Russisch voor iedereen: Dominique Biebau wint Hercule Poirotprijs op Boekenbeurs

Dominique Biebau aan de Knack-stand op de Boekenbeurs © belga
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Er is maar één eretitel voor Dominique Biebau: hij was gewoon de beste. De veelzijdigste. Daarom verdient hij ontegenzeggelijk de 22e Knack Hercule Poirotprijs. Applaus.

Dominique Biebau is geïnteresseerd in het raadsel, niet in de oplossing. De oplossing pakt hoe dan ook weinig benijdenswaardig uit voor de hoofdpersoon. De kronkelwegen daarentegen om zo ver te geraken, dat is het échte thema van Biebau. Ariadne en de doolhof, met een draad die breekt onderweg. De minotaurus krijgt dan vrij spel. Of is het Ariadne die het spel beheerst? Want Ariadne was in de Griekse mythologie niet toevallig de godin van de passie. Ze hield Theseus in het labyrint aan het lijntje. Maar zoals dat gaat in mythes bleek de held achteraf nogal trouweloos.

Dat cliché heeft Biebau geraffineerd uitgewerkt in zijn tweede thriller. Trouw draagt een ingewikkeld spel, de zoektocht naar een uitweg uit een dramatisch gegeven waarvan de inzet onbekend is, maar die altijd uitdraait op allesverslindende liefde, passie en de misleidende knepen van de taal. Dat was al zo in zijn eerste thriller, IJslands Gambiet nu vier jaar geleden. Taal was daar nog stenografie, tekst een onvolledig manuscript, moord een voorwendsel om de bokkensprongen van de geest bij obsessieve, monomane schakers als abstract kunstwerk centraal te plaatsen. Het boekomslag was aangepast aan de vage begrenzingen tussen identiteit, schrijfstijl – de vermoorde was de ‘man zonder handschrift’ – en waarheid, vrijwel geheel wit en uitgefilterd blauw met lichte contouren.

Ik vermeld IJslands Gambiet omdat hij net als Russisch voor Beginners dat wij hier bekronen, dezelfde vervagingen kent. En uitgaat van opoffering in de hoop op meer. Een vernietigingscultus. Zoals Ariadne haar lot laat afhangen van een draad, en haar eigen veiligheid op het spel zet, verwijst IJslands Gambiet naar de beroemde schaakpartij om het wereldkampioenschap van 1972 in Reykjavik.

De autist Bobby Fischer versloeg er vernietigend de Russische titelhouder Boris Spasski, in volle Koude Oorlog een striemend affront voor de Sovjet-Unie vanwege een Amerikaanse geniale blaag. Fischers taal was die van zetten. Meestal Siciliaans openingsgambiet, maar uit liefde voor het land waar hij stierf ook IJslands als hij er zin in had: Zet 1 e4 – d5; 2. ed – Pf6; 3. c4 – e6. Een gambiet offert stukken op om er aanvallend voordeel uit te halen. Het is evenmin verrassend dat Biebau toen al de Russische connectie uitbuitte. Hij doet het weer in Russisch voor Beginners.

Biebau, dames en heren, is namelijk geen boekheiden. De vermoorde vervalser in IJslands Gambiet heet Maxim Boelgakov, een nauwelijks verhulde verwijzing naar de beroemde satiricus Michail Boelgakov. Tijdens zijn leven werd hij duchtig gecensureerd, zijn meesterwerk De Meester en Margarita na zijn dood in 1940 pas danig verknipt uitgegeven in 1966-7 na zes weigeringen door de censuur. Het is een infernale roman waarin de duivel Moskou straft voor alle kwaad, en de dappere Margarita alles opgeeft, ook zichzelf, om haar geliefde Meester terug te vinden. Die in het zothuis zit.

Biebaus Boelgakov laat een onvolledig en cryptisch manuscript na, dat naar de moordenaar moet leiden. In Russisch voor Beginners gaat Biebau verder. De Rus die hier het spel leidt is de zonderlinge taalleraar Pavel Stepanov. De verleiding was groot om ook nu op zoek te gaan naar een stichtend voorbeeld, maar verder dan de filmacteur met die naam ben ik niet geraakt. Wel viel mij op dat Pavel Stepanov mee de recente animatiefilm producete: The Snow Queen: Mirrorlands, al de vierde Russische bewerking van het gruwelijke sprookje van Hans Andersen. Thema is het behoud van magie in het dagelijks leven. De magie die Biebau hoog in het vaandel draagt is allesverterende passie. Passie voor de onbereikbare vrouw, passie van driften, passie voor hobby’s, passie voor taal. Bloedwraak.

Pavel trekt amper studenten aan: twee lichthoofdige kunstenaars die er al snel de brui aan geven. Twee troglofielen, die de wereld afreizen op zoek naar de mooiste grotten. Diederik en Lore, hij een verslaafde speleoloog, zij een schijnbaar stil water. En dan is er nog de schlemielige antiheld van de actie, de ingebeelde schrijver van dit boek, Maarten. Het is hem raar vergaan. We zien hem uitzichtloos denken in een ziekenhuisbed, want: ‘Bewegen kan ik niet. Mijn stembanden blijven stil’. Wat’s gebeur? Russisch. Als verwende klaploperzoon van zelfstandigen, heeft hij nooit iets moeten uitvoeren, tenzij wat drentelen rond secretaresse Linda. Maar hij is de zoon van de baas. Totdat die besluit naar – jawel – het Minoïsche Kreta te verhuizen en zijn vervoersbedrijf overlaat aan een Russische firma. Vanaf dan begint de Russische roulette. Want bij de verkoop is Maartens vlotheid in de Russische taal cruciaal. Alleen kent hij er geen jota van, laat staan het alfabet. Hij moet zich reppen om zich de taal snelsnel eigen te maken, of hij hangt. En zijn job.

Pavel leidt de dans door zijn onberekenbare lesmethode. Hij bant alle woordenboeken en debiteert om de haverklap anekdotes. Hij heeft geen oog voor de sul Diederik, alleen voor Lore. Hij verfoeit de commerçanten motivatie van Maarten. ‘Een taal leren om winst te maken. (…) Russisch is een manier van leven. – Hij legde zijn rechterhand op zijn hart. – Het is een passie. Geen middeltje om betere kwartaalcijfers te halen. Je zal dat wel leren. Als je niet te dom bent’.

De vijf personages vinden wel een gemeenschappelijk platform: De stad en regio Perm. Aan de oostelijke Oeral. Pavel is er geboren, op een paar werst liggen de Kungurgrotten, de mooiste ter wereld, en amper onderzocht, zes kilometer onderaardse gangen, grotten en meren, stalactieten en stalagmieten, dolines of zinkgaten en ingezakte kalksteenkoepels of gouffres. Het doel van Diederik is alleen met een headset en zonder gids af te dalen. Dan moet je wel Russisch kennen. Vertalingen zijn uit den boze en zelfs bij groepsrondleidingen vandaag mogen geen vertalers meelopen, alleen het verhaal van de gids telt. In de buurt moet Maarten zien dat hij het stilgevallen bedrijf – uiteraard een lege huls – kan verkopen.

.
.© GF

Het worden bizarre tijden, waarin Diederik verdwaalt en doodgaat in zijn grotten, Lore met diarree te bed ligt, Maarten met gnomen kennismaakt als Johnny Flanders, een verlopen Duitser die een Belgisch café openhoudt met de omineuze naam ‘La Bête Noire’, een taxichauffeur die hem correct Russisch leert, en een besmuikt broederpaar dat hem de uitrusting levert als hij besluit op zoek te gaan naar de vermiste Diederik twaalf jaar later.

Ook daar ligt een kunstzinnige band. De van elkaar vervreemde broers Pjotr (‘Ik ben een zakenman’) en (de geïnterneerde alcoholverslaafde) Ivan heten niet toevallig Diaghilev. Zoals de beroemde en verguisde organisator Sergej Diaghilev van de Ballets Russes, een rondreizende groep dansers die hoge hogen gooide in Parijs. Ook hij kwam uit Perm. Hij nam de sterdanser Nijinski tot zijn geliefde. Spuwde hem uit toen die trouwde met een vrouw en compleet krankjorum werd. Het is daarom dat de Britse dichter W.H. Auden hem in een gedicht beschreef, ‘September First, Nineteen Thirty-Nine’ – zoals u allen weet, was die vrijdag (ja, Russisch voor Beginners is bij de gelijknamige uitgeverij uitgebracht) de dag dat Hitler de oorlog verklaarde aan Polen, en het onzalige Molotov-Von Ribbentroppact in werking trad, en meteen ook de Tweede Wereldoorlog. Auden schreef:

The windiest militant trash/ Important Persons shout/

Is not so crude as our wish:/

What mad Nijinsky wrote/ About Diaghilev/ Is true of the normal heart

For the error bred in the bone/ Of each woman and each man/

Craves what it cannot have, Not universal love/ But to be loved alone.

Liefde is de knoop van een dubbele rode draad: de taal en Lore. To be loved alone. Alleen maar liefde volstaat? Of Liefde voor mij alleen? Eigenliefde of onbaatzuchtige liefde? Grootmoedigheid of overgave? Daarbij speelt taal een wezenlijke, verwarrende rol. Tieten zijn geen mieten bij de stalags, tieten hangen, mieten pieken.

Om het belang van taal te verklaren haalt Maarten het wrede lot aan van de negentienjarige minderbegaafde overvaller Derek Bentley. Opgehangen in 1953 voor een moord die hij niet kon gedaan hebben. Zijn minderjarige kompaan schoot een politieman dood. Bentley had nog geroepen: ‘Let him have it, geef het hem’. Het pistool, want Bentley zelf had alleen een mes. Maar rechtbank en minister beslisten dat hij bedoelde: ‘Knal hem af’. Magere troost voor Bentley: onder Tony Blair is hij in ere hersteld. Maar wel dood.

Dat was het verschil tussen weten en kennen. Men weet dat hij onschuldig is. Maar men kent hem als een boef. Dat geldt ook voor Pavel: men weet dat hij Russisch geeft. Maar als bij het afscheid Maarten hem vraagt wat hij eigenlijk doet, is meteen zijn alias gebroken: ‘Slagersknecht’, zei hij, ‘Ik snijd karkassen open’. Onheilspellend toch? En nu ik het toch over taal heb: één van de juryleden gaf Biebau een ruimhartig compliment: ‘Er staan maar twee taalfouten in, dat is niet zo kwaad voor een leraar Nederlands’ – bladzijde 12, ‘Op zeven jaar’ moet ‘In zeven jaar’ wezen. Bladzijde 21: ‘Uit zijn lood geslagen’ moet ‘Uit het lood geslagen’ zijn. Schuld van de eindredacteur vanzelfsprekend.

Even serieus. Ik mag van de verdere ontwikkelingen niets verklappen, want dan is de leut voor de lezer eraf. Maar ook nu is het omslag van dit fantastische boek aangepast aan de inhoud: je kunt niet naast de rebus zien die tegelijk de doolhof vormt. Ook nu heeft Dominique Biebau weer grondig voorwerk gedaan. Ik ben zelf tientallen brochures gaan lezen over de Kungurgrotten. Het klopt vrijwel. De Droezjbagrot is inderdaad ‘Vriendschap’ genoemd naar de bezoekers van het 17e Internationaal Geologisch Congres in 1937, de Diamantgrot ziet er echt uit als een bevroren waterval, de Sylvarivier doet het water effectief stijgen elke lente en herfst. Van puffers en wodka en Russisch kun je doodgaan, ook dat klopt. Hoewel.

De moraal is bevattelijk voor lezers van Dostojevski, Misdaad en Straf (wat minder eeuwigdurend is dan de vertalingen uit het Duits, Schuld en Boete; zelfde boek, andere titel; ‘Boete, dat komt binnen, dat is voor altijd’, zegt Günther de wijze cafébaas). En bovenal is er Bibaus sardonische humor. Die maakt het menselijk leven draaglijk en heft dit boek boven de 75 andere inzendingen uit.

Als Toni Coppers de meest geraffineerde van de vijf genomineerden was, Jan Van der Cruysse de spannendste verteller, Tine Bergen de gevoeligste (met ook de mooiste titel, Vissen Praten Niet), en Koen Strobbe de meest inventieve, dan is er maar één eretitel voor Dominique Biebau: hij was gewoon de beste. De veelzijdigste. Daarom verdient hij ontegenzeggelijk de 22e Knack Hercule Poirotprijs. Applaus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content