag een grote protestmars plaats. Tienduizenden inheemse en internationale klimaatactivisten trekken door het centrum van de miljoenenstad Belem. Volgens de organisatoren waren er 50.000 deelnemers.
Met de ‘Global Climate March’ strijden de demonstranten voor klimaatrechtvaardigheid en voor de verdediging van de traditionele gebieden van inheemse gemeenschappen, die worden bedreigd door houthakkers en illegale goudzoekers, luidt het in een pamflet.
Verschillende diplomaten en ministers van landen die onderhandelen op COP30 sloten zich ook aan bij het protest.
De mars trekt zo’n 4,5 kilometer door de Braziliaanse stad, maar passeert de conferentielocatie van de COP30 niet. Daar staan vanwege de aangekondigde demonstratie ordediensten en versperringen, sommige voorzien van prikkeldraad. Conferentiegangers werd verzocht vroeg te komen vanwege mogelijke verkeershinder.
In tegenstelling tot eerdere klimaatconferenties in autoritaire staten als Azerbeidzjan zijn er ook in de stad zichtbare protesten van het maatschappelijke middenveld. Zo vindt parallel aan de VN-klimaatconferentie op het terrein van de universiteit de ‘Cupula dos Povos’ (Braziliaans-Portugees voor ‘Top van de Volkeren’) plaats, met honderden organisaties, bewegingen en netwerken uit Brazilië en het buitenland.
Vrijdag nog blokkeerden tientallen inheemse en andere klimaatactivisten urenlang de hoofdingang van de conferentie. En dinsdagavond bestormden inheemse activisten zelfs de entreehal van het streng beveiligde tentenkamp. Ze braken met geweld deuren open en raakten in een worsteling verwikkeld met de veiligheidsdiensten.
Op de COP30 beraden zo’n 200 landen zich nog tot eind volgende week over hoe de opwarming van de aarde sneller kan worden tegengegaan. Opvallende afwezige zijn de Verenigde Staten van president Donald Trump. De focus ligt onder andere op een routekaart om af te stappen van olie, gas en kolen.
(Belga)